5.4.1 Een track via de tracklijst selecteren
Mappen selecteren
1) Door op de knop TRACK / ENTER (5) te drukken,
roept u de tracklijst op:
CD TEXT LIST
01
.Track 01
02 .Track 02
03 .Track 03
04 .Track 04
05 .Track 05
06 .Track 06
07 .Track 07
Fig. 6 Tracklijst bij gewone audio-cdʼs
Bij cdʼs met cd-tekst wordt de tracknaam in
plaats van "Track . ." weergegeven.
Root
♪
Title A
♪ Title B
♪ Title C
♪ Title D
♪ Title E
♪ Title F
♪ Title G
Fig. 7 Tracklijst bij mp3-bedrijf
2) Als de muziekgegevensdrager meer dan 7 tracks
bevat, verschijnt er rechts op het display een
schuifbalk. Druk op de knop TRACK / ENTER om
de gewenste track te selecteren en druk op de
knop om naar de track te springen.
Door de knop tegelijk te draaien en in te druk-
ken, kunt u snel door de lijst scrollen.
3) Om een map te selecteren, draait u de knop
TRACK / ENTER naar links tot de mappen boven
de tracknaam verschijnen:
Root
Folder A
Folder B
Folder C
Folder D
♪ Title A
♪ Title B
♪ Title C
Fig. 8 Tracklijst met mappen
5.3.3 Modo Sleep
Si se deja el aparato en pausa durante más de 30
minutos, pasa a modo Sleep para proteger el lector
láser. En el visualizador aparece SLEEP y se apa-
gan todos los botones iluminados. El aparato vuelve
al modo de funcionamiento previo si se pulsa cual-
quier botón.
5.4
Selección de pista
Para ir a la siguiente pista o a una de las siguientes
pistas, gire el control TRACK/ENTER (5) en el sen-
tido de las agujas del reloj. Para volver al inicio de la
pista actual, gire el control un paso en sentido
inverso a las agujas del reloj. Cuando el control se
gira más en sentido inverso a las agujas del reloj, el
aparato vuelve a pistas anteriores. Para seleccionar
pistas de otras carpetas, abra la lista de pistas.
5.4.1 Selección de pista mediante la lista de pistas
Selección de carpetas
1) Pulse el control TRACK/ENTER (5) para abrir la
lista de pistas:
CD TEXT LIST
01
.Track 01
02 .Track 02
03 .Track 03
04 .Track 04
05 .Track 05
06 .Track 06
07 .Track 07
Fig. 6 Lista de pistas para CDs de audio estándar
Para CDs sin texto CD, el nombre de la pista se
indica en vez de "Track . .".
Root
♪
Title A
♪ Title B
♪ Title C
♪ Title D
♪ Title E
♪ Title F
♪ Title G
Fig. 7 Lista de pistas para el modo MP3
4) Selecteer de gewenste map door met de knop te
draaien en druk op de knop om naar de weergave
van de mapinhoud te schakelen:
Folder A
♪
Title U
♪ Title V
♪ Title W
♪ Title X
♪ Title Y
♪ Title Z
Fig. 9 Weergave van de inhoud van een map
5) Druk op de knop om de gewenste track te selec-
teren en druk op de knop om naar de track te
springen.
6) Om de map te wijzigen of een track zonder map
te selecteren, roept u de tracklijst van de huidige
map op; druk hiervoor op de knop TRACK /
ENTER. Druk op de toets BACK (4). U verlaat de
map, en het hogere niveau wordt weergegeven.
Door met de knop te draaien, kunt u een andere
map of track selecteren en deze oproepen door
op de knop te drukken.
7) Op dezelfde wijze kunt u ook submappen evenals
de mappen hierin selecteren en opnieuw verlaten.
5.4.2 NEXT TRACK – Track programmeren en
mengen met de volgende track
Met de functie NEXT TRACK kunt u de volgende
track programmeren; u kunt deze track op elk
moment starten of mengen.
1) Tijdens het afspelen van een track of in de pau-
zemodus drukt u op de toets NEXT TRACK (20).
Op het display verschijnt de tracklijst. Het afspe-
len wordt niet onderbroken.
2) Door met de knop TRACK / ENTER (5) te draaien,
selecteert u de volgende track. U kunt ook een
track uit een andere map selecteren (
stuk 5.4.1).
Belangrijk: Als de track geselecteerd is, mag u
de knop TRACK / ENTER niet indrukken; anders
springt u direct naar de geselecteerde track.
2) Con más de 7 pistas en el porta-datos musical,
aparece una barra de desplazamiento en la parte
derecha del visualizador. Gire el control TRACK/
ENTER para seleccionar la pista deseada, a con-
tinuación pulse el control para ir a la pista.
