geeft weer dat de configuratie opgeslagen is.
Plaats eventueel de hoorn ⑥ terug en herhaal dezelfde han-
delingen voor alle andere posten.
De programmeerfunctie verlaten ⑦.
Druk kort op de PROG-toets van de voeding: de PROG-lamp-
jes en de lampjes van de buitenposten gaan uit.
OPMERKING. Als er geen handelingen worden uitgevoerd,
dan eindigt de procedure automatisch na 30 minuten.
Het programmeren van installaties met
buitenpost met numeriek toetsenbord M
Toegang tot de "programmeer"-functie.
Druk op de PROG-toets van de voeding ① totdat het
PROG-lampje gaat branden. De lampjes van de buitenpos-
ten gaan branden zoals weergegeven op fig. ②.
OPMERKING. Wanneer het PROG-lampje onmiddellijk
dooft, dan geeft dit aan dat de aansluitingen tussen de
voeding en de buitenpost defect zijn. Controleer de aan-
sluitingen en open opnieuw de programmeerfunctie.
Wacht 5 seconden totdat de autotest voltooid is.
Herhaal de handeling ③ een tweede keer. Controleer of de
configuratie op de buitenposten is zoals afgebeeld in fig.
④.
Programmeren van de oproepcodes.
Hef de hoorn op (indien aanwezig) van de post die u wenst
te programmeren ⑤ en druk op de deuropenerknop
en AUX2 ⑥. Voer de oproepcode van de groep in (van 1
⑦, om de oproepcode
tot 99), gevolgd door de toets
aan de binnenpost te koppelen.
Plaats eventueel de hoorn ⑧ terug en herhaal dezelfde
handelingen voor alle andere posten.
De "programmeer"-functie verlaten ⑨.
Druk kort op de PROG-toets van de voeding: het
PROG-lampje van de voeding en de lampjes van de buiten-
posten gaan uit.
OPMERKING. Als er geen handelingen worden uitge-
voerd, dan eindigt de procedure automatisch na 30
minuten.
Toewijzing van codes en/of tags aan een knop (groep)
N
Toegang tot de "programmeer"-functie.
Plaats de jumper RFID PROG van de voeding op "+" a; het
PROG-lampje van de voeding en de lampjes
buitenpost knipperen traag b.
OPMERKING. Wanneer het PROG-lampje onmiddellijk
dooft, dan geeft dit aan dat de aansluitingen tussen de
voeding en de buitenpost defect zijn. Controleer de aan-
sluitingen en open opnieuw de programmeerfunctie.
Kaarten
Houd een kaart/tag tegen de lezer van om het even welke ge-
configureerde plaat, en druk na het bevestigingssignaal op de
toets (groep), waaraan de code gekoppeld moet worden b.
Als u het maximumaantal (5) dat voorzien is voor elke groep
overschrijdt, weerklinkt er een geluidssignaal.
Codes
Druk op
, voer de toegangscode in (4-8 cijfers) gevolgd
door de toets
op het toetsenbord van om het even welke
plaat die reeds geconfigureerd is . Voer na de biep de op-
roepcode van de groep in, gevolgd door de toets
druk op de toets van de groep).
Als u het maximumaantal (5) dat voorzien is voor elke groep
overschrijdt, weerklinkt er een geluidssignaal.
De programmeerfunctie verlaten ⑤.
Zet vervolgens de jumper RFID PROG in rustpositie.
OPMERKING. de procedure wordt NIET automatisch beëin-
digd!
Codes en/of tags wissen O
Toegang tot de "programmeer"-functie.
Plaats de jumper RFID PROG van de voeding op "–" a; het
PROG-lampje van de voeding en de lampjes
buitenpost knipperen traag b.
OPMERKING. Wanneer het PROG-lampje onmiddellijk
dooft, dan geeft dit aan dat de aansluitingen tussen de
voeding en de buitenpost defect zijn. Controleer de aan-
sluitingen en open opnieuw de programmeerfunctie.
Kaarten wissen die toegewezen zijn aan een oproep-
groep via een badge
Houd een kaart/tag tegen de lezer van om het even welke
geconfigureerde plaat. Herhaal de handeling na de bevesti-
gingsbiep een tweede keer b. Op deze manier worden alle
kaarten met betrekking tot de oproepgroep gewist.
Codes wissen die toegewezen zijn aan een oproep-
groep via een toegangscode
Druk op
, voer de toegangscode in (4-8 cijfers) gevolgd
door de toets
op het toetsenbord van om het even welke
plaat die reeds geconfigureerd is . Voer de toegangscode
(4-8 cijfers) opnieuw in na de bevestigingsbiep, gevolgd door
de toets
. Op deze manier worden alle codes met be-
trekking tot de groep gewist.
Kaarten en codes wissen die toegewezen zijn aan een
oproepgroep via knoppen
Druk gedurende ten minste 10 seconden de oproeptoets ⑤
in met betrekking tot de GROEP waarvan u de codes wilt wis-
sen. Druk na het geluidssignaal de toets een tweede keer in
. Op deze manier worden alle kaarten en codes met be-
trekking tot een oproepgroep gewist.
