Idiomas disponibles
Idiomas disponibles
Afb. 12: Lichtinstellingen voorbeeld
Horizontale lijnen tonen lichtintensiteit boven, in het midden en
onder in live-beeld.
Verticale tonen lichtintensiteit rechts, in het midden en links in li-
ve-beeld.
ü Camera- en verlichtingslens gereinigd.
1. Helderheid via schuifregelaar of +/- verhogen of verminderen.
» Horizontale en verticale lijnen moeten binnen het tolerantiebe-
reik liggen.
8.5.2.
Camera uitlijnen
i
Indien waarde van de hoekweergave niet tussen 179,98° en 0,02°
ligt, camera opnieuw uitlijnen.
ü Insteldoorn of gereedschap, waarvan de contour parallel t.o.v.
van de verticale camera-as loopt, in basisopname geplaatst.
1. Vergrendeling van de snelverstelling ontgrendelen, toren en
optische unit in positie verplaatsen.
2. Camera met continue fijnverstelling naar blauw-witte rechthoek
van meetveld bewegen.
3. Hoekweergave toont het verschil van de verticale contour van
de insteldoorn met de verticale as van de camera.
» Waarde moet binnen +/- 0,02° tolerantie liggen, dus tussen
179,98° en 0,02°.
» Wordt de waarde niet bereikt, camera uitlijnen.
4. Afdekking op houderarm en toren losschroeven met 3 mm sleu-
tel voor binnenzeskantbouten.
5. Fixeerschroeven met 4 mm sleutel voor binnenzeskantbouten
op houderarm van de camera losschroeven.
6. Camera voorzichtig draaien tot maximaal toegestane waarde
wordt bereikt.
7. Schroeven fixeren.
» Camera uitgelijnd.
LET OP! Werkafstand van de camera niet verstellen tijdens
het uitlijnen. Werkafstand moet 108 mm bedragen van ca-
merabehuizing tot midden van basisopname.
8.5.3.
Lichtinstellingen
Helderheid
73 %
Opslaan en verlaten
ü Gereedschap/ijkdoorn met geslepen rand geplaatst.
1. Gereedschap/ijkdoorn d.m.v. dynamische focusweergave
2. Pixelkalibratie beginnen door te drukken op Volgend punt.
3. Door middel van continue fijnverstelling ijkkant naar groene
4. Pixelkalibratie voortzetten door te drukken op Volgend punt.
5. Bij elk punt d.m.v. continue fijnverstelling ijkkant naar groene
» Pixelkalibratie wordt automatisch beëindigd na het bereiken van
het laatste punt (18/18).
i
---.---
Hoek
den gekalibreerd.
8.5.4.
i
ten tussen Z-as en draaispindel/rotatieas worden gecorrigeerd.
Opslaan en verlaten
ü Laatste parallelliteitskalibratie wordt in meetsoftware weergege-
ven.
ü Voldoende lange meetdoorn (300-500 mm) in basisopname ge-
plaatst.
1. Rand in livebeeld verplaatsen.
2. Camera naar het onderste eind van de doorn verplaatsen en
3. Camera naar het bovenste eind van de doorn verplaatsen.
4. Nieuwe instelling van het absolute nulpunt na afsluiting van de
5. Actueel gebruikte adapter opnieuw kalibreren.
8.6.
i
ook op typeplaatje.
www.hoffmann-group.com
Pixelkalibratie van de camera
[} Pagina 137] op grootste afbuiging draaien.
» Groene rechthoek op beeldscherm verschijnt.
rechthoek bewegen.
rechthoek bewegen.
Na pixelkalibratie moet actueel gebruikte adapter opnieuw wor-
Parallelliteitskalibratie
Door middel van Parallelliteitskalibratie kunnen parallelliteitsfou-
Volgende
met
bevestigen.
» Bij het bereiken van de stilstand van de as verschijnt bere-
kende afwijking resp. hoekfout in een venster.
» Maat wordt door software in elke meting meegenomen en
gecorrigeerd.
parallelliteitskalibratie opslaan.
» Wijziging van de basisinstelling beïnvloedt de kalibratie van
het instelapparaat.
APPARAATINFORMATIE
Informatie over versie en serienummer. Serienummer bevindt zich
Pixelkalibratie
Punt
1/18
Volgend punt
Opslaan en verlaten
Parallelliteits-
kalibratie
-0,771481
Datum:
4/28/2020
Beweeg de assen naar het
eerste punt.
Annuleren
Volgende
Opslaan en verlaten
nl
139
