Kärcher LC186FD Manual Del Usuario página 35

Ocultar thumbs Ver también para LC186FD:
Operatie
Terugslag startmotor
1. Draai de brandstofkraan open.
Afbeelding E
2. Zorg ervoor dat de snelheidshendel in de stand
"START" staat.
Afbeelding F
3. Trek langzaam aan de starthendel tot u weerstand
voelt.
4. Laat de hendel in de standaardstatus langzaam los.
5. Gebruik beide handen om het touw er snel helemaal
uit te trekken.
6. Als de motor niet wordt gestart, herhaalt u stappen
3-5.
Instructie
Laat de hendel na het starten langzaam los. Laat deze
niet plotseling los.
Elektrische startmotor
1. Draai de brandstofkraan open.
Afbeelding E
2. Trek langzaam 2-3 keer aan de starthendel om de
aftakas meerdere keren te laten draaien.
3. Zorg ervoor dat de snelheidshendel in de stand
"START" staat.
Afbeelding F
4. Steek de startsleutel erin, en draai de schakelaar 1-
2 seconden in de 'START' -positie. Nadat de motor
is gestart, laat u de sleutel los zodat deze automa-
tisch terugkeert naar de positie 'AAN'.
Afbeelding G
Indicator - Olie alarmlicht
1
Startschakelaar
2
VOORZICHTIG
 Als de startmotor lange tijd wordt gebruikt, neemt de
accuspanning af en kan de motor doorbranden.
 Voordat u begint, wanneer u de startschakelaar in
wijzerzin naar de stand 'ON' draait, gaat het olie-
alarmlampje branden. Nadat de motor is gestart (de
contactsleutel is in de stand 'ON' geplaatst), moet
het olie-alarmlampje uit zijn. Als het olie-alarmlamp-
je blijft branden, moet het oliepeil worden gecontro-
leerd.
Als de motor niet binnen 10 seconden start, ongeveer
15 seconden wachten en dan stap 4 herhalen.
Instructie
Bij koud weer kan de motor moeilijk starten. Draai in een
dergelijk geval de sleutelschakelaar 10-20 seconden
naar de stand 'VERWARMEN', laat vervolgens los en
herhaal stap 4 om de motor te starten.
Onder normale omstandigheden, voordat u begint,
draait u de startsleutel naar de positie 'AAN'. Het olie-
alarmlampje gaat vervolgens aan. Nadat de motor is
gestart (de contactsleutel is gestopt in de stand AAN), is
het olie-alarmlampje uit. Als het olie-alarmlampje blijft
branden, stop dan en controleer het oliepeil.
WAARSCHUWING
Als de startmotor langdurig blijft draaien, daalt de ac-
cuspanning, waardoor de motor kan doorbranden.
Instructie
Zorg ervoor dat de riem goed gespannen is. Als de riem
te strak is, veroorzaakt dit een overmatige belasting tij-
dens het opstarten, uitrekken en vroegtijdige slijtage
van de riem en zelfs schade aan de uitgaande as of an-
dere ongevallen. Als de riem te los is, slipt de riem op
hoge snelheid of met zware belastingen.
1
Na het starten van de motor ongeveer 3 minuten on-
belast draaien om de machine op te warmen.
2
Zet de snelheidsregelaar in de gewenste snelheid
en draai de hendel rechtsom vast.
WAARSCHUWING
Wanneer de motor draait, wordt de uitlaat zeer heet.
Raak deze niet aan!
Vul de motor niet bij, als deze loopt.
VOORZICHTIG
Laat de motor niet draaien, als de omgevingstempera-
tuur hoger is dan + 40 °C of lager dan -10 °C.
Als de motor op grote hoogten wordt gebruikt, kan dit
leiden tot vermogensverlies, hoge uitlaatgastemperatu-
ren, groot loopgeluid en andere uitzonderingen.
Instructie
De eerste 20 bedrijfsuren is de inloopperiode van een
nieuwe motor. Laat de motor niet met volle belasting
draaien. Laat de motor in plaats daarvan gedurende 20
uur met 50% belasting lopen en ververs de olie.
Als de motor abnormale geluiden maakt, kraakt, slechte
werkt, kleurverandering van het uitlaatgas optreden
(continu blauwe, witte of zwarte rook) of soortgelijke te-
kenen optreden, stop dan de motor en controleer de
oorzaak van het probleem.
1. Voordat u de motor stopt, zet u de snelheidshendel
in de lage snelheid en laat u de motor 3 minuten on-
belast draaien.
2. Til de afsluitplaat omhoog tot de motor wordt uitge-
schakeld.
Afbeelding H
3. Wanneer u de elektrische startmodus gebruikt,
draait u de startsleutel naar de positie 'UIT'.
Afbeelding B
4. Zet de brandstofkraan in de UIT-positie. Trek lang-
zaam aan de starthendel, tot u weerstand voelt.
LET OP
Verlaag de belasting geleidelijk, als u de motor stopt.
Stop de motor niet plotseling, anders kan de motortem-
peratuur abnormaal stijgen.
De motor voor transport minimaal 15 minuten laten af-
koelen. Nadat de motor is afgekoeld, verplaatst u deze
naar het transportvoertuig.
GEVAAR
Brandstof of gemorste brandstof kan spontaan ontbran-
den. Houd de motor tijdens het transport horizontaal om
morsen van brandstof te voorkomen.
WAARSCHUWING
Gevaar voor persoonlijk letsel of schade! Houd reke-
ning met het gewicht van het apparaat tijdens transport.
Nederlands
Motor draait
De motor stoppen
Transport
35
loading