ELEKTRISCHE AANSLUITINGEN
— STAP 4 —
Stroomvoorziening
De hoofdstroomaanvoer van de ontvanger (aarde, fase, nulleider) moet aan-
gesloten worden door de klemmen 4-5-6 te gebruiken zoals op de afbeelding
hiernaast "Elektrische aansluitingen" te zien is.
Aansluitingen op het te bedienen apparaat
Het te bedienen apparaat (max. 500W) moet tussen de klemmetjes 1-2 aan-
gesloten worden, terwijl het klemmetje 3 het aardingsklemmetje is.
LET OP
Het klemmetje 6 (Nulleider) wordt rechtstreeks op het klemmetje 1
van het te bedienen apparaat aangesloten dat dus niet helemaal ge-
isoleerd is van het elektriciteitsnet.
Houd u nauwgezet aan de aanwijzingen voor de aansluitingen zoals die voor-
zien zijn; waag u in geval van twijfel NIET aan experimenten, maar raadpleeg
de daarvoor bestemde gespecificeerde technische bladen.
Een verkeerd uitgevoerde aansluiting kan ernstige schade of een ge-
vaarlijke situatie veroorzaken.
8
4 – Nederlands