Codes wissen die toegewezen zijn aan een oproep-
groep via het toetsenbord
Druk de oproepcode in, gevolgd door de toets
trekking heeft op de GROEP waarvan u de codes wilt wissen.
Druk na het geluidssignaal een tweede keer de oproepcode
in, gevolgd door de toets
die aan de GROEP zijn toegewezen.
De programmeerfunctie verlaten ⑨.
Zet vervolgens de jumper RFID PROG in rustpositie.
OPMERKING. de procedure wordt NIET automatisch be-
eindigd!
Het gezichtsveld van de camera van de buitenpost
instellen S
en
op de
Wanneer het systeem zich in de modaliteit "programmering"
bevindt, kunt u (indien nodig) het "gezichtsveld" van de ca-
mera regelen via om het even welke binnenpost.
Hef de hoorn op (indien aanwezig) en druk op de toets "Au-
tomatisch invoegen
configuraties doorbladeren ② met behulp van de toetsen
AUX1 of AUX2 ③. Om het "gezichtsveld" van de volgende
camera's (indien aanwezig) in te stellen, druk opnieuw op de
toets "Automatisch invoegen
De instelling wordt automatisch bewaard wanneer u de mo-
daliteit "programmering" verlaat.
Wanneer u wijzigingen moet aanbrengen aan een
installatie die reeds geprogrammeerd is (een buitenpost
toevoegen, vervangen of verwijderen), dient u de toe-
gang tot de modaliteit "programmering" te herhalen om
(of
de aangebrachte wijzigingen op te slaan in het systeem.
Gebruik buitenposten gevoed door VAS/100.30
Aansluitingsvoorbeelden P Q
Op de module DMVC/01 of DMC/01 kunnen maximaal 11
VZS/308C worden aangesloten (5÷92 oproepen) Q①.
en
op de
die be-
. Zo worden ALLE codes gewist
" ①. Zo kunt u de 10 mogelijke
" .
Bekabelingsschema connector PUSH BUTTON ②
Referentie
Kleur
Zwart
C
Bruin
1
Rood
2
Oranje
3
Geel
4
Eerste programmering of herprogrammering R
Toegang tot de "programmeer"-functie.
Houd de toets PROG ① gedurende ten minste 3 seconden in-
gedrukt en laat hem binnen 6 seconden los; het lampje PROG
gaat branden. De lampjes van de buitenposten gaan branden
zoals weergegeven op fig. ②.
OPMERKING. Als het PROG-lampje onmiddellijk wordt uitge-
schakeld, dan geeft dit aan dat er een defect is. Controleer de
aansluitingen en open opnieuw de programmeerfunctie.
Programmeren van de oproeptoetsen.
Hef de hoorn op (indien aanwezig) van de post die u wenst
te programmeren ③ en druk op de deuropenerknop
en AUX2 ④. Druk op de oproeptoets van de buitenpost die
u aan de binnenpost wilt koppelen ⑤. Een geluidssignaal
geeft weer dat de configuratie opgeslagen is. Plaats eventu-
eel de hoorn ⑥ terug en herhaal dezelfde handelingen voor
alle andere posten.
De programmeerfunctie verlaten ⑦.
Druk kort op de PROG-toets: de PROG-lampjes en de lampjes
van de buitenposten gaan uit.
OPMERKING. Als er geen handelingen worden uitgevoerd,
dan eindigt de procedure automatisch na 30 minuten.
Het gezichtsveld van de camera van de buitenpost
instellen S
Wanneer het systeem zich in de modaliteit "programmering"
bevindt, kunt u (indien nodig) het "gezichtsveld" van de ca-
mera regelen via om het even welke binnenpost.
Hef de hoorn op (indien aanwezig) en druk op de toets "Au-
" ①. Zo kunt u de 10 mogelijke
tomatisch invoegen
configuraties doorbladeren ② met behulp van de toetsen
AUX1 of AUX2 ③. Om het "gezichtsveld" van de volgende
camera's (indien aanwezig) in te stellen, druk opnieuw op de
toets "Automatisch invoegen
" .
De instelling wordt automatisch bewaard wanneer u de mo-
daliteit "programmering" verlaat.
Wanneer u wijzigingen moet aanbrengen aan een
installatie die reeds geprogrammeerd is (een buitenpost
toevoegen, vervangen of verwijderen), dient u de toe-
gang tot de modaliteit "programmering" te herhalen om
de aangebrachte wijzigingen op te slaan in het systeem.
AFDANKING
Zorg ervoor dat het materiaal van de verpakking niet in
het milieu terechtkomt, maar afgedankt wordt volgens de
wetgeving die van kracht is in het land waar het product
gebruikt wordt.
Vermijd dat het toestel aan het einde van haar levensduur in
het milieu terechtkomt.
Het toestel moet afgedankt worden in overstemming met
de geldende wetgeving. Geef voorkeur aan het recyclen van
de onderdelen.
Op de onderdelen die gerecycled kunnen worden is het sym-
bool en de afkorting van het materiaal aangebracht.
Betekenis
Gemeenschap-
pelijk
Oproep 1
Oproep 2
Oproep 3
Oproep 4
19