Installatie ongedaan maken
1. Verwijder de 16 betonblokken die niet verticaal
vergrendeld zijn.
2. Verwijder de 4 buitenste blokken na ontgrendeling
van het ingeklapte uiteinde van de draagbalk door
ze af te schuiven.
3. Verwijder de 4 binnenste blokken nadat ze zijn
ontgrendeld van de ingeklapte poot van de centrale
NL
structuur door ze af te schuiven.
4. Verwijder de 4 draagbalken door ze op te tillen aan
hun gebogen uiteinde en ze uit de centrale structuur
te schuiven.
→ De demontage is klaar.
BELANGRIJK: Na installatie moet de installateur
ervoor zorgen dat het afdichtingsoppervlak geen
specifieke beschadiging vertoont, bijvoorbeeld na een
val.
10. Bijbehorende apparatuur
Een valbeschermingssysteem volgens de norm EN
363 bestaat uit de volgende componenten:
• Een verankering (EN 795).
• Een uiteindeconnector (EN 362).
• Een valbeveiligingssysteem (EN 355 – EN 360).
• Een connector (EN 362).
• Een harnasgordel (EN 361)
Geautoriseerde apparaten:
• Blocfor™-valbeveiliging: B5 ESD - B6 ESD - B10 ESD
- B20 ESD in overeenstemming met EN360
• Absorberende valbeveiliging: LDA - LDAD - LSA -
LSAD - LSEA in overeenstemming met EN355
Elke andere combinatie is verboden.
11. Verboden gebruik
Het is strikt verboden:
1. deze apparatuur te installeren of te gebruiken
zonder hiervoor toestemming te hebben, zonder
opgeleid te zijn en bevoegd erkend te zijn, of zonder
onder de toezicht van een competente, opgeleide
en bevoegd erkend persoon te werken.
2. deze apparatuur te gebruiken als de markering niet
leesbaar is.
3. deze apparatuur te installeren of te gebruiken
zonder eerst de voorafgaande controles te hebben
uitgevoerd.
4. deze apparatuur te gebruiken wanneer deze in de
afgelopen 12 maanden geen periodieke inspectie
46
heeft ondergaan door een technicus die het gebruik
ervan schriftelijk heeft goedgekeurd.
5. deze
apparatuur
gebruiksprincipes zoals bepaald in paragraaf
Levensduur",
6. deze apparatuur te gebruiken als valbeveiliging
voor meer dan 1 persoon.
7. deze apparatuur te gebruiken indien het gewicht
van de persoon, inclusief zijn apparatuur en
gereedschap, meer dan 100 kg bedraagt.
8. deze apparatuur te gebruiken in een bijzonder
corrosieve of explosieve atmosfeer.
9. deze
apparatuur
te
temperatuurzone
zoals
handleiding.
10. deze apparatuur te gebruiken als men niet in goede
fysieke staat verkeert.
11. deze apparatuur te gebruiken als men zwanger is.
12. •
deze
apparatuur
veiligheidsfuncties van een van de artikelen
aangetast is door de veiligheidsfunctie van een
ander voorwerp of hierop inwerkt.
13. • deze apparatuur te gebruiken om een last te
beveiligen.
14. • om reparatie- of onderhoudswerkzaamheden te
verrichten aan deze apparatuur zonder dat hij of zij
hiervoor is opgeleid en schriftelijk bevoegd is door
Tractel
.
®
15. • deze apparatuur te gebruiken wanneer deze
niet volledig is, wanneer deze van tevoren
gedemonteerd is of wanneer er onderdelen
vervangen zijn door een persoon die niet bevoegd
verklaard is door Tractel
16. een ander gewichtsblok dan het 25 kg betonblok te
gebruiken dat specifiek ontworpen is voor gebruik
op het mobifor™-ankerpunt,
17. om een mobifor™-ankerpunt op een dakterras te
installeren waarvan de voorbereidende studie (zie
paragraaf 6) niet werd uitgevoerd of waarvan de
conclusies negatief zouden zijn voor de installatie
van het ankerpunt.
18. om het mobifor™-ankerpunt op welke manier dan
ook te installeren dan de manier die beschreven
staat in deze handleiding,
19. om het mobifor™ ankerpunt te gebruiken als een
of meer blokken van 25 kg niet op de draagbalken
zitten en goed gepositioneerd zijn,
20. om het mobifor™-ankerpunt op enige andere
manier te installeren dan die manier die beschreven
staat in deze handleiding,
21. om het mobifor™-ankerpunt op dakterrassen te
installeren met hellingen van meer dan 5°,
te
gebruiken
tegen
gebruiken
buiten
beschreven
in
deze
te
gebruiken
als
.
®
de
"
de
de