NL
Het uitpakken van uw gereedschap
• Haal uw product voorzichtig uit de verpakking en inspecteer het. Inspecteer het en zorg dat u
met alle kenmerken en functies vertrouwd raakt.
• Zorg ervoor dat alle onderdelen van het product aanwezig zijn en in goede staat verkeren. Indien
er onderdelen ontbreken of beschadigd zijn, dienen deze vervangen te worden alvorens het
gereedschap te gebruiken
Voorafgaand aan het gebruik
WAARSCHUWING: Draag ALTIJD geschikte beschermende handschoenen bij het hanteren van
de lier. Als u dit niet doet, kan dit leiden tot snijwonden of letsel voor de gebruiker.
WAARSCHUWING: Zorg ervoor dat het gereedschap is losgekoppeld van de voeding alvorens
accessoires aan te brengen of te vervangen, of alvorens aanpassingen door te voeren.
Kluisgat roller
1. Lijn de montagegaten op het kluisgat van de roller (19) uit met de gaten op de standaard van
het kluisgat van de roller (18) op de montagebeugel (17).
2. Plaats vanaf de binnenkant van de montagebeugel twee 13 mm bouten (afbeelding A) en zet
stevig vast met de meegeleverde Nyloc-moeren.
Koppelingsbediening
WAARSCHUWING: Bedien de koppeling niet als er belasting aanwezig is op de kabel (13).
• Met de koppeling kan de lier vrijlopen voor handmatige aanpassing van de kabel.
• Schakel de koppeling uit door de koppelingshendel (12) naar de verhoogde positie te bewegen.
• Schakel de koppeling in door de koppelingshendel in de onderste positie te bewegen, zodat
deze vlak in zijn stoel zit.
Beugel
1. Plaats de montagebeugel (17) en het kluisgat van de roller (19) op een veilig, vlak oppervlak.
2. Plaats de lier (8) achter de beugel, beugelbevestigingsvoet (14) naar beneden (afbeelding B) ter
voorbereiding op het voeren van de kabel (13) door het kluisgat van de roller.
3. Schakel de koppeling uit door de koppelingshendel (12) te draaien, zodat deze in de verhoogde
positie staat. Trek de kabel volledig uit en breng de koppelingshendel terug naar de laagste
positie.
4. Verwijder de kabel van de trommel (11) door de imbusschroef los te draaien met een 2,5 mm
imbussleutel (niet meegeleverd).
5. Leg de kabel op een veilige locatie aan de kant.
6. Plaats de lier op de montagebeugel, zorg voor de juiste oriëntatie en lijn de
beugelbevestigingsvoeten uit met de vier lierbevestigingsgaten (15) in de montagebeugel.
7. Steek de moeren (meegeleverd) in de uitsparingen in de beugelbevestigingsvoeten
(afbeelding C), en bevestig de montagebeugel aan de lier met behulp van de taps toelopende
imbusbouten (draai aan tot 15 – 20 Nm).
8. Voer de kabel door het kluisgat van de roller en plaats het uiteinde opnieuw op de trommel.
Opmerking: De kabel moet vanaf de onderkant van de trommel naar binnen worden getrokken
(afb. I).
Voertuigmontage
WAARSCHUWING: De lier zorgt voor extra spanning op de voertuigstructuur. Monteer de
lier op een structureel versterkt deel van het voertuig, zoals het chassis, door middel van een
voertuigspecifiek liermontagepunt, om mogelijke schade aan het voertuig of letsel aan de
gebruiker te voorkomen.
Voertuigen met liermontage:
• Lokaliseer het liermontagegebied zoals gespecificeerd in de handleiding van het voertuig.
1. Centraliseer en lijn de lier en beugeluit met de montagebeugel (17) op het voertuig.
2. Monteer de lier met de voertuigbevestigingsgaten (16) en bevestig met de 13 mm bouten en
Nylock-moeren (meegeleverd).
Voertuigen zonder liermontage:
• Er moet een geschikte steunbeugel voor liermontage worden gebruikt om de lier stevig aan het
voertuig te bevestigen.
• Houd bij het beoordelen van het monteren van de liersteunbeugel op het voertuig altijd
rekening met de structurele integriteit van het gebied waarop deze moet worden gemonteerd.
WAARSCHUWING: Bevestig deze lier NIET aan bumpers, carrosseriepanelen of andere
componenten die niet in staat zijn om belasting van externe krachten op te vangen.
