Mitsubishi Electric s-MEXT-G00 Serie Manual De Instrucciones página 123

UM_s-MEXT_ME28relC_00_12_19_ML
5.2. VOORBEREIDING
Om de units op de juiste manier in een lokaal LAN-netwerk te laten functioneren moeten de volgende handelingen uitgevoerd worden.
5.2.1. Bekabeling van het netwerk
Om een lokaal LAN-netwerk tussen de units aan te leggen moet de installateur de elektrische verbinding tussen de units tot stand brengen met een
afgeschermde kabel (niet meegeleverd).
INFORMATIE
Er wordt geadviseerd een AWG24 kabel met getwist aderpaar (in totaal 2 draden) + afscherming type Belden 8723 of 8102 te
gebruiken.
LET OP
De elektrische aansluitingen moeten uitgevoerd worden terwijl de units uitgeschakeld zijn en er geen spanning op staat.
Het is noodzakelijk om ervoor te zorgen dat de kabels van de seriële LAN-verbinding op veilige laagspanning (SELV) op
voldoende afstand van de stroomkabels worden gehouden.
LET OP
De elektrische aansluitingen moeten door vakbekwaam personeel uitgevoerd worden terwijl de units uitgeschakeld zijn en
er geen spanning op staat.
LET OP
De aansluitingen moeten rechtstreeks op het hoofdklemmenblok van de units tot stand gebracht worden: de
aansluitklemmen RX/TX+, RX/TX- en GND NON verschillen van unit tot unit en zijn duidelijk aangegeven op het elektrische
schema op de unit zelf.
Alle besturingskaarten die deel uitmaken van het lokale netwerk zijn met elkaar verbonden volgens een bustopologie.
De volgende afbeelding laat het type verbinding zien dat tot stand gebracht moet worden:
5.2.2. Configuratie van het netwerk
De configuratie bestaat uit het volgende toewijzingsschema.
Adres unit
1
2
3
4
5
De besturingskaart wordt geleverd met LAN-adres = 1.
Het adres kan rechtstreeks via de besturingskaart of via de gebruikersterminal gecontroleerd worden.
GEBRUIKERSHANDLEIDING
Kabelafscherming
Controller Unit 1
Figuur 5-1: Voorbeeld voor een elektrische aansluiting in een lokaal LAN-netwerk
Beheerde terminals
11 (privé)
32 (gedeeld)
12 (privé)
32 (gedeeld)
13 (privé)
32 (gedeeld)
14 (privé)
32 (gedeeld)
15 (privé)
32 (gedeeld)
Controller Unit n
Adres unit
6
7
8
9
10
124 VERTALING VAN DE OORSPRONKELIJKE HANDLEIDING
Controller laatste unit
Beheerde terminals
16 (privé)
32 (gedeeld)
17 (privé)
32 (gedeeld)
18 (privé)
32 (gedeeld)
19 (privé)
32 (gedeeld)
20 (privé)
32 (gedeeld)