Bedorven frituurvet herkent u aan de volgende kenmerken:
•
Bruine kleur
•
Rookontwikkeling bij verhitting op 180 °C
•
Toenemende taaiheid van het vet bij verhitting
•
Onaangename geur/smaak van het vet en de levensmiddelen
9. Levensmiddelen voorbereiden
Droog vochtige levensmiddelen zorgvuldig af.
Snijd de levensmiddelen in kleine stukken om de bereidingstijd te verkorten en
niet te veel vet te laten opnemen in de levensmiddelen.
Bij het frituren van aardappelen let u erop dat u deze niet te klein snijdt om de
vorming van acrylamide zoveel mogelijk te beperken.
Bij het frituren van gepaneerde levensmiddelen moet u erop letten dat het pa-
neermiddel vast aan de levensmiddelen hecht, zodat het frituurvet niet te sterk
wordt vervuild.
Schud diepgevroren frituurproducten goed door elkaar zodat stukken ijs losra-
ken voordat zij in het frituurmandje terechtkomen. Het vet kan anders ongecon-
troleerd rondspatten.
Voeg pas na het frituren peper, zout en andere kruiden toe aan de frituurproduc-
ten, niet boven de friteuse. Hiermee spaart u het frituurvet en het apparaat.
10. Friteuse gebruiken
WAARSCHUWING!
Brandgevaar!
Oude en vervuilde olie of vet kan al bij de gebruikelijke
temperatuur voor frituren spontaan ontbranden.
Vervang de olie resp. het vet regelmatig.
Trek bij brand direct de stekker uit het stopcontact
en verstik de vlam met de deksel of met een deken.
Nooit met water blussen!
De voet van het apparaat is niet hittebestendig.
Als u de friteuse wilt gebruiken onder de afzuigkap
van uw fornuis, controleert u eerst of het fornuis uit
is.
62 van 116