met de gegevens van de beschikbare
voeding.
• Verricht de elektrische aansluiting
conform de toepasselijke plaatselijke
wetgeving.
• Koppel de elektrische voeding af, al
vorens werkzaamheden aan de pomp
te verrichten. Ga na of de elektrische
voeding niet ongewenst kan worden
hersteld.
• Bescherm de elektrische geleiders te
gen hoge temperaturen, trillingen en
stoten die chemische of mechanische
schade kunnen veroorzaken.
• De voedingslijn moet zijn voorzien van
een beveiliging tegen kortsluiting, een
aardlekschakelaar RCD (lekstroombe
veiliging) met een hoge gevoeligheid
(30mA) en een veilig rendement met
trage zekering of een magnetothermi
sche schakelaar.
• De voedingslijn moet zijn voorzien van
een externe hoofdschakelaar met een
opening tussen de contacten die aan
de toepasselijke norm voldoen.
monofasige motoren
Monofasige motoren worden door een
thermische beveiliging in de omwikke
ling tegen thermische overbelasting en
overstroom beschermd. De bescherming
van de motor wordt automatisch gereset
zodra de tijd is verstreken die nodig is om
de elektromotor te laten afkoelen. Zie de
"beknopte gids in het geval van storin
gen".
Driefasige motoren
In het geval van driefasige motoren moet
de gebruiker de beveiliging installeren.
De elektrische beveiliging moet voldoen
de groot zijn om bescherming tegen
overbelasting en kortsluiting te kunnen
bieden.
Elektrische aansluiting
Laat de elektrische aansluitingen ver
richten volgens het schema dat is aange
bracht aan de binnenkant van het deksel
van de aansluitkast (zie Afbeelding 4)
WERkINg
Aanzuiging van de pomp
De pomp mag pas gestart wor
den nadat deze met vloeistof is
gevuld.
Verricht de handelingen voor het
vullen van de elektropomp als
deze lange tijd niet zal worden
gebruikt.
Installatie van de pomp onder het
vloeistofpeil (aanzuiging onder vloei-
stofhoogte). Afbeelding 1
1. Sluit de afsluiter na de pomp (toevoer
zijde).
2. Open de afsluiter voor de pomp (aan
zuigzijde).
3. Draai de vuldop los zodat de lucht naar
buiten kan stromen en het pomphuis
en de aanzuigleiding volledig met de
vloeistof kunnen worden gevuld, tot de
vloeistof uit de vulopening naar buiten
stroomt.
4. Draai de vuldop stevig vast.
5. Start de pomp en open de afsluiter na
de pomp (toevoerzijde) voorzichtig om
de resterende lucht uit het pomphuis
af te laten en te voorkomen dat tijdens
het starten druk wordt opgebouwd.
De pomp mag niet werken als de
afsluiter op de toevoer is geslo
ten. Open de afvoerklep onmid
dellijk nadat de pomp is gestart om te
voorkomen dat de pomp wegens de over
NEDERLANDS
51