- Gebruik altijd het meegeleverde spouwmes
en de beschermkap. Let op hun correcte in-
stelling zoals in de bedieningshandleiding is
beschreven. Een niet correct ingesteld spouw-
mes en het verwijderen van veiligheidsrelevante
onderdelen, zoals de beschermkap, kunnen tot
ernstig letsel leiden.
- Lange werkstukken moeten door een geschikte
inrichting zo worden ondersteund dat deze er
horizontaal op liggen.
- Vóór de vervanging van het gereedschap en vóór
het verhelpen van storingen, zoals het verwijde-
ren van ingeklemde splinters, moet de stekker
uit de contactdoos worden gehaald.
- Verwijder geen zaagresten of andere werkstuk-
delen uit het zaaggebied zolang de machine
draait en de zaageenheid zich nog niet in de
ruststand bevindt.
- Als het zaagblad is geblokkeerd, schakelt u de
machine direct uit en haalt u de stekker uit het
stopcontact. Verwijder pas daarna het ingeklem-
de werkstuk.
- Groeven is alleen met een geschikte beveili-
gingsinrichting, bijv. een tunnelbeveiligingsin-
richting boven de zaagtafel, toegestaan.
- Direct na werkzaamheden waarvoor het verwij-
deren van de beschermkap nodig was, beslist
weer de veiligheidsinrichtingen installeren, zie
hoofdstuk 6.2b
- Cirkelzagen mogen niet voor het maken van
uitsparingen (groeven in het werkstuk) worden
gebruikt.
- Tijdens het transport van de machine moet de
bovenste beschermkap het bovenste gedeelte
van het zaagblad afdekken.
- De bovenste beschermkap mag niet als hand-
greep voor het transport worden gebruikt!
- Berg de duwstok in de daarvoor bedoelde ac-
cessoirehouder van de machine op als u deze
niet gebruikt.
- Gebruik alleen originele accessoires en hulp-
middelen van Festool.
- Het is verboden eigen hulpmiddelen zoals een
duwstok, geleiders enz. te gebruiken.
- Controleer vóór de werkzaamheden of de be-
schermkap en de splinterbescherming vrij
kunnen bewegen en op de tafel liggen.
- Om oververhitting van het zaagblad of smelten
van de kunststof te vermijden, stelt u voor het
zaagmateriaal het juiste toerental in en oefent
u bij het zagen geen overmatige druk uit.
- Schakel de zaag voor het metaalzagen met de
aardlekschakelaar in.
82
- Controleer regelmatig de stekker en de kabel
en laat deze bij beschadiging door een geauto-
riseerde onderhoudswerkplaats vernieuwen.
5.4
Emissiewaarden
De volgens EN 62841 (zie EG-conformiteits-
verklaring) bepaalde geluidswaarden bedragen
gewoonlijk:
Geluidsdrukniveau
Geluidsvermogensniveau
Meetonzekerheidstoeslag
VOORZICHTIG
Het bij de werkzaamheden ontstane lawaai
beschadigt het gehoor.
fDraag een gehoorbescherming!
- De aangegeven waarden van de geluidsemissies
zijn volgens de standaardtestmethode gemeten
en kunnen voor de vergelijking tussen gereed-
schappen worden geraadpleegd.
- De aangegeven geluidsemissies mogen ook voor
een voorlopige beoordeling van de geluidshinder
worden gebruikt.
VOORZICHTIG
De geluidsemissies kunnen - afhankelijk van
de manier waarop het elektrische gereedschap
wordt gebruikt, welk soort werkstuk wordt
bewerkt - tijdens het werkelijke gebruik van
het gereedschap van de specificaties afwijken.
fVeiligheidsmaatregelen ter bescherming van
de bediener vastleggen die baseren op een
beoordeling van de belasting tijdens de feite-
lijke gebruiksomstandigheden. (Hierbij moet
rekening gehouden worden met de bedrijfs-
cyclus, bijvoorbeeld tijden waarop het elek-
trische gereedschap uitgeschakeld is en der-
gelijke waarbij het weliswaar ingeschakeld
is, maar zonder belasting loopt.)
5.5
Restrisico's
Ook wanneer u zich aan alle relevante bouw-
voorschriften houdt, kunnen zich bij gebruik van
de machine nog gevaarlijke situaties voordoen,
bijv. als gevolg van:
- het wegvliegen van werkstukdelen,
- het wegvliegen van werkstukdelen bij bescha-
digd gereedschap,
- geluidsemissie,
- houtstofemissie.
L
= 84 dB(A)
PA
L
= 98 dB(A)
WA
K = 3 dB