Veiligheid verstekzaag
• Houd de machine enkel bij de geïsoleerde oppervlakken vast. Wanneer er
contact wordt gemaakt met het een onder spanning staande draad komen de metalen
onderdelen mogelijk onder stroom te staan wat kan resulteren in een elektrische schok
voor de bediener
• Gebruik steeds zaagbladen met de juiste afmetingen en vorm (diamant vs rond) van
het asgat. Bladen die niet overeenstemmen met de hardware voor de bevestiging ervan
zullen excentrisch draaien wat resulteert in controleverlies
• Gebruik geen beschadigde of ongeschikte bladsluitringen en bouten. De sluitringen en
bladbout zijn speciaal ontworpen voor uw verstekzaag, voor optimale prestatie en veiligheid
• Pas de zaagdiepte aan de dikte van het werkstuk aan
• Houd uw handen uit de buurt van het zaagblad
BELANGRIJK: Indien u na het lezen van deze instructies niet zeker bent van hoe dit
gereedschap moet bediend worden, zorg dan voor extra training.
a) Laat nooit personen jonger dan 18 jaar deze zaag bedienen.
b) Gebruik steeds de nodige veiligheidsuitrusting, met inbegrip van een veiligheidsbril
of scherm, gehoorbescherming, stofmasker, en beschermende kledij, met inbegrip
van veiligheidshandschoenen, wanneer u de zaag gebruikt.
c) Elektrisch gereedschap veroorzaakt trillingen. Trillingen kunnen aanleiding geven tot
gezondheidsproblemen. Handschoenen kunnen helpen bij het in stand houden van een
goede bloedcirculatie in de vingers. In de hand vastgehouden gereedschap mag niet zonder
onderbreking gedurende langere perioden gebruikt worden.
d) Maak, indien mogelijk, gebruik van een vacuümstofafvoersysteem om het stof/afval
onder controle te houden.
e) Probeer geen materiaal te zagen dat dikker is dan gespecificeerd in het deel van
deze handleiding met specificaties.
f) Verstekzagen zijn niet ontworpen voor het zagen van brandhout. Zorg er steeds voor
dat het hout droog is en geschikte vlakke oppervlakken vertoont zodat het veilig op de
verstektafel kan gelegd worden.
g) Plaats het zaagblad enkel tegen het werkstuk wanneer het gereedschap is
ingeschakeld. Zo niet bestaat de kans op een terugslag wanneer het blad vast komt te
zitten in het werkstuk.
h) Stel de zaagdiepte in op de dikte van het werkstuk
i) Verwijder nooit stof, spanen, of afval met de hand uit de buurt van het blad. Zorg
ervoor dat het gereedschap spanningsloos is en maak gebruik van een geschikte borstel
j) Gebruik enkel zaagbladen die zijn aanbevolen door de producent en in
overeenstemming zijn met EN 847-1 of de daarmee equivalente norm in uw land.
k) Houd vodden, doeken, en touwmateriaal buiten de werkzone en zorg ervoor dat
de kleding van het bedienend personeel geen rafels vertoont die gegrepen zouden
kunnen worden door het roterende blad, wat ernstig letsel zou kunnen veroorzaken.
Indien het bedienende personeel handschoenen draagt, mogen deze geen rafels vertonen.
l) Zorg ervoor dat er tijdens het gebruik van de verstekzaag geen boven het
gereedschap opgeslagen voorwerpen kunnen omlaag vallen. De trillingen van het
gereedschap kunnen in de buurt opgeslagen voorwerpen doen bewegen.
m) Houd zaagbladen die niet op het gereedschap geïnstalleerd zijn in een daarvoor
geschikte container die tijdens verplaatsingen een bescherming biedt tegen
eventuele snijwonden.
n) Zorg er steeds voor dat het zaagblad is afgestemd op het te zagen materiaal en dat
hetmaximum toerental van de zaag niet groter is dan het maximum toerental van
het blad.
o) Wanneer er gebruik wordt gemaakt van bladen met een grotere boring dan de naaf
van de verstekzaag, zorg er dan voor dat een correct aanpassingsstuk (naafring)
wordt gebruikt.
p) Tijdens het verplaatsen of het transporteren van de zaag moet het daarvoor voorziene
transporthandvat gebruikt worden (niet met behulp van de bedieningshendel), en
dient u ervoor te zorgen dat de zaag is vergrendeld.
q) Verwijder geen afgezaagd materiaal of vervang het werkstuk niet alvorens eerst
de zaagkop terug in de bovenste positie te hebben geplaatst en de bescherming te
hebben gesloten.
r) Zorg ervoor dat het werkstuk correct wordt ondersteund. Grote panelen kunnen
onder hun eigen gewicht doorzakken en het zaagblad vastklemmen. Steunen dienen
langs beide zijden onder het paneel te worden aangebracht, dicht bij de zaagsnede en in de
buurt van de rand van het paneel.
s) Zorg ervoor dat alle steunen en stroomsnoeren buiten de zaagsnede geplaatst
GB
NL
zijn of lopen.
t) Plaats het werkstuk steeds op een stabiel platform, waarbij de blootstelling van
het lichaam minimaal is, het geklemd geraken van het blad voorkomen wordt, en
controleverlies vermeden wordt.
u) Sta tijdens het gebruik nooit in lijn met het zaagblad van de verstekzaag. Neem een
zijdelingse positie in om een eventuele terugslag te vermijden.
v) Let op de rotatierichting van de motor en van het blad.
w) Inspecteer het werkstuk en verwijder eventuele spijkers en andere ingebedde
voorwerpen alvorens het werk aan te vatten.
x) Oefen geen zijdelingse of torsiekracht uit op het blad tijdens het zagen.
