ALGEMENE VEILIGHEIDSINSTRUCTIES
vijlen. De snijdiepte is correct als u geen weerstand
voelt wanneer u de vijl over de mal haalt. (Figuur 27)
Ketting strekken
WAARSCHUWING! Een onvoldoende
!
gestrekte ketting kan resulteren in het
losraken van de ketting wat tot ernstige
en zelfs dodelijke verwondingen kan
leiden.
WAARSCHUWING! Verwijder altijd de
!
accu voordat u montage-, onderhouds-
en/of controlewerkzaamheden aan de
machine uitvoert.
Hoe meer u de ketting gebruikt, hoe langer ze wordt. Het
is belangrijk dat u de snijuitrusting aan deze verandering
aanpast.
Controleer de kettingspanning elke keer dat u de
zaagkettingolie bijvult. LET OP! Een nieuwe ketting heeft
een inloopperiode waarin de spanning vaker moet
worden gecontroleerd.
Algemeen geldt dat de ketting zo hard mogelijk gestrekt
moet worden, maar niet harder dan dat men ze manueel
rond kan draaien. (Figuur 47)
•
Maak de knop los door hem uit te klappen totdat hij
open klikt. (Figuur 28)
•
Draai de knop linksom om de afdekking van de
kettingwielaandrijving los te maken. (Figuur 29)
•
Stel de kettingspanning af door het
kettingspannerwiel omlaag (+) te draaien voor meer
spanning of omhoog (-) voor minder spanning.
(Figuur 30)
•
Zet de zaagbladkoppeling vast door de knop met de
klok mee te draaien. (Figuur 31)
•
Klap de knop terug om de spanning vast te zetten.
(Figuur 32)
Snijuitrusting smeren
WAARSCHUWING! Onvoldoende smeren
!
van de snijuitrusting kan een breuk van
de ketting veroorzaken wat tot ernstige
en zelfs dodelijke verwondingen kan
leiden.
BELANGRIJK!
Een versleten geleider en ketting kunnen oververhitting
van het product veroorzaken. Om dit te voorkomen,
dient u met een goed onderhouden geleider en ketting
te werken.
Zaagkettingolie
Zaagkettingolie moet een goede hechting aan de
motorzaagketting en tevens goede vloei-eigenschappen
204 – Dutch
hebben, of het nu een warme zomer of een koude winter
is.
Gebruik nooit afvalolie! Deze is schadelijk voor uzelf,
voor de machine en het milieu.
Kettingolie bijvullen
•
Gebruik altijd kettingolie op basis van mineralen.
(Figuur 33)
•
Neem contact op met uw dealer voor het kiezen van
de juist kettingolie.
•
Al onze motorkettingzaagmodellen hebben
automatische kettingsmering. Een aantal modellen is
ook leverbaar met verstelbare oliestroom.
•
De tank van de zaagkettingolie moet ongeveer drie
acculadingen meegaan. Bij deze
veiligheidsvoorziening moet u echter wel de juiste
soort kettingolie gebruiken (als de kettingolie te dun
is, gaat die korter mee).
•
Gebruik nooit gebruikte olie. Dit kan de oliepomp, het
zaagblad en de ketting beschadigen.
•
Het is belangrijk het juiste olietype te gebruiken in
verhouding tot de luchttemperatuur (juiste viscositeit).
•
Bij temperaturen onder 0°C worden bepaalde
oliesoorten minder visceus. Dit kan de pomp
overbelasten en de componenten van de pomp
beschadigen.
Controle van de kettingsmering
•
Controleer de kettingsmering elke derde keer dat u de
accu vervangt.
Hou de zaagbladpunt op ca. 20 cm (8 duim) op een
vast licht voorwerp gericht. Na 1 minuut draaien met
3/4 gas geven, moet er een duidelijke olierand te zien
zijn op het lichte voorwerp. (Figuur 34)
Als de kettingsmering niet werkt:
•
Controleer of het kettingoliekanaal van het zaagblad
open is. Maak schoon indien nodig. (Figuur 35)
•
Controleer of de zaagbladgroef schoon is. Maak
schoon indien nodig. (Figuur 36)
•
Controleer of het neuswiel van het zaagblad soepel
draait en of de smeeropening van het neuswiel open
is. Maak schoon en smeer indien nodig. (Figuur 37)
Als de kettingsmering niet werkt na de bovenstaande
controles en de bijbehorende maatregelen, moet u de
motorkettingzaag naar uw servicewerkplaats brengen.
Kettingaandrijftandwiel
Het aandrijfsysteem is voorzien van een
kettingwielaandrijving. (Figuur 38)
Controleer regelmatig het slijtageniveau van het
kettingaandrijf-tandwiel. Vervang het als het abnormaal
versleten is.
Slijtagecontrole van de snijuitrusting
Controleer de ketting dagelijks:
•
Of er zichtbare barsten in klinken en schakels zijn.