•
Vul geen brandstof bij terwijl de motor is
ingeschakeld.
•
Zorg ervoor dat de motor koud is wanneer u
brandstof bijvult.
•
Draai de tankdop langzaam open en laat de druk
voorzichtig ontsnappen voordat u brandstof bijvult.
•
Vul geen brandstof voor de motor bij in een
afgesloten ruimte. Onvoldoende ventilatie kan leiden
tot ernstig letsel of de dood door verstikking of het
inademen van koolmonoxide.
•
Draai de tankdop goed vast, zodat er geen brand
kan ontstaan.
•
Verplaats het product minstens 3 m (10 ft) van de
plaats waar u de brandstoftank hebt gevuld, voordat
u het product start.
•
Doe niet te veel brandstof in de brandstoftank.
•
Zorg dat er geen brandstof wordt gemorst wanneer u
het product of de jerrycan met brandstof verplaatst.
•
Plaats het product of de jerrycan met brandstof niet
op een plaats waar deze wordt blootgesteld aan
open vuur, vonken of waakvlammen. Zorg dat er
geen open vuur aanwezig is in de opslagruimte.
•
Gebruik alleen goedgekeurde jerrycans voor het
verplaatsen of opslaan van brandstof.
•
Leeg de brandstoftank voordat het product
gedurende lange tijd wordt opgeslagen. Neem lokale
wetgeving in acht voor het afvoeren van brandstof.
•
Reinig het product voordat het gedurende lange tijd
wordt opgeslagen.
•
Verwijder de bougiekabel voordat het product wordt
opgeslagen, zodat de motor niet onbedoeld kan
starten.
Veiligheidsinstructies voor onderhoud
•
Koppel altijd de bougie los voordat u
onderhoudswerkzaamheden gaat uitvoeren, behalve
wanneer u de carburateur wilt afstellen.
•
Laat alle onderhoudswerkzaamheden aan het
apparaat uitvoeren door een erkende dealer, met
uitzondering van de werkzaamheden in
op pagina 286 .
WAARSCHUWING:
hoofdstuk over veiligheid hebt gelezen en
begrepen voordat u het apparaat monteert.
Geleider en zaagketting monteren
1. Draai de zaagbladmoeren los en
verwijder het koppelingsdeksel. Verwijder de
transportbescherming (A). (Fig. 35)
2. Houd de geleider boven de zaagbladbouten. Duw de
geleider volledig in de achterste positie.
3. Draag veiligheidshandschoenen.
282
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
Onderhoud
Montage
4. Til de zaagketting boven het kettingaandrijfwiel en
Zorg dat u het
5. Zorg dat de snijkanten van de zaagschakels aan de
6. Monteer het koppelingdeksel en breng de stelpen
7. Controleer of de aandrijfschakels van de zaagketting
8. Draai de geleidermoeren met de hand vast.
Controleer of de zaagketting tot stilstand komt
wanneer de gashendel wordt losgelaten.
Zorg dat de handgrepen droog, schoon en vrij van
olie of brandstof blijven.
Zorg dat doppen en bevestigingen goed blijven
vastzitten.
Het gebruik van niet-goedgekeurde vervangende
onderdelen of het verwijderen van
veiligheidsvoorzieningen kan leiden tot schade aan
het apparaat. Hierdoor kan ook letsel ontstaan
bij de gebruiker of bij omstanders. Gebruik
alleen aanbevolen accessoires en vervangende
onderdelen. Breng geen wijzigingen aan het product
aan.
Zorg dat de zaagketting scherp en schoon blijft voor
veilige, uitstekende prestaties.
Volg de instructies voor het smeren en vervangen
van onderdelen.
Controleer het product op beschadigde onderdelen.
Controleer of eventuele schade aan de
beschermkap of een bepaald onderdeel een
correcte werking in de weg staat, voordat u het
apparaat opnieuw in gebruik neemt. Controleer
op defecte of onjuist uitgelijnde onderdelen en
op onderdelen die niet vrij bewegen. Controleer
of er andere omstandigheden zijn die de
werking van het apparaat negatief kunnen
beïnvloeden. Controleer of het apparaat correct
is gemonteerd. Een beschadigde beschermkap
of ander beschadigd onderdeel moet worden
gerepareerd of vervangen door een erkende dealer,
tenzij de gebruikershandleiding anders vermeldt.
Wanneer het apparaat niet in gebruik is, bewaart u
het op een droge, hoge en afgesloten locatie buiten
het bereik van kinderen.
Gebruik tijdens het transporteren of opslaan van het
apparaat een transportbescherming of afscherming
om het apparaat te verplaatsen.
Gebruik geen afgewerkte olie. Afgewerkte olie kan
gevaarlijk voor u zijn en schade aan het apparaat en
milieu toebrengen.
positioneer de ketting in de groef van de geleider.
Begin aan de bovenzijde van de geleider. (Fig. 36)
bovenrand van de geleider naar voren wijzen.
van de kettingspanner aan in de uitsparing van de
geleider.
correct aanliggen op het kettingaandrijfwiel.
Controleer ook of de zaagketting correct is
gepositioneerd in de groef op de geleider.
862 - 003 - 09.07.2022