Aanwijzing
Als deze punten niet in acht zijn genomen of
als de waterkwaliteit geen correcte behan-
deling in het kader van de wettelijke voor-
schriften toeliet, geeft de fabrikant in geval
van schade geen garantie.
5.2.6
Condensafvoerleiding aansluiten
1
2
1.
Verbind de condensafvoerleiding (1) met een voorgeïn-
stalleerde afvoersifon (2).
–
A: 1.367 mm
2.
Plaats de condensafvoerleiding met verval en zonder
knikpunten.
3.
Vul de afvoersifon met water.
4.
Laat een kleine afstand vrij tussen het einde van de
condensafvoerleiding en de afvoersifon.
5.
Zorg ervoor dat de condensafvoerleiding niet luchtdicht
met de afvoersifon verbonden is.
6.
Controleer of de condens foutloos kan wegstromen.
5.3
Elektrische installatie
Alleen gekwalificeerde elektriciens mogen de elektrische
installatie uitvoeren.
Gevaar!
Levensgevaar door elektrische schok!
Ook bij uitgeschakeld product staat er nog
stroom op de netaansluitklemmen L en N.
▶
Schakel de stroomtoevoer uit.
▶
Beveilig de stroomtoevoer tegen opnieuw
inschakelen.
Gevaar!
Levensgevaar door elektrische schok!
De condensatoren zijn ook uren nadat de
stroomtoevoer is losgekoppeld nog geladen.
8000015885_00 Installatie- en onderhoudshandleiding
▶
Wacht net zolang tot de condensatoren
ontladen zijn.
De stroomtoevoer van het product mag niet door een tijd-
schakelklok onderbroken worden.
5.3.1
Bedrading uitvoeren
20 mm max.
1.
Leid de extra-lagespanningskabels en laagspannings-
kabels door verschillende kabeldoorvoeren aan de
achterkant van het product.
2.
Zorg ervoor dat de isolatie van de binnenste aders
tijdens het ontmantelen van de buitenste omhulling niet
beschadigd wordt.
3.
Verwijder de isolatie van de kabels max. 20 mm.
Aanwijzing
Als kabels al verder dan 20 mm ontmanteld
zijn, moet u ze met kabelbinders fixeren.
4.
Voorzie de geïsoleerde uiteinden van de aders van
adereindhulzen om een veilige verbinding vrij van
losse draden te garanderen en hierdoor kortsluitingen
te vermijden.
5.3.2
Kabel voor laagtarief- of
hoogtariefontlasting aansluiten
Aanwijzing
De PV-functie en het management buiten het
stroomverbruik kunnen niet parallel worden ge-
bruikt, omdat deze hetzelfde contact gebruiken.
1.
Om de bedrijfstijden van het product in de hoogtarief-
tijden van het stroomcontract (indien aanwezig) zo
laag mogelijk te houden, sluit u het stuurcontact van
de stroommeter aan.
2.
Demonteer de veiligheidsafdekking. (→ Pagina 261)
3.
Verwijder de zwarte veiligheidsafdekking van de print-
plaat.
4.
Verwijder de rode brug aan de aansluitklem (1) van het
energiebedrijf (EVU-contact).
5.
Leid de kabel door de kabeldoorvoer aan de achter-
kant van het product en door de kabeldoorvoer aan de
achterkant van de schakelkast.
X3
T air
X4
T degiv
X5
T eau
X2
HP
2
1
1
265