Idiomas disponibles
Idiomas disponibles
EGEA TECH
6.
INSTALLATIE EN
INBEDRIJFSTELLING
De installatie, inbedrijfstelling en het onderhoud van het
product moeten worden uitgevoerd door gekwalificeerd
en bevoegd personeel.
Alle werkzaamheden aan de
apparatuur, inclusief verwij-
dering, moeten worden uit-
gevoerd door gekwalificeerd
personeel met een geschikte
koelkastvergunning die ge-
R290
richt is op de kennis en het be-
ERVAREN
MONTEUR
heer van systemen die gassen
van het HC-type zoals R290
(propaan) bevatten.
Volg de waarschuwingen in het hoofdstuk 8 op pagina
375.
6.1
OPSLAG
Raadpleeg voor de opslag van
apparatuur die is uitgerust met
brandbaar koelgas de geldende
R290
lokale regelgeving.
Plaats de apparatuur NOOIT buiten; atmosferische agentia
zouden deze beschadigen, waardoor deze onbetrouwbaar
en gevaarlijk zou zijn voor de bediener en de gebruiker.
6.1.1 Omgevingsopslagcondities
De apparatuur moet worden opgeslagen op een droge plaats,
beschermd tegen stof of ietsanders dat het kan beschadigen.
Omgevingstemperatuur (min / max)
-20°C / +70°C
6.2
BEPERKINGEN VAN HET GEBRUIK
Dit product is niet ontworpen,
noch is het als zodanig bedoeld,
voor gebruik in gevaarlijke omge-
LET OP
vingen volgens Richtlijn 2014/34/
EU (vanwege de aanwezigheid
van potentieel explosieve atmo-
sferen - ATEX).
VERBOD
90 LT - 120 LT
code 3540000400 - Rev. 03 - 09/2023
Of in toepassingen die een graad
hoger dan IP24 vereisen of die
veiligheidskenmerken
LET OP
(fouttolerant, faalveilig) zoals le-
vensondersteunende systemen
en/of technologieën of enige an-
dere context waarin de storing
VERBOD
van een toepassing kan leiden
tot de dood of letsel van mensen
of dieren, of ernstige schade aan
eigendommen of het milieu.
Als de mogelijkheid van een de-
fect of storing van het product
schade kan veroorzaken (aan
mensen, dieren en eigendom-
men), moet een apart functioneel
bewakingssysteem met alarm-
functies worden voorzien om
dergelijke schade uit te sluiten.
6.3
BEDRIJFSLIMIETEN
Het product in kwestie wordt uitsluitend gebruikt voor het ver-
warmen van warm water voor sanitaire doeleinden binnen de
hieronder beschreven gebruikslimieten.
Hiertoe moet het worden aangesloten op de sanitaire water-
voorziening en op de stroomvoorziening (zie hoofdstuk "6. IN-
STALLATIE EN INBEDRIJFSTELLING").
6.3.1 Temperatuurbereik
80
75
70
65
60
B
55
50
45
40
35
0
10
-5°C
afb. 48 - Grafiek
A = Inlaatluchttemperatuur (°C)
B = Temperatuur van het geproduceerde warme water (°C)
= Werkbereik voor de warmtepomp (PdC)
= Integratie met alleen elektrische weerstand
vereisen
75°C
62°C
38°C
20
30
40
50
A
43°C
NL
365
