NEDERLANDS
B) Hoogste spanning
C) Voedingsnet
SCHEMA 2D (Afb., pag.4)
C) Voedingsnet
SCHEMA 3B (Afb. 2, pag.4)
C) Voedingsnet
Zonder klemmenstrook en met 3 kabeltjes (1,2,3).
SCHEMA 5A (Afb.3, pag.4)
A) Laagste spanning
B) Hoogste spanning
C) Voedingsnet
E) Controle-apparatuur
SCHEMA 5B (Afb.4, pag.4)
A) Laagste spanning
B) Hoogste spanning
C) Voedingsnet
E) Controle-apparatuur
SCHEMA 5C (Afb.5, pag.4)
C) Voedingsnet
Zonder klemmenstrook en met 3 kabeltjes (1,2,3).
SCHEMA 3A (Afb.6, pag.4)
A) Laagste spanning
B) Hoogste spanning
C) Voedingsnet
Zonder klemmenstrook en met 6 kabeltjes: 1=rood, 2=zwart,
3=bruin, 4=wit, 5=blauw, 6=geel
SCHEMA 3C (Afb.7, pag.5)
A) Laagste spanning
B) Hoogste spanning
C) Voedingsnet
Zonder klemmenbord en met 9 genummerde geleiders.
SCHEMA 5F (Afb.8, pag.5)
A) Laagste spanning
B) Hoogste spanning
C) Voedingsnet
E) Controle-apparatuur
Zonder klemmenbord en met 9 genummerde geleiders.
SCHEMA 5E (Afb.9, pag.5)
A) Laagste spanning
B) Hoogste spanning
C) Voedingsnet
E) Controle-apparatuur
Zonder klemmenstrook en met 6 kabeltjes: 1=rood, 2=zwart,
3=bruin, 4=wit, 5=blauw, 6=geel
SCHEMA 3B (Afb.20, pag.5)
C) Voedingsnet
Op verzoek van de klant kan de trilmotor worden voorzien van een 26W anti
condensatieverwarming; de anti condensatieverwarming kan worden aan-
geraden als de omgevingstemperatuur lager is dan -20°C en bij wisselende
belasting in een omgeving met hoge luchtvochtigheid.
Voor het aansluitschema van de verwarming: zie het diagram op pagina 7.
3.4 BEVESTIGING VAN DE VOEDINGSKABEL AAN DE
KLEMMENSTROOK VAN DE TRILMACHINE
Voor de uit te voeren handelingen, de hieronder aangegeven volgorde
naleven.
Steek de voedingskabel door de kabelgoot van geïsoleerde de klemmen-
strook (Afb.2-A, pag.5).
Maak voor de aansluitingen altijd gebruik van geïsoleerde kabel-
schoenen met oog (Afb.21-B, pag.5).
De vibratorserie MTF-E (grootte 0-0-20-30-40) en VB-E (grootte 73)
hebben geen klemmenbord; voor de aansluiting van de voedingskabel
moeten bijgevolg geïsoleerde connectors gebruikt worden, zoals geïllu-
streerd in Fig.23-A, pag.5.
Vermijd uitrafelingen die onderbrekingen of kortsluiting kunnen
veroorzaken (Afb.22-A, pag.5).
Denk er altijd aan de voorziene ringetjes aan te brengen vóór de
Y ster
∆ driehoek
Y ster
D) Thermistor
YY dubbele ster
Y ster
D) Thermistor
D) Thermistor
∆ driehoek
Y ster
YY dubbele ster
Y ster
YY dubbele ster
Y ster
D) Thermistor
∆ driehoek
Y ster
D) Thermistor
D) Thermistor.
NEDERLANDS
moeren (Afb.22-B, pag.5), om te voorkomen dat deze laatste losko-
men en een onzekere aansluiting op het net veroorzaken, met mo-
gelijke schade tot gevolg.
Leg de geleiders van de kabel niet over elkaar (Afb.23-24, pag.5).
