UM_s-MEXT_ME28relC_00_12_19_ML
3. INBEDRIJFSTELLING VAN DE UNIT
3.1. STROOMVOORZIENING VAN DE UNIT
LET OP
De unit moet minimaal 8 uur onder spanning staan alvorens tot inschakeling ervan over te gaan; gebeurt dit niet dan vervalt
de garantie.
LET OP
Let op de ventilatoren. Zij blijven nadat er stroom toegevoerd is op lage snelheid ingeschakeld ook als de unit via de
terminal uitgeschakeld wordt en de controller nog niet gestart is om te verzekeren dat elk eventueel gaslek verdreven
wordt.
Vanaf het moment dat de unit van stroom voorzien wordt moet er ongeveer 35 seconden gewacht worden voordat er met de uitvoering van het
applicatieprogramma begonnen wordt. Dit tijdsinterval kan niet opgeheven worden omdat de besturingskaart deze tijd nodig heeft voor het initialiseren van
de gebruikersterminal. Tijdens deze fase is het display van de gebruikersterminal verlicht maar wordt er niets op getoond.
Bij het opstarten van het programma schakelt de ventilatie automatisch zonder vertraging in, behalve wanneer de unit in een lokaal LAN-netwerk
aangesloten is. In dat geval wordt elke unit van het netwerk ingeschakeld met een vertraging gelijk aan het LAN-adres x 5 seconden om te voorkomen dat,
bij terugkeren van de stroom na een stroomonderbreking, de verdampingsventilatoren van alle units gelijktijdig inschakelen. Dit risico kan niet vermeden
worden als er meerdere units zijn die niet via een netwerk met elkaar verbonden zijn.
Tijdens de inbedrijfstelling van directe expansie-units wordt voordat de ventilatie ingeschakeld wordt een controle verricht om te controleren of de
fasevolgorde juist is. Als deze niet juist is wordt het inschakelen van de ventilatie belemmerd en wordt het alarm fasevolgorde niet juist gesignaleerd.
3.2. INSCHAKELEN VAN DE VENTILATIE
Er zijn meerdere procedures om de unit in of uit te schakelen: door middel van de toetsen op de gebruikersinterface of door middel van keuzemogelijkheden
op het display. De procedures die hieronder beschreven worden hebben de volgende prioriteit, die geldt in geval van conflicten (van hoogste tot laagste):
1.
On/Off via gebruikersinterface.
2.
On/Off via digitale ingang U5 van de controller.
3.
On/Off via lokaal LAN-netwerk.
4.
On/Off via tijdsperioden.
5.
On/Off via supervisiesysteem.
Via gebruikersinterface
In het hoofdscherm wordt de parameter "On/Off" getoond. De aanduiding "Off" geeft aan dat de unit uitgeschakeld is, "On" dat de unit ingeschakeld is.
De te hanteren procedure is de volgende:
•
Inschakelen: Ga op de parameter "On/Off" staan, druk op de [ENTER] toets en daarna op de [UP] of [DOWN] toets totdat de aanduiding "On" verschijnt. Bevestig
dit door nogmaals op de [ENTER] toets te drukken. Het aanhouden van de aanduiding "ON" geeft aan dat de inschakeling plaatsgevonden heeft.
•
Uitschakelen: Ga op de parameter "On/Off" staan en zet hem op "Off door de aanwijzingen die voor het inschakelen toegepast zijn op te volgen. Bevestig dit door
nogmaals op de [ENTER] toets te drukken. Het aanhouden van de aanduiding "OFF" geeft aan dat de uitschakeling plaatsgevonden heeft.
Via digitale ingang
Alleen als de digitale ingang aanwezig is en als de parameter "Vrijgave On/Off via digitale ingang" in hetmenu "Regulations", dat toegankelijk is met het
wachtwoord "Service", op "Ja" ingesteld is.
De te hanteren procedure is de volgende:
•
Inschakelen: Sluit het remote ON/OFF contact. Het betreffende symbool wordt zichtbaar in het hoofdscherm.
•
Uitschakelen: Open het remote On/Off contact. Het betreffende symbool wordt zichtbaar in het hoofdscherm.
Via protocol lokaal LAN-netwerk
Deze modus impliceert dat het apparaat via een LAN-netwerk verbonden is.
De On/Off opdracht wordt door de Master of door de unit gestuurd met LAN-adres = 1.
Het betreffende symbool wordt zichtbaar in het hoofdscherm.
Via tijdsperioden
Controleer in het menu "Clock" of het scherm "Clock card not installed" (Klokkaart niet geïnstalleerd) niet verschijnt.
Controleer in het menu "User" of de parameter "Scheduler config" (Vrijgave tijdsperioden) op "Ja" staat.
De te hanteren procedure is de volgende:
•
Inschakelen: Stel in het menu "Clock" de gewenste inschakeltijd in. Als de ingestelde tijd aanbreekt dan schakelt de unit in. Als de aanduiding
"ON via tijdsperioden" in het hoofdscherm verschijnt dan geeft dit aan dat de inschakeling plaatsgevonden heeft. Opmerking: De unit schakelt
niet in als de unit op "OFF via toetsenbord" of "OFF via digitale ingang" ingesteld is.
•
Uitschakelen: Stel in het menu "Clock" de gewenste uitschakeltijd in. Als de ingestelde tijd aanbreekt dan schakelt de unit uit. Als de aanduiding
"Off via tijdsperioden" in het hoofdscherm verschijnt dan geeft dit aan dat het uitschakelen plaatsgevonden heeft.
GEBRUIKERSHANDLEIDING
121
VERTALING VAN DE OORSPRONKELIJKE HANDLEIDING