Montage trekhaak
Haal de trekhaak uit de gereedschapbox in de bagageruimte.
- 1 -
- Haal het kapje van de opening in de achterbumper af (H)
-pijltje- (met behulp van het haakje voor demontage van
wieldeksels – het haakje maakt deel uit van de standaard-
uitrusting van de wagen en zit in de gereedschapbox).
- Leg het kapje op een geschikte plaats in de bagageruim-
te van de wagen (pas op dat de kliklipjes niet beschadigd
worden). Let op dat de lak van de achterbumper en het
kapje niet wordt beschadigd!
- 2 -
- Haal het kapje (F) van de opening van de bevestigingskoker
af, op de drager van de koppelinrichting, door het omlaag
en naar u toe te trekken -pijltje- en leg het weg op een ge-
schikte plaats. Pas op, als u het kapje op een verkeerde
NL
wijze afhaalt, kunt u uw hand aan de rand van de ope-
ning bezeren.
- 3 -
- Controleer of de trekhaak in de parate positie is.
- Dwz. vergrendelpin van het bedieningshendeltje is in-
gedrukt (slechts de rode bovenkant ervan is zichtbaar) en
het sleuteltje is in de positie open (rode merk is zichtbaar)
-detail pijltje-.
- 4 -
- Duw de trekhaak (C) in de bevestigingskoker van de drager
van de koppelinrichting, tot de bovenste positie van de be-
vestiging.
- Deze bevestiging wordt met geluid duidelijk (inklikken van
de spankogeltjes in de koker), het hendeltje draait om-
hoog en de vergrendelpin schuift uit (het groene gedeelte
is zichtbaar) -detail pijltje-.
- Haal het kapje (D) van de kogel af -pijltje-.
- 5 -
- Door het sleuteltje (E) met 180° naar rechts te draaien het
slotje van het bedieningshendeltje sluiten (het groene
merk is zichtbaar) en het sleuteltje uithalen.
Controleer of de trekhaak juist gemonteerd is. Test de be-
vestiging met de hand (door hard te rukken).