4
Inbedrijfstelling
4.1
Controle voor de inbedrijfstelling
Voor de inbedrijfstelling dienen de volgende punten te worden gecontroleerd:
De stroomvoorziening moet uitgeschakeld zijn.
•
•
De stroomvoorziening moet overeenkomen met de specificaties op het typeplaatje.
Opmerking
De aansluitingen voor de stroomvoorziening bevinden zich onder de halfcirkelvormige
afdekking (1) in de aansluitruimte.
Afb. 26
1 Halfcirkelvormige afdekking
•
De aansluitingstoewijzing moet volgens het aansluitschema tot stand worden gebracht.
Het toestel moet correct geaard zijn.
•
•
De temperatuurgrenswaarden moeten worden ingehouden.
Het EEPROM-geheugen (1) moet op de display-printplaat in de converter zijn geschoven.
•
Op dit EEPROM bevindt zich een plaatje waarop het ordernummer en een eindgetal
aangegeven is. Dit eindgetal bevindt zich op het typeplaatje van de bijbehorende converter.
Beide getallen moeten gelijk zijn!
Afb. 27
1 EEPROM
D184B133U02
1
FXE4000 (COPA-XE/MAG-XE)
Inbedrijfstelling
G00147
NL - 23