Plaats De Loper (Alleen Speed Attach) Op Een Willekeurige Plek Op De Rail; De Valbeveiligingsinrichting Gebruiken - SKYLOTEC SPEED Instrucciones De Uso

Schuif de lopers in het uiteinde van de rail of bij een uitnamepunt in het railprofiel. Draai vervolgens de borgbouten van de
eindstop los om de lopers in de ladder te plaatsen.
Door de eindstop en de op de lopers aangebrachte borgpen wordt voorkomen dat de lopers verkeerd om geplaatst worden. De
pijl aan bovenkant van de loper toont de juist richting en moet altijd naar boven wijzen.
Voer een functionele controle uit (afb. 3.3)

3.2 Plaats de loper (alleen SPEED ATTACH) op een willekeurige plek op de rail

3.2.1 Ontlast de loper
3.2.2 Druk de ontgrendelingsknop kort in
3.2.3 Schuif de schuif naar boven en laat de ontgrendelingsknop los
(de assen draaien 90° en de ontgrendelingsknop klikt vast, let op de markering)
3.2.4 Plaats de loper uitsluitend in de groef van de C-rail
3.2.5 Druk de ontgrendelingsknop opnieuw kort in
3.2.6 Schuif de schuif naar beneden en laat de ontgrendelingsknop los
(de assen draaien 90° en de ontgrendelingsknop klikt vast, let op de markering)
Voer een functionele controle uit (afb. 3.3)
Om de loper te verwijderen, voert u bovenstaande stappen in omgekeerde volgorde uit.
Een onjuiste bevestiging (verkeerde richting) van de loper is constructief uitgesloten en de loper kan ook niet vergrendeld
worden. De pijl aan bovenkant van de loper toont de juist richting en moet altijd naar boven wijzen.
3.3 Functionele controle bij loper in rail:
A) Bij een horizontaal getrokken karabijnhaak en bij langzame op- en neergaande bewegingen moet de loper soepel in de rail lopen.
B) Bij een schokachtige beweging naar beneden of als wordt losgelaten, moet de loper blokkeren!
C) (alleen SPEED ATTACH) Trek de loper aan de karabijnhaak met de hand naar beneden totdat deze in de rail klikt. Dit dient
ter controle van de functie en tegelijkertijd ter controle van het openingsmechanisme. Bovendien waarborgt deze procedure
een veilige vergrendeling van de assen. Bij volledig vergrendelde assen is aan de bovenzijde van de loper in het venster
van de indicator een volledig groene stip te herkennen.

4. DE VALBEVEILIGINGSINRICHTING GEBRUIKEN

°C
4.1 Neem de gebruikstemperaturen in acht (-30 °C tot +45 °C)
-35°C bis 45°C
4.2 Onder extreme omstandigheden (dit kunnen klimatologische omstandigheden, invloeden van chemicaliën of mechanische
invloeden, bijv. scherpe randen, olie, ijs etc. zijn) wordt daarom het gebruik van het valbeveiligingssysteem afgeraden.
4.3 Controleer de rail en ladderbevestigingen voor/tijdens het klimmen visueel op volledigheid en schade.
4.4 Railverbindingen moeten onderling stevig verbonden zijn en de afstand tussen de verbindingen mag max. 3,0 mm bedragen.
Leun tijdens het klimmen iets naar achteren in het veiligheidsharnas (afb. 4.1) en houd de lopers op deze manier ontgrendeld.
NL
43