Montage
• Als er een uitsparing in het dak nodig is (bijv. als er geen bestaande dak-
raamopening is of als de dakraamopening niet geschikt is en niet kan worden
gebruikt), is het verplicht om bij de fabrikant van uw voertuig na te gaan of dit
is toegestaan en wat u moet doen om ervoor te zorgen dat de registratie van
het voertuig niet vervalt.
• De dakhelling van het montagevlak mag in rijrichting niet meer bedragen
dan:
– RTX1000: 8°
– RTX2000: 20°
– SPX1200T: 17°
• De meegeleverde montageonderdelen mogen bij de montage niet eigen-
machtig worden gewijzigd.
• De ventilatieopeningen mogen niet worden afgedekt (minimumafstand tot
andere aanbouwdelen: 100 mm).
• Neem bij de installatie van het systeem en bij de elektrische aansluiting de
richtlijnen van de voertuigfabrikant in acht.
I
INSTRUCTIE
Nadat u het systeem hebt gemonteerd, moeten de vastgelegde parameters
van de systeemsoftware worden gecontroleerd (hoofdstuk „De systeemsoft-
ware configureren" op pagina 119).
7.2
Uitsparing maken (indien nodig)
I
INSTRUCTIE
Om het maken van de uitsparing te vereenvoudigen, bevat de verpakking van
de inbouwset een sjabloon.
➤ Maak een opening van 505 mm x 500 mm met ronde hoeken met een straal
van R25 (afb. 6, pijl = voorwaartse richting).
I
INSTRUCTIE
Voer al het afvalmateriaal gescheiden af. Neem hierbij de plaatselijke afvoer-
voorschriften in acht.
114
CoolAir
NL