18
18
WAARSCHUWING!
y) Indien een snede niet tot de rand van een werkstuk loopt, of indien het blad klem
komt te zitten in het werkstuk, laat het blad dan volledig tot stilstand komen en til
het dan pas uit het werkstuk.
z) Probeer nooit een vastzittend zaagblad vrij te maken alvorens de machine los te
koppelen van het elektriciteitsnetwerk.
1. Let op weggeslingerd afval. In bepaalde situaties kan afvalmateriaal door het
snijgereedschap weggeslingerd worden aan hoge snelheid. Het behoort tot de
verantwoordelijkheid van de gebruiker om ervoor te zorgen dat andere personen in
de werkzone beschermd zijn tegen de risico´s van eventueel weggeslingerd afval.
2. Indien uw werkzaamheden met de zaag onderbroken worden, beëindig dan
de procedure en schakel de machine uit alvorens uw aandacht op iets anders
te vestigen.
3. Controleer de sluiting van de onderste bescherming voorafgaand aan elk gebruik.
Gebruik de zaag nooit wanneer de onderste bescherming niet vrij kan bewegen en
ogenblikkelijk sluit. Blokkeer de onderste bescherming nooit in de geopende positie.
Indien de zaag per ongeluk valt, kan de onderste bescherming verbogen worden. Til
de onderste bescherming met de terugkeerhendel op en zorg ervoor dat ze vrij kan
bewegen en het blad of welke andere onderdelen dan ook niet raakt, en dit onder alle
hoeken en bij alle zaagdieptes.
4. Gebruik de zaag nooit zonder dat de beschermingen aangebracht zijn.
5. Controleer op periodieke wijze of alle moeren, bouten, en andere bevestigingen niet
zijn losgekomen, en span aan indien nodig.
6. Indien het tafelinzetstuk beschadigd of versleten is, dient het te worden vervangen
door een reparateur van elektrisch gereedschap.
7. Houd de werkbank en vloer altijd vrij van zaagresten, zaagsel, houtsnippers en
andere rommel.
Het gereedschap mag ENKEL gebruikt worden voor de beoogde doeleinden. Welk ander
gebruik dan ook dan dat vermeld is in deze handleiding-, wordt beschouwd als verkeerd
gebruik. De gebruiker, en niet de fabrikant, zal aansprakelijk zijn voor welke schade of letsel
dan ook die het resultaat zijn van een dergelijk verkeerd gebruik.
De fabrikant is niet aansprakelijk voor wijzigingen die aangebracht zijn op of aan het
gereedschap, en ook niet voor schade die het resultaat zou zijn van dergelijke wijzigingen.
Zelfs indien men het gereedschap gebruikt zoals voorgeschreven, is het onmogelijk om alle
residuele risicofactoren te elimineren.
Laser-veiligheid
• De laser die in dit apparaat gebruikt wordt, is een klasse 2 laser met een maximum
vermogen ≤ 1 mW en met een golflengte van 400-700 nm.
• Deze lasers vormen gewoonlijk geen optisch gevaar, alhoewel in de bundel kijken tijdelijke
blindheid kan veroorzaken.
WAARSCHUWING: VERMIJD DIRECT OOGCONTACT.
Indien u met opzet in de laserbundel kijkt, kan dit gevaar inhouden. Gelieve alle
veiligheidsregels als volgt na te leven:
• De laser dient gebruikt en onderhouden te worden in overeenstemming met de instructies
van de producent ervan
• Schakel de laser pas in wanneer de machine klaar is om te zagen
• Richt de laserbundel nooit op een persoon, en in het bijzonder niet in de ogen van mens of
dier, noch op welk ander voorwerp dan ook dan het werkstuk
• Zorg er steeds voor dat de laserbundel gericht is op een stevig werkstuk zonder
weerkaatsende oppervlakken, bijvoorbeeld hout of ruw-gecoate oppervlakken zijn
aanvaardbaar Weerkaatsend plaatstaal of gelijkaardig materiaal is niet geschikt voor het
gebruik van de laser omdat het weerkaatsende oppervlak de straal terug naar de bediener
van de machine zou kunnen sturen
• Vervang het lasergeheel niet. Reparaties mogen enkel uitgevoerd worden door de producent
van de laser of door een geautoriseerde agent daarvan. Vervang NIET door een ander
type laser
LET OP: Het gebruik van controles of aanpassingen of een uitvoering van procedures
verschillend van deze die hier gespecificeerd worden, kunnen aanleiding geven tot een
gevaarlijke blootstelling aan straling.
Er wordt verwezen naar de relevante EN-normen, EN60825-1/A1:2002 voor meer informatie
betreffende lasers.