Zodiac DF2 Serie Manual De Instalación Y De Uso página 149

❺ Probleemoplossing
• Voer bij problemen eerst deze paar eenvoudige controles uit aan de hand van de volgende
tabellen, voordat u contact opneemt met uw dealer.
• Raakt het probleem niet opgelost, neem dan contact op met uw dealer.
• : Acties die alleen een gekwalificeerde technicus mag ondernemen
5.1 I Gedrag van het apparaat
Het apparaat voert water af
Het apparaat werkt, maar de
ramen zijn bedekt met water.
De ontvochtiger blaast
warme lucht, ook al is er
geen verwarming of is deze
gedeactiveerd.
Het apparaat begint met
ontdooien
De ventilatie blijft aan,
zelfs als de ingestelde
temperatuur (temperaturen)
/ vochtigheidsgraad is (zijn)
bereikt.
• Uw apparaat geeft water af, ook wel condens genoemd. Dit water is het vocht dat
uw ontvochtiger condenseert om de lucht te drogen.
• Dit is het dauwpunt, het punt waarop de waterdamp in de lucht van toestand
verandert bij contact met een koud oppervlak. Dit verschijnsel heet condensatie.
Het betekent niet dat uw apparaat niet werkt. Dit verschijnsel is normaal omdat de
lucht vochtig is (vochtigheidsgraad van 65% in comfortabele omstandigheden) en
de buitentemperatuur laag is.
• De ontvochtigingsfunctie is gebaseerd op het thermodynamische principe waarbij
een deel van de geabsorbeerde energie wordt omgezet in warmte, die vervolgens
in de ventilatieluchtstroom wordt gebracht.
• Het koelcircuit van de ontvochtiger wordt beïnvloed door de plaatselijke
gebruiksomstandigheden. Lagere luchttemperaturen en het vochtgehalte van de
omgevingslucht zullen sneller ijsvorming veroorzaken.
• Om een goede werking te garanderen, verwijdert het apparaat alle sporen van ijs
door een korte ontdooicyclus van enkele minuten te starten.
• De ventilatie is ingeschakeld terwijl het apparaat aanstaat. Dit is de
standaardconfiguratie van het apparaat. Als de klant deze werking van de ventilatie
liever wijzigt, stelt u de ventilatiemodus in op onderbroken (zie § 3.3.1 "De
ventilatiemodus configureren") of legt u tijdsintervallen vast om een onderbroken
ventilatie vast te leggen (zie § 3.4.5 "Tijdsintervallen").
• De ventilatie blijft nog enkele minuten werken nadat de ingestelde temperatuur
en vochtigheidsgraad zijn bereikt. Dit optimaliseert de efficiëntie van het apparaat
door de resterende calorieën in de nog warme batterijen af te voeren.
NL
149