Hoofdstuk 3
Methode 3
Gebruik deze methode als uw clientapparaat om de PIN-code
van de router vraagt.
1.
Geef de PIN-code op die in dit scherm wordt weergegeven.
(Deze code staat ook op het label op de onderkant van
uw router.)
2.
Nadat het clientapparaat is geconfigureerd, klikt u op
OK. Ga vervolgens terug naar het clientapparaat of de
documentatie voor verdere instructies.
Onderaan het scherm worden de Wi-Fi Protected Setup Status
(Status van Wi-Fi Protected Setup), Network Name (SSID)
(Netwerknaam (SSID)), Security (Beveiliging), Encryption
(Versleuteling) en Passphrase (Wachtzin) weergegeven.
OPMERKING:
als u clientapparaten hebt die Wi-
Fi Protected Setup niet ondersteunen, noteert
u de instellingen van het draadloze netwerk en
configureert u de clientapparaten handmatig.
Wireless (WLAN) > Wireless Security
(WLAN-beveiliging)
In het scherm Wireless Security (WLAN-beveiliging) kunt u de
configuratie voor de beveiliging van uw draadloze netwerk
instellen. De router ondersteunt zes modi voor beveiliging van
draadloze netwerken: WPA Personal, WPA Enterprise, WPA2
Personal, WPA2 Enterprise, RADIUS en WEP. (WPA staat voor
Wi-Fi Protected Access, een beveiligingsstandaard die sterker
is dan WEP-versleuteling. WEP staat voor Wired Equivalent
Privacy en RADIUS voor Remote Authentication Dial-In User
Service.) Hieronder vindt u een beknopte beschrijving van de
zes modi. Gedetailleerde instructies voor het configureren
van WLAN-beveiliging voor de router vindt u in Hoofdstuk
2: Controlelijst voor WLAN-beveiliging op pagina 3.
Wireless Security (WLAN-beveiliging)
Security Mode (Beveiligingsmodus)
Selecteer de juiste beveiligingsmethode voor uw draadloze
netwerk. Als u geen WLAN-beveiliging wilt gebruiken, houdt
u de standaardinstelling Disabled (Uitgeschakeld) aan.
Wireless-N breedbandrouter met Storage Link
Geavanceerde configuratie
WPA Personal
OPMERKING:
als u WPA gebruikt, moet elk apparaat
in uw draadloze netwerk dezelfde WPA-methode
en gedeelde sleutel gebruiken, anders functioneert
het netwerk niet naar behoren.
Security Mode (Beveiligingsmodus) > WPA Personal
Encryption
(Versleuteling)
versleutelingsmethoden: TKIP en AES, met dynamische
versleutelingssleutels. Selecteer het algoritme: TKIP of AES.
De standaardwaarde is TKIP.
Passphrase
(Wachtzin) Voer een wachtzin in van 8 tot 63
tekens.
Key Renewal
(Sleutel vernieuwen) Geef een interval voor de
vernieuwing van de sleutel op. Hiermee bepaalt u hoe vaak
de router de sleutels moet wijzigen. De standaard is 3600
seconden.
WPA2 Personal
Security Mode (Beveiligingsmodus) > WPA2 Personal
Encryption
(Versleuteling)
versleutelingsmethoden: TKIP en AES, met dynamische
versleutelingssleutels. Selecteer het type algoritme: AES of
TKIP or AES (TKIP of AES). De standaardinstelling is TKIP or
AES (TKIP of AES).
Passphrase
(Wachtzin) Voer een wachtzin in van 8 tot 63
tekens.
Key Renewal
(Sleutel vernieuwen) Geef een interval voor
de vernieuwing van de sleutel op. Hiermee bepaalt u hoe
vaak de router de sleutels moet wijzigen. De standaard is
3600 seconden.
WPA
ondersteunt
twee
WPA2
ondersteunt
twee
12