Elektrische Aansluitingen; Ingangen Omhoog En Omlaag - Nice TT4 Instrucciones Y Advertencias Para El Instalador

2.1) Elektrische aansluitingen

!
Volg nauwgezet de aansluitingen zoals die voorzien
zijn; doe in geval van twijfel GEEN vruchteloze pogingen,
maar raadpleeg de daarvoor bestemde gespecificeerde
technische bladen die ook op de site www.niceforyou.com
beschikbaar zijn. Een verkeerd uitgevoerde aansluiting
kan ernstige schade aan de besturingseenheid veroorza-
ken
N.B. De uitgang voor de motor M2 is alleen op de besturingseenheid
TT5 beschikbaar.
2.1.1) Aansluiting motoren
De éénfase-asynchroonmotor motor M1 moet tussen de klemmetjes 1-
2-3-4 op het elektriciteitsnet aangesloten worden. OMLAAG komt over-
een met de toets ▼ van de radiozenders, OMHOOG met de toets ▲ van
de radiozenders (richting tussenkomst anemometer). Als de draairichting
niet in orde is dient u de aansluiting van de klemmetjes 1 en 3 te verwis-
selen. De éénfase asynchroonmotor M2 moet op de netspanning tussen
de klemmetjes 5-6-7-8 aangesloten worden. Als de draairichting niet in
orde is dient u de aansluiting van de klemmetjes 5 en 7 te verwisselen.
Bij gesynchroniseerde werking is het de motor M1 waarin de eindscha-
kelaars worden afgesteld; in M2 worden de eindschakelaars niet gebruikt
en worden zij zo afgesteld dat ze nooit in werking zullen treden
2.1.2) Stroomvoorziening
De hoofdstroomvoorziening van de besturingseenheid (aarde, fase, nul-
leider) moet tot stand komen door de klemmetjes 9-10-11 te gebruiken

2.1.3) Ingangen OMHOOG en OMLAAG

Om de automatisering aan te sturen dient u twee toetsen aan te slui-
ten zoals dat op afb. 6 is aangegeven. U kunt een manoeuvre naar
omhoog (overeenkomende met toets ▲ van de radiozenders) of een
manoeuvre naar omlaag (overeenkomende met toets ▼ van de
radiozenders) aansturen. Als alternatief kunt u één enkele toets
gebruiken waarbij u die aansluit zoals u op afb. 7 kunt zien. Bij dit
type aansluiting is de werkingsmodus "stap-voor-stap" die de volg-
orde: omhoog-stop-omlaag-stop uitvoert. Als u langer dan 3 secon-
den (maar korter dan 10 seconden) op de toets "stap-voor-stap"
drukt, wordt er altijd een manoeuvre naar omhoog geactiveerd. Als
u langer dan 10 seconden op de toets drukt, wordt ar altijd een
manoeuvre naar omlaag geactiveerd. Dit kan nuttig zijn om meerde-
re motoren op dezelfde manoeuvre te "synchroniseren", onafhanke-
lijk van de stand waarin ze zich bevinden.
2.1.4) Ingang TTBUS
De TTBUS is een bus die ontwikkeld is om de besturingseenheid van
motoren voor zonweringen en rolluiken en motoren met een daar-
voor geëigende besturingseenheid aan te kunnen sturen. Met de
2.1.5) Ingang KLIMAATSENSOREN
Op de ingang "Klimaatsensoren" (klemmetjes 14-15) kunt u een een-
voudige windsensor ("Volo")aansluiten of een speciale wind-zonsensor
("Volo S") of een wind-zon-regensensor ("Volo SR"). Op één en dezelf-
de sensor kunnen er maximaal 5 besturingseenheden parallel gescha-
keld worden waarbij de polariteit van de signalen in acht genomen
dient te worden (op alle besturingseenheden dient het klemmetje 14
6
!
In de besturingseenheid TT5 bij "gesynchroniseerde" wer-
king, d.w.z. wanneer de twee motoren aan beide zijden van
het rolluik of zonwering gemonteerd zijn, dient u de elektri-
sche aansluitingen zo tot stand te brengen dat de draairich-
tingen van de beide motoren gelijk zijn; dit komt normaal
gesproken tot stand door de aansluitingen van M2 ten opzich-
te van die van M1 om te draaien. Bij de "gesynchroniseerde"
werkingmodus kunt u niet meer dan één motor op één uitgang
aansluiten en kunt u de uitbreidingen TTE niet gebruiken.
!
In de besturingseenheid TT5 bij de werkingmodus met
"onafhankelijke" motoren en in de besturingseenheid TT4:
gebruik niet meer dan één motor voor één uitgang; gebruik
eventueel de speciale uitbreidingen TTE.
7
Bus kunt u maximaal 100 besturingseenheden afzonderlijk aanstu-
ren door deze eenvoudigweg met 2 enkele draden (klemmetjes 13-
15) parallel aan te sluiten. Verdere informatie vindt u in de gebruiks-
aanwijzingen bij de afstandsbedieningen via TTBUS.
op 14 en het klemmetje 15 op 15) aangesloten te worden.
!
Wanneer de "windsensor" in werking treedt zal dit een
instructie "omhoog" veroorzaken die met de toets ▲ op de zen-
ders overeenkomt; inwerking treding van de "zonsensor" veroor-
zaakt een instructie "omlaag" welke met de toets ▼ op de zen-
ders overeenkomt.
NL
27