YATO YT-09716 Manual Original página 80

Cortadora neumática
Idiomas disponibles
  • ES

Idiomas disponibles

  • ESPAÑOL, página 63
aanbevolen smeermiddelen. Er moet een veiligheidsbril worden
gedragen en we raden het dragen van geschikte handschoenen
en beschermende kleding aan. Draag bij werkzaamheden boven
het hoofd een veiligheidshelm. Als de beweging van de slijpschijf
stopt, houdt u de hele slijpmachine in een zodanige positie dat
deze niet in contact komt met een voorwerp. De slijpmachine kan
alleen worden neergelegd als de slijpschijf volledig tot stilstand
is gekomen. Tijdens het snijden moet het te bewerken materiaal
zodanig worden ondersteund dat de snijspleet op een constante
of toenemende breedte wordt gehouden totdat het snijden is vol-
tooid. Als de schijf vastzit in de snijspleet, zet dan de slijpmachi-
ne uit en maak de schijf los uit de inklemming. Controleer vóór de
voortzetting van de werkzaamheden of de slijpschijf nog correct
gemonteerd en niet beschadigd is. Slijp- en snijschijven mogen
niet voor zijdelingse slijpbewerking worden gebruikt. (Uitzonde-
ring: slijpschijven voor zijdelings slijpen.) Slijpmachines mogen
de maximale omtreksnelheid van de slijpschijf niet overschrij-
den. De bediener moet zich ervan vergewissen dat er zich geen
onbevoegde personen in het werkgebied bevinden. Draag per-
soonlijke beschermingsmiddelen zoals: handschoenen, schort
en helm. Vonken ontstaan tijdens het werken kunnen kleding
ontsteken en ernstige brandwonden veroorzaken. Zorg ervoor
dat de vonken niet in de kleding vallen. Draag brandwerende
kleding en een emmer water bij u in de buurt.
Gevaren door herhaalde bewegingen
Bij het gebruik van een pneumatisch werktuig voor repetitief
werk wordt de bediener blootgesteld aan ongemak voor han-
den, armen, schouders, nek of andere lichaamsdelen. Bij het
gebruik van pneumatisch gereedschap moet de gebruiker een
comfortabele houding aannemen om ervoor te zorgen dat de
voeten correct zijn geplaatst en vreemde of onevenwichtige
houdingen te voorkomen. De operator moet gedurende een
lange periode zijn houding veranderen om ongemak en ver-
moeidheid te voorkomen. Als de operator symptomen ervaart
zoals aanhoudend of herhaald ongemak, pijn, pulserende pijn,
tintelingen, verdoofdheid, branderigheid of stijfheid, . mag hij
deze niet negeren, hij moet de werkgever erover inlichten en
een dokter raadplegen.
Risico's verbonden aan accessoires
Gereedschap van de netvoeding loskoppelen, voordat u het
ingestoken gereedschap of accessoires vervangt. Gebruik
accessoires en verbruiksartikelen alleen in de door de fabri-
kant aanbevolen maten en typen. Gebruik geen andere typen
of maten accessoires. Zorg ervoor dat de afmetingen van de
slijpschijf compatibel zijn met die van de slijpmachine en dat
de slijpschijf op de as van de slijpmachine past. Let erop dat
soort en maat van de schroefdraad van de slijpschijf overeen-
komen met soort en maat van de spindeldraad. Controleer de
slijpschijf vóór gebruik. Gebruik geen slijpschijven die (ver-
moedelijk) gevallen of gebarsten zijn, slijpschijven met breu-
ken of barsten, of slijpschijven die anderszins beschadigd zijn.
Controleer vóór gebruik of de slijpschijf correct gemonteerd
en aangedraaid is. Start de onbelaste slijpmachine 1 minuut
in een veilige positie. Stop deze onmiddellijk als u overmatige
trillingen of andere fouten opmerkt en onderzoek vervolgens de
oorzaak van de fout. Voorkom dat de spindeltip de bodem van
de kommen, kegels of scharnieren met draadgaten aanraakt