38
Verbinding maken met de stroombron
WAARSCHUWING: Koppel de accu van het voertuig ALTIJD los voordat u de verbindingen
aanpast; als u dit niet doet, kan dit mogelijk overmatig vonken veroorzaken die de bestuurder zou
kunnen verwonden, of korte nabijgelegen elektrische aansluitingen.
WAARSCHUWING: Zorg ervoor dat u bij het werken naast of bij het verplaatsen van
loodzuuraccu's een spatresistente veiligheidsbril en elektrisch geïsoleerde handschoenen draagt.
Opmerking: Als u de meegeleverde 12 V-kabels wilt vervangen door langere kabels, sluit dan
kabels aan die geschikt zijn voor de continue stroomvereisten, niet voor piekvereisten (zie
Specificaties). Zorg er ook voor dat de isolatie van de kabel correct is voor de omgeving waarin de
kabels worden gebruikt.
1. Plan zorgvuldig een route voor de kabels, van de lier tot de accu. Zorg ervoor dat de kabels uit de
buurt blijven van elementen die potentiële schade kunnen veroorzaken.
Opmerking: Wees extra voorzichtig bij het kiezen van een pad voor de kabels. Ze moeten uit
de buurt blijven van componenten zoals het uitlaatsysteem, motorblok, brandstofleidingen,
remleidingen en bewegende ophangingscomponenten, met minimale blootstelling aan
buitenelementen.
2. Sluit de negatieve aansluiting (21) aan op de negatieve klem (7) en vervolgens de positieve
aansluiting (20) op de positieve klem (6) door de moeren op de klemmen te verwijderen, de
aansluitingen te monteren en de moeren weer vast te maken.
Note: Zowel de negatieve aansluiting als de positieve aansluiting zijn voorzien van rubberen doppen
om de klemmen te beschermen; deze moeten tijdens de installatie worden teruggetrokken en
daarna weer over de klemmen worden geduwd.
3. Koppel de negatieve klem van de accu los, gevolgd door de positieve klem van de accu op
het voertuig.
4. Sluit zowel de negatieve aansluiting (1) als de positieve aansluiting (2) van de accu aan op de
klemmen van de accu van het voertuig.
5. Sluit de negatieve klem van de accu opnieuw aan, gevolgd door de positieve klem van de accu en
zet stevig vast.
• Zodra de lier is aangesloten op de voeding, kan de lier direct in gebruik worden genomen.
Gebruik
WAARSCHUWING: Draag ALTIJD oogbescherming, adequate ademhalings- en
gehoorbescherming, evenals geschikte handschoenen, wanneer u met dit gereedschap werkt.
WAARSCHUWING: Specifieke training is van essentieel belang vooraleer deze uitrusting kan
gebruikt worden. De uitrusting mag enkel gebruikt worden door competente en verantwoordelijke
individuen, waarbij ervoor zorg gedragen dient te worden dat de grenzen en beperkingen van deze
uitrusting niet overschreden worden.
WAARSCHUWING: Door het stroomverbruik van de lier loopt de accu overmatig leeg; het wordt
aanbevolen om de motor van het voertuig tijdens het gebruik van de lier te laten draaien, omdat het
voertuig anders niet start na gebruik.
WAARSCHUWING: Gebruik de lier nooit om vaste of belemmerde ladingen te trekken.
WAARSCHUWING: Controleer ALTIJD de staat van de kabel (13); zelfs kleine onvolkomenheden
in de kabel kunnen het belastingsvermogen van de kabel aanzienlijk verminderen.
Belastingscapactiteit
WAARSCHUWING: Overschrijd het belastingsvermogen van de lier NIET (zie Specificaties). Wees
bewust van dynamische belasting; plotselinge belastingen kunnen de lier overmatig belasten.
Hellingen hebben ook invloed op het belastingsvermogen.
WAARSCHUWING: Probeer GEEN object te trekken met behulp van de kabel (13) met de
maximale verlenging. Er moet altijd één laag kabel om de trommel zijn gewikkeld (11). De laatste
laag kabel is rood gekleurd en mag niet vanaf de trommel worden verlengd voor lieractiviteiten.
Opmerking: Start het bewegen van de belasting altijd met de laagst beschikbare snelheid.
• De nominale trekbelasting wordt bepaald door de hoeveelheid kabel die om de trommel is
gewikkeld. Zie de onderstaande tabel voor het nominale draagvermogen bij verschillende
kabellengtes:
Nominale lijntrekkracht:
Laag
1
2000 / 909
1
2
1
2
1617 / 735
3
2
3
4
3
1357 / 617
4
4
Totale kabel op
lbs / kgs
trommel: ft / m
6,56 / 2
14,76 / 4,5
24,6 / 7,5