Cuando se gira y se pulsa el control al mismo
tiempo, la lista pasa rápidamente.
3) Para seleccionar una carpeta, gire el control
TRACK/ENTER en sentido contrario a las agujas
del reloj hasta que aparezcan las carpetas
encima de los nombres de las pistas:
Root
Folder A
Folder B
Folder C
Folder D
♪ Title A
♪ Title B
♪ Title C
Fig. 8 Lista de pistas con carpetas
4) Gire el control para seleccionar la carpeta desea-
da y pulse el control para indicar los contenidos
de la carpeta:
Folder A
♪
Title U
♪ Title V
♪ Title W
♪ Title X
♪ Title Y
♪ Title Z
Fig. 9 Indicación de los contenidos de una carpeta
5) Gire el control para seleccionar la pista deseada
y pulse el control para ir a la pista.
6) Para cambiar la carpeta o para seleccionar una
pista sin carpeta, pulse el control TRACK/
ENTER para abrir la lista de pistas de la carpeta
actual. Pulse el botón BACK (4). Se sale de la
carpeta y se indica el nivel superior. Gire el con-
trol para seleccionar otra carpeta o pista y pulse
el control para abrirla.
7) Las subcarpetas y cualquier carpeta en su interior
se seleccionan y se salen de ellas del mismo modo.
3) Als de track in de tracklijst geselecteerd is, drukt
u opnieuw op de NEXT TRACK. De toets licht op
en de standaard displayweergave wordt opnieuw
weergegeven. In de onderste regel (r) staat de
melding "Next Track".
4) Aan het einde van de huidige track springt het
apparaat naar de geprogrammeerde track. U
kunt op elk moment echter ook handmatig naar
de geprogrammeerde track springen. Draai hier-
voor de knop TRACK / ENTER één stap naar
rechts.
Automatisch mengen activeren
U kunt niet alleen abrupt naar de vorige track gaan,
maar ook zacht mengen.
1) Stel eerst de mengtijd in. Roep met de toets
MENU (36) het hoofdmenu op (fig. 4).
2) Door met de knop TRACK / ENTER te draaien,
selecteert u menu-item "2. NEXT TRACK", en
door op de knop te drukken, roept u het submenu
FADER TIME op.
FADER TIMER
1 .
0 SEC
2 . 1 SEC
3 . 2 SEC
4 . 3 SEC
Fig. 10 Submenu voor de mengtijd
3) Selecteer de mengtijd door met de knop te
draaien en bevestig door op de knop te drukken.
Het display keert terug naar het hoofdmenu.
4) Om terug naar de standaard displayweergave te
schakelen, drukt u op de toets MENU of BACK (4).
5) Om de mengfunctie in te schakelen, houdt u de
hoofd-
toets NEXT TRACK ingedrukt tot op het display
het mengsymbool (k) verschijnt.
6) Programmeer een track en spring tijdens het
afspelen van een track naar de geprogram-
5.4.2 NEXT TRACK – Preselección de una pista
y crossfading con la siguiente
La función NEXT TRACK permite seleccionar pre-
viamente la siguiente pista; puede irse a esta pista o
hacer el crossfading a ella en cualquier momento.
1) Pulse el botón NEXT TRACK (20) durante la
repetición de una pista o mientras el aparato está
en modo pausa. Aparecerá la lista de pistas en el
visualizador. No se interrumpe la repetición.
2) Gire el control TRACK/ENTER (5) para seleccio-
nar la siguiente pista. También puede seleccio-
narse una pista de otra carpeta (
tado 5.4.1).
Importante: Cuando se selecciona la pista, no
pulse el botón TRACK/ENTER, de lo contrario el
aparato va a esta pista inmediatamente.
3) Cuando se selecciona la pista en la lista, pulse el
botón NEXT TRACK nuevamente. El botón se
ilumina y aparece de nuevo la vista de visualiza-
ción estándar. La última línea (r) indica "Next
Track".
4) Al final de la pista actual, el aparato va a la pista
preseleccionada. También es posible ir a la pista
preseleccionada en cualquier momento mediante
selección manual. Para ello, gire el control
TRACK/ENTER un paso en el sentido de las
agujas del reloj.
Activación del crossfading automático
No solo puede irse a la pista preseleccionada de un
modo brusco; también puede hacerse un crossfa-
ding suave.
1) Primero ajuste el tiempo de crossfading. Abra el
menú principal (fig. 4) con el botón MENU (36).
2) Gire el control TRACK/ENTER para seleccionar
el objeto del menú "2. NEXT TRACK" y pulse el
control para abrir el submenú FADER TIME.
NL
B
E
apar-
37