8.12
Afzuiging
WAARSCHUWING
Ingeademd stof kan de luchtwegen aantas-
ten!
fSluit de machine altijd op een afzuiging aan.
fDraag bij stofproducerende werkzaamheden
een zuurstofmasker.
De PRECISIO heeft twee afzuigaansluitingen: de
bovenste afzuigaansluiting met bajonetsluiting
[4-7] met Ø 27 mm en de onderste afzuigaans-
luiting [4-3]met Ø 35 mm. Voor de geleiding van
de bovenste zuigslang maakt u de slanghouder
[4-6] aan de aansluitklem van de zaagtafel vast.
De afzuigset CS 70 AB [4-4] (bij de CS 70 EBG bij
de levering inbegrepen) brengt beide afzuigaan-
sluitingen bij elkaar zodat een mobiele stofzui-
ger van Festool met aansluitsteunen Ø 50 mm
kan worden aangesloten.
8.13
Schaal instellen
Schaal met bevestigingsschroeven zo nodig ins-
tellen op afwijkende zaagbladbreedte.
8.14
Instelling van de beschermkap
Voor het instellen van de aanslagen kan de be-
schermkap in de bovenste positie worden vast-
geklikt.
fVergrendel de zijdelingse splinterbescher-
ming [8-3] met de vergrendellip [8-2] in de
bovenste positie.
fTil de beschermkap in de bovenste positie
[8-4] en draai de schroef [8-1] vast.
fNa de instelling van de aanslagen draait u de
schroef [8-1] weer los en maakt u de zijde-
lingse splinterbescherming [8-3] los. Opm.:
De beschermkap en de splinterbescherming
moeten vrij op de bodemplaat liggen (afbeel-
ding 9).
fAls u de beschermkap niet gebruikt, moet
deze aan de accessoirehouder [11-4] worden
vastgemaakt.
9
Werken met de machine
WAARSCHUWING
Gevaar voor letsel
fNeem bij de werkzaamheden met de machi-
ne alle veiligheidsinstructies in acht!
fVerzeker u er voor aanvang van de werkzaam-
heden van dat alle draaiknoppen van de aan-
slag en de machine zijn aangedraaid.
fWerk niet met te grote en te zware werkstukk-
en die het gereedschap kunnen beschadigen.
fWerk om veiligheidsredenen NOOIT zonder
gemonteerde bovenste beschermkap [1-8]
(behalve bij verdekte zaagsneden).
fVoer maatinstellingen bij stilstand van de
machine uit.
Stel de bovenste beschermkap zo in dat deze op
het werkstuk ligt.
9.1
Gebruik als tafelcirkelzaag
Bij tafelcirkelzagen is de zaag vast en wordt het
werkstuk bewogen.
fTrek de zaag naar voren.
fLaat de zaag langzaam naar achteren glijden.
fNa enkele millimeters kunt u de vergrendel-
hendel [1-9] naar beneden drukken.
Bij nog meer naar achteren duwen wordt de ver-
grendelhendel in de trekstang vergrendeld en
wordt de zaag in het midden van de tafel beves-
tigd (tafelcirkelzaagpositie).
9.1a
Langssneden
fHet zaagblad op het midden van de tafel plaat-
sen, zie hoofdstuk 9.1.
fGebruik de hoekaanslag als langsgeleider
(afbeelding 1) om het werkstuk te geleiden.
fMet behulp van de schalen kunt u de zaag-
breedte instellen
fLeid het werkstuk met de hand, de armen mo-
gen zich daarbij niet in de as van het zaagblad
bevinden.
fGebruik de duwstok [11-2] om het werkstuk
voorbij het zaagblad te leiden.
fAls u de duwstok niet gebruikt, moet deze in
de accessoirehouder [11-4] worden gelegd.
9.1b
Hoekzaagsneden
Bij hoekzaagsneden moet de verstekhoek van het
zaagblad worden ingesteld, zie hoofdstuk 8.7.
-
P R E C I S I O
NL
87