• In verband met ononderbroken research en ontwikke-
ling, behouden wij ons het recht voor de bovenstaande
technische gegevens zonder voorafgaande kennisge-
ving te wijzigen.
• De technische gegevens kunnen van land tot land ver-
schillen.
• Gewicht volgens de EPTA-procedure 01/2003
Doeleinden van gebruik
Dit gereedschap is bedoeld voor nauwkeurig recht zagen
en verstekzagen in hout. Bij gebruik van de geschikte
zaagbladen kan ook aluminium worden gezaagd.
Stroomvoorziening
Het gereedschap mag alleen worden aangesloten op
een stroombron van hetzelfde voltage als aangegeven op
de naamplaat, en kan alleen op enkel-fase wisselstroom
worden gebruikt. Het gereedschap is dubbel-geïsoleerd
en kan derhalve ook op een niet-geaard stopcontact wor-
den aangesloten.
Voor de model LS1040F
Voor openbare laagspanningsverdeelsystemen van
tussen 220 V en 250 V.
Schakelbedieningen van elektrische toestellen veroorza-
ken spanningsschommelingen. De bediening van dit
gereedschap onder ongunstige lichtnetomstandigheden
kan een nadelige invloed hebben op de bediening van
andere apparatuur. Het kan worden aangenomen dat er
geen negatieve effecten zullen zijn wanneer de netimpe-
dantie gelijk is aan of minder is dan 0,34 Ohm. Het stop-
contact dat voor dit gereedschap wordt gebruikt, moet
beveiligd zijn door een zekering of een stroomonderbre-
ker met trage afschakelkarakteristieken.
Algemene veiligheidswaarschuwingen voor
elektrisch gereedschap
WAARSCHUWING! Lees alle veiligheidswaar-
schuwingen en alle instructies. Het niet volgen van de
waarschuwingen en instructies kan leiden tot elektrische
schokken, brand en/of ernstig letsel.
Bewaar alle waarschuwingen en instructies om in de
toekomst te kunnen raadplegen.
AANVULLENDE VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN
VOOR HET GEREEDSCHAP
1.
Draag oogbescherming.
2.
Houd uw handen uit de buurt van het zaagblad.
Raak het freewheelende zaagblad niet aan, aan-
gezien dit nog ernstige verwonding kan veroor-
zaken.
3.
Gebruik de zaag niet zonder dat de veiligheids-
kappen zijn aangebracht. Controleer vóór elk
gebruik of de veiligheidskap goed sluit. Gebruik
de zaag niet indien de veiligheidskap niet goed
beweegt en niet snel over het zaagblad sluit.
Klem of bind de veiligheidskap nooit in de geo-
pende stand vast.
4.
Zaag nooit met het werkstuk in uw hand. Gebruik
altijd de spanschroef om het werkstuk goed vast te
zetten op het draaibaar voetstuk en tegen de gelei-
der. Gebruik nooit uw hand om het werkstuk tijdens
het zagen vast te houden.
5.
Reik nooit in de nabijheid van het zaagblad.
6.
Schakel het gereedschap uit en wacht totdat het
zaagblad volledig tot stilstand is gekomen alvo-
rens het werkstuk te verwijderen of instellingen
te veranderen.
7.
Trek de stekker uit het stopcontact alvorens het
zaagblad te verwisselen of onderhoud aan het
gereedschap uit te voeren.
ENE004-1
8.
Zet altijd alle bewegende onderdelen vast alvo-
rens het gereedschap te dragen.
9.
De aanslagpen die de zaagkop in de omlaagposi-
tie vergrendelt, wordt alleen gebruikt voor het
dragen en opbergen van het gereedschap en
niet voor zaagbedieningen.
ENF002-2
10. Gebruik het gereedschap niet in de nabijheid
van ontvlambare gassen of vloeistoffen. Door de
elektrische werking van het gereedschap kan een
explosie en brand worden veroorzaakt indien bloot-
gesteld aan brandbare vloeistoffen of gassen.
11. Controleer het zaagblad zorgvuldig op barsten of
beschadiging, alvorens het gereedschap te
gebruiken.
Een gebarsten of beschadigd zaagblad dient
ENF100-1
onmiddellijk te worden vervangen.
12. Gebruik alleen flenzen die voor dit gereedschap
zijn bestemd.
13. Pas op dat u de as, de flenzen (vooral hun mon-
tagevlak) of de bout niet beschadigt. Beschadi-
ging van deze onderdelen kan zaagbladbreuk
veroorzaken.
14. Zorg dat het draaibaar voetstuk goed vastgezet
is, zodat het tijdens het zagen niet kan bewegen.
15. Verwijder voor uw eigen veiligheid zaagafval,
stukjes hout e.d. van de werktafel alvorens te
gaan zagen.
16. Vermijd het zagen op spijkers. Inspecteer het
werkstuk en verwijder alle eventuele spijkers
GEA010-1
alvorens met het zagen te beginnen.
17. Zet de asvergrendeling in de vrije stand alvorens
de trekschakelaar in te drukken.
18. Zorg ervoor dat het zaagblad in zijn laagste posi-
tie niet in aanraking komt met het draaibaar voet-
stuk.
19. Houd het handvat stevig vast. Denk eraan dat de
zaag bij het starten en stoppen even op- en neer-
gaat.
ENB120-1
20. Zorg dat het zaagblad bij het inschakelen niet in
contact is met het werkstuk.
21. Laat het gereedschap een tijdje draaien alvorens
het op het werkstuk te gebruiken. Controleer op
trillingen of schommelingen die op onjuiste
installatie of op een slecht gebalanceerd zaag-
blad kunnen wijzen.
22. Wacht totdat het zaagblad op volle toeren draait,
alvorens het werkstuk te zagen.
23. Stop onmiddellijk met zagen indien u iets abnor-
maals opmerkt.
24. Probeer niet om de trekschakelaar in de INGE-
SCHAKELD positie te vergrendelen.
25. Laat uw aandacht nooit verslappen, vooral niet
wanneer het werk saai is en uit herhalingen
bestaat. Laat u niet door een vals gevoel van vei-
ligheid misleiden, aangezien zaagbladen altijd
uiterst gevaarlijk zijn.
45