voor bevestiging aan machinespillen door de grootte en andere
gegevens te controleren. Als bij de slijpschijf adapters of reduc-
O O R S P R O N K E L I J K E
80
NL
tiehulzen worden meegeleverd, moet de gebruiker zich ervan
vergewissen dat de adapter of de huls niet in contact komt met
de kop van de montagefl ens en dat de klemkrachten voldoende
zijn om het wegglijden van de slijpschijf tijdens het draaien te
voorkomen. Wanneer montagefl enzen in verschillende typen of
maten worden geleverd, moet u altijd de juiste fl ens(en) op de
gebruikte slijpschijf afstemmen. Vermijd direct contact met het
geplaatste gereedschap tijdens en na het werk, het kan heet
en scherp zijn. Bewaar en behandel de slijpschijven zorgvuldig
volgens de instructies van de fabrikant.
Risico's verbonden aan de werkplaats
Uitglijden, struikelen en vallen zijn de belangrijkste oorzaken
van letsels. Pas op voor gladde oppervlakken die door het
gebruik van het apparaat worden veroorzaakt en voor strui-
kelgevaar dat door de luchtinstallatie wordt veroorzaakt. Ga
voorzichtig te werk in een onbekende omgeving. Er kunnen
verborgen gevaren zijn, zoals elektriciteit of andere nutsleidin-
gen. Het pneumatisch gereedschap is niet bestemd voor ge-
bruik in een explosiegevaarlijke omgeving en is niet geïsoleerd
van contact met elektrische energie. Controleer of er geen elek-
trische kabels, gasleidingen, enz. aanwezig zijn die bij gebruik
van het apparaat tot beschadigingen kunnen leiden.
Gevaren door dampen en stof
Stof en dampen van pneumatische werktuigen kunnen een
slechte gezondheidstoestand veroorzaken (bijvoorbeeld kan-
ker, aangeboren misvormingen, astma en/of huidontsteking),
noodzakelijk zijn een risicobeoordeling en het gebruik van de
gepaste controlemiddelen met betrekking tot deze bedreigin-
gen. De risicobeoordeling heeft ook betrekking op de eff ecten
van het stof dat door het gereedschap wordt gegenereerd en
de mogelijkheid van het doen opwaaien van bestaand stof. De
bediening en het onderhoud van het pneumatisch gereedschap
moeten worden uitgevoerd in overeenstemming met de instruc-
ties in de bedieningshandleiding om de emissie van rook en
stof tot een minimum te beperken. De luchtuitlaat moet zodanig
zijn gericht dat het ontstaan van stof in een stoffi ge omgeving
tot een minimum wordt beperkt. Wanneer stof of dampen vrijko-
men, moet prioriteit worden gegeven aan de beheersing ervan
aan de bron van de emissies. Alle geïntegreerde functies en
apparatuur voor het opvangen, afvoeren of verminderen van
stof of rook moeten volgens de aanbevelingen van de fabrikant
naar behoren worden bediend en onderhouden. Gereedschap-
pen selecteren, onderhouden en vervangen die geplaatst zijn
volgens de instructies, om de toename van dampen en stof te
voorkomen. Gebruik de ademhalingsbescherming volgens de
instructies van de werkgever en volgens de hygiëne- en vei-
ligheidsvoorschriften. Bij het werken met bepaalde materialen
ontstaan stof en dampen die een explosieve atmosfeer kunnen
veroorzaken.
Lawaaihinder
Blootstelling aan een hoog geluidsniveau kan leiden tot blijvend
en onomkeerbaar gehoorverlies en andere problemen zoals
oorsuizen (rinkelen, zoemen, fl uiten of kloppen). Een risico-
beoordeling en de toepassing van passende beheersmaatre-
gelen voor deze risico's zijn noodzakelijk. Passende controles
om het risico te beperken kunnen maatregelen omvatten zoals
geluiddempende materialen om te voorkomen dat het werkstuk
‚rinkelt'. Gebruik de gehoorbescherming volgens de instructies
I N S T R U C T I E S
loading