"beknopte gids in het geval van storin
gen".
Werking met frequentieomzet
ter
Tijdens de inschakeling moet de pomp op
de maximale snelheid werken als deze op
een frequentieomzetter is aangesloten.
Stop de motor en herhaal de handelingen
van 1 tot 11 als de pomp niet binnen 5 mi
nuten aanzuigt.
Controle draairichting (driefasige mo-
tor).
1. Zoek op de pomp of op het ventila
torhuis de pijl op die de draairichting
aangeeft.
2. Start de motor.
3. Controleer de draairichting door vanuit
de ventilatorzijde van de motor naar de
elektropomp te kijken.
4. Leg de motor stil.
5. Koppel de elektrische voeding los als
de draairichting verkeerd is.
Ga na of de elektrische voe
ding niet ongewenst kan wor
den hersteld
6. Draai de positie van twee fasedraden
van de voedingskabel in de aansluit
kast van de driefasige elektropomp of
in de schakelkast om.
7. Verifieer opnieuw de draairichting.
Inbedrijfstelling van de pomp
Gebruik de elektropomp binnen
het bereik dat is vermeld op het
typeplaatje.
Laat de pomp om geen enkele
reden werken met gesloten af
sluiter (aan de aanzuigzijde).
Door een droge werking kan de pomp
oververhit en beschadigd raken.
Laat de elektropomp niet draai
en als de afsluiter volledig is ge
sloten (aan de toevoerzijde). In
dit geval wordt het water in het systeem
erg warm en bestaat het gevaar voor
schade aan het apparaat en brandwon
den in het geval dat de vloeistof naar bui
ten stroomt. Schakel in dit geval de pomp
uit en laat het systeem afkoelen.
Gebruik de pomp niet in het ge
val van cavitatie om schade aan
de hydraulische componenten te
voorkomen.
De druk na de pomp (toevoerzij
de) mag de maximale bedrijfs
druk PN gegeven op het plaatje
van de pomp niet overschrijden, zie "Be
drijfslimieten" Afbeelding 5. De druk na
de pomp wordt gegeven door de som van
de druk die wordt afgegeven door de
pomp en de druk aan de aanzuigzijde
(zwaartekracht in het geval van installa
ties onder de vloeistofhoogte, waterlei
ding of waternet waar mogelijk of vereist).
1. Verifieer of de afsluiters na de pomp
(toevoerzijde) en voor de pomp zijn ge
opend.
2. Start de pomp.
3. Schakel de pomp uit als deze niet cor
rect start en niet binnen korte tijd de
bedrijfsvoorwaarden bereikt.
4. Herhaal de fase "Aanzuiging van de
pomp".
ONDERHOUD
Koppel de elektrische voeding af,
alvorens werkzaamheden aan de
pomp te verrichten. Ga na of de
elektrische voeding niet ongewenst kan
worden hersteld
NEDERLANDS
53