Instructie
Vervang onleesbare of losgeraakte symbolen onmiddellijk.
Veiligheidsinrichtingen dienen voor de bescherming van de ge-
bruiker en mogen niet buiten werking worden gesteld en de func-
ties ervan mogen niet worden omzeild.
Neem de veiligheidsinstructies in de hoofdstukken in acht!
Hoofdschakelaar
De hoofdschakelaar onderbreekt de elektrische voedingsdraad
naar de startmotor.
Koppel op een stilgezet voertuig de accu altijd los (stand accu
losgekoppeld).
Startblokkering
Voorwaarden voor het starten van de motor:
De hoofdschakelaar ingeschakeld(stand accu verbonden)
De bestuurder zit in de bestuurdersstoel
Stoelcontactschakelaar
Als de bestuurdersstoel niet belast is:
Kan met het voertuig niet gereden worden.
Kan de PTO voor niet ingeschakeld worden of schakelt uit.
Positie van de symbolen op het voertuig
Veiligheidsinrichtingen
Nederlands
Parkeerrem
De parkeerrem heeft hydraulische druk nodig om te lossen.
Bij een afgezette motor is de parkeerrem daarom aangetrokken.
Bij draaiende motor en de rijrichtingshendel in de stand NEU-
TRAAL is de parkeerrem eveneens aangetrokken.
Instructie
Het waarschuwingslampje in de multifunctionele indicatie "Par-
keerrem aangetrokken" brandt bij een aangetrokken parkeerrem.
Bestuurderscabine
Het bedienend personeel is in de bestuurderscabine tegen blik-
seminslag beschermd.
De bestuurderscabine heeft een ROPS (rollover bescherming).
De bestuurderscabine heeft geen bescherming tegen vallende
voorwerpen (FOPS).
Batterijen / oplaadapparaten
LET OP
Gebruik alleen de door de fabrikant aanbevolen batterijen en op-
laadapparaten.
203