het apparaat van het stroomnet is losgekoppeld.
Het apparaat heeft een schakelaar om de draairichting te wijzi-
gen. Hierdoor kunnen de vonken van het snijden in de tegen-
overgestelde richting worden gericht. Draai de schakelaar zo
ver mogelijk in de richting F - met de klok mee of tegen de klok
in tot aan de richting R - tegen de klok in. Als u de knop naar de
tussenpositie draait, is het mogelijk dat u de snijmachine niet
kunt starten. Draai de knop altijd zo ver mogelijk.
Waarschuwing! Als de schijf een bepaalde draairichting heeft,
bijvoorbeeld gemarkeerd met een pijl op de schijf. Zorg ervoor
dat de schakelaar zo is ingesteld dat de schijf in de daarvoor
gespecifi ceerde richting draait.
Gereedschap op pneumatisch systeem aansluiten
De afbeelding laat de aanbevolen aansluiting van het gereed-
schap op het pneumatische systeem zien. Dit zorgt voor een zo
effi ciënt mogelijk gebruik van het gereedschap en verlengt ook
de levensduur van het gereedschap.
Doe enkele druppels olie met viscositeit SAE 10 in de luch-
tinlaat.
Wanneer het gereedschap met een draairichtingschakelaar
voor achteruitrijden is uitgerust, moet de juiste draairichting
worden ingesteld.
Pas waar mogelijk de druk (koppel) aan.
Sluit het gereedschap aan met een slang met een binnendia-
meter van 10 mm (3/8") op het pneumatische systeem. Zorg
ervoor dat de slang een sterkte van ten minste 1 MPa heeft. (III)
Zorg ervoor dat het aangebrachte gereedschap niet in contact
komt met een voorwerp en laat het vervolgens enkele secon-
den draaien om er zeker van te zijn dat er geen verdachte ge-
luiden of trillingen uit het gereedschap komen.
Gereedschap starten en stoppen
Let op! Let er vóór het starten van het pneumatisch gereed-
schap op dat het ingestoken gereedschap niet met voorwerpen
of lichaamsdelen in aanraking komt.
Het gereedschap wordt bediend door middel van een hendel
die de luchtklep opent en zo de toevoer van perslucht naar de
gereedschapsaandrijving verzekert. Als de hendel is uitgerust
met een vergrendeling die voorkomt dat de hendel per ongeluk
wordt ingedrukt. Draai het slot om het evenwijdig te maken aan
de hendel en trek vervolgens de hendel tegen de behuizing
van het gereedschap. Hiermee wordt het gereedschap gestart.
Het gereedschap het nominale toerental laten bereiken en pas
daarna met de werkzaamheden beginnen.
Werken met een snijmachine
Gebruik de snijschijf niet voor zijslijpen. Laat de schijf op volle
snelheid draaien voordat u begint met snijden. Breng alleen
de roterende schijf aan op het materiaal. Plaats bij het snijden
slechts de druk op het gereedschap die nodig is voor het snij-
den van het materiaal. Te veel druk kan de snijschijf beschadi-
gen, wat het risico op letsel vergroot.
Klem het te bewerken materiaal stevig vast om onbedoelde
beweging tijdens het bewerken te voorkomen. Bevestig het
werkstuk zodanig dat de opening tijdens het snijden dezelf-
de breedte behoudt of breder wordt. Bij het snijden van grote
werkstukken moet aan beide zijden van de snijlijn een klem of
steun worden gebruikt. Het te snijden werkstuk wordt in de na-
bijheid van de snijlijn en de rand ondersteund. Zo wordt voorko-
O O R S P R O N K E L I J K E
NL
men dat delen van het te knippen werkstuk tijdens het knippen
in elkaar klappen en vastlopen van het mes veroorzaken.
Tijdens het bedrijf kunnen vonken ontstaan en fragmenten van
het werkstuk afscheuren. Zorg ervoor dat vonken en losse on-
derdelen het werkgebied niet in gevaar brengen.
ONDERHOUD
Gebruik nooit benzine, oplosmiddel of een andere ontvlambare
vloeistof om het apparaat te reinigen. Dampen kunnen ont-
branden, waardoor het apparaat kan barsten en men ernstige
letsels kan oplopen.
De oplosmiddelen die voor het reinigen van de gereedschaps-
houder en de behuizing worden gebruikt, kunnen de afdichtin-
gen verzachten. Droog het apparaat grondig af voordat u met
de werkzaamheden begint.
Bij een storing aan het apparaat moet het apparaat onmiddellijk
van het pneumatische systeem worden losgekoppeld.
Alle onderdelen van het pneumatische systeem moeten te-
gen verontreiniging zijn beschermd. Verontreinigingen die het
pneumatische systeem binnendringen, kunnen het gereed-
schap en andere onderdelen van het pneumatische systeem
beschadigen.
Onderhoud van het gereedschap vóór elk gebruik
Het gereedschap van het pneumatische systeem loskoppelen
Vóór elk gebruik een kleine hoeveelheid conserveringsmiddel
(bijv. WD-40) via de luchtinlaat inbrengen.
Het gereedschap op het pneumatische systeem aansluiten en
ca. 30 seconden laten draaien. Hierdoor kunt u het conserve-
ringsmiddel door de binnenkant van het apparaat verspreiden
en het reinigen.
Het gereedschap van het pneumatische systeem nogmaals
loskoppelen
Doe een kleine hoeveelheid SAE 10 olie in het gereedschap
via de luchtinlaatopening en de daarvoor bestemde gaten. Het
gebruik van SAE 10 wordt aanbevolen voor het onderhoud van
pneumatische gereedschappen. Gereedschap aansluiten en
kort laten lopen.
Let op! De WD-40 kan niet worden gebruikt als de eigenlijke
smeerolie.
Veeg overtollige olie die eventueel via de uitlaatopeningen is
ontsnapt, af. Achtergebleven olie kan de afdichtingen van het
gereedschap beschadigen.
Overig onderhoud
Controleer vóór elk gebruik van het apparaat of er geen be-
schadigingen aan het apparaat zijn opgetreden. Houd meene-
mers, gereedschaphouders en assen schoon.
Laat het apparaat om de 6 maanden of na 100 bedrijfsuren door
een gekwalifi ceerd personeel in een herstelwerkplaats contro-
leren. Als het apparaat zonder de aanbevolen luchttoevoer is
gebruikt, moet het aantal inspecties van het apparaat worden
opgedreven.
Probleemoplossing
Stop het gebruik van het apparaat, zodra u een fout opmerkt.
Het gebruik van een defect apparaat kan verwondingen tot ge-
volg hebben. Reparaties of vervangingen van de onderdelen
van het gereedschap moeten door gekwalifi ceerd personeel bij
een erkende reparateur worden uitgevoerd.
I N S T R U C T I E S
83