Voer de aansluitingen uit volgens de bijgeleverde schema's en draai de
kabelgoot volledig vast (Afb.25-A, pag.5).
Het is raadzaam de kabel niet aan te sluiten op meer dan 0,5 meter van de
kabelschoen, om te voorkomend dat aan de kabel zelf getrokken wordt.
Breng de draadplug aan en zorg ervoor dat deze de geleiders goed aandrukt.
Monteer het deksel en wees voorzichtig de pakking niet te beschadigen
(Afb.25-B, pag.5).
Controleer altijd of de spanning en de frequentie van het net overeenko-
men met de waarden op het typeplaatje van de trilmachine, vooraleer de
voeding tot stand te brengen (Afb.26 A-B, pag.5).
Alle trilmachines moeten aangesloten worden op een gepaste externe
beveiliging tegen overbelasting, volgens de geldende normen.
Wanneer de trilmachines in paar geïnstalleerd worden, is het belangrijk dat
elk van hen beschikt over een eigen externe beveiliging tegen overbelasting en
dat deze beveiligingen onderling geblokkeerd zijn. Ingeval van een accidentale
stillegging van de trilmachine, waarbij de voeding naar de twee trilmachines
immers gelijktijdig onderbroken, wordt op die manier de uitrusting waarop ze
aangebracht zijn niet beschadigd (Afb.27, pag.5). De schema's A en B (pag.
6) zijn voorbeelden van vermogens- en stuurcircuits voor trilmachines uitge-
rust met een thermistor. Alle trilmachines vanaf gr.70, deze laatste inbegrepen,
zijn uitgerust met een thermistor van het type PTC 30°C (DIN 4408-44082).
Deze thermistor bevindt zich in het vak van de klemmenstrook en kan aange-
sloten worden op een gepaste controle-apparatuur voor de bescherming van
de trilmachine.
Let uiterst goed op bij het vastmaken van de kabel in de kabelklem,
om voor de mechanische beveiliging IP66 te kunnen garanderen moet
de ring van de kabelklem stevig aangedraaid worden zodat de kabel
er vast in geklemd wordt.
Belangrijk!: Voor de keuze van de elektrische apparatuur voor de
start/stop en de beveiliging tegen overbelasting, raadpleeg de techni-
sche gegevens, de elektrische kenmerken, de nominale stroom en de
aanloopstroom. Gebruik overigens altijd vertraagde magnetothermi-
sche schakelaars, om het loshaken tijdens de aanloop, die langer kan
duren bij een lage omgevingstemperatuur, te voorkomen.
OPMERKING VOOR DE GEBRUIKER VAN DE VIBRATOR:
M3/65-E
MTF-E gr.01-10-20-30
Het is absoluut verplicht, na de voedingskabel aangesloten te heb-
ben, de klemmendoos helemaal te vullen met SILICONENRUBBER
RTV 802 (bi-component: hars + katalysator) of gelijksoortig pro-
duct, anders vervalt de geldigheid van de "Exe" certificatie.
Bij niet inachtneming van hetgeen hierboven vermeld is, vervalt
niet alleen de garantie, maar wordt het bedrijf Italvibras SpA van
alle aansprakelijkheid ontheven.
3.5 VOEDING MET INVERTER
Alle trilmachines kunnen gevoed worden met een (inverter) van 20Hz tot
de frequentie aangegeven op het plaatje, met werking bij constant koppel
(of met lineair verloop van de kromme Volt-Hertz) aan de hand van de
inverter van het type PWM (Pulse Width Modulation).
DEEL 4 – Gebruik van de trilmachine
4.0 CONTROLES VÓÓR HET GEBRUIK VAN DE TRILMACHINE
OPGELET: De controles moeten uitgevoerd worden door gespecia-
liseerd personeel. Bij het demonteren en hermonteren van de be-
schermingen (deksel klemmenstrook en deksel massa's), wordt de
stroomtoevoer naar de trilmachine onderbroken.
Controle opgenomen stroom:
- Haal het deksel van de klemmenstrook.
47
VB-E gr.173