ONDERDELEN
Begeleidend systeem
2 stuk geleiderail 700 mm
1 stuk rail-verbinder
ONDERDELENPAKKET (HET IS GEEN
STANDAARDONDERDEEL LEVERING):
2 stuks schroefklemmen
1 stuk bescherming tegen terugstuiten (rooster)
BEGELEIDEND SYSTEEM (AFB. 10, 11)
De geleiderails (A) helpen voor schone, precieze sneden
En beschermen tegen schade aan oppervlaktes.
Bij het zagen met de geleiderail is de zaagdiepte 4,5 mm
minder dan de waarde van de schaal op de machine.
Voor de veiligheid kan de geleiderail met schroefklemmen
(B) vastgezet worden.
De bescherming tegen terugstuiten (D) zorgt voor een vei-
lige geleiding tijdens het zagen in het werkstuk.
Door middel van de rail-verbinder (F), kunnen 2 geleide-
rails met elkaar verbonden worden en dit zorgt voor lange,
precieze sneden.
De regeling van de rails op de montage van de geleiderail
kan door de twee instelschroeven (E) geregeld worden.
Met de aangeboden onderdelen kunnen versteksnedes,
hoeksnedes en aanpassend werk uitgevoerd worden.
Bij het eerste gebruik van deze zaag op de optionele
geleidingsrails zal ze moeten worden afgesteld om met zo
NL
min mogelijk zijwaartse beweging over de geleidingsrails
te gaan. De verstelbare nokken (Fig. 10 "E") zijn
geplaatst om die reden.
1. Plaats zaag op de geleidingsrails.
2. Draai de nokken (Fig. 10 "E") tegen de klok in tot-
dat ze vast zitten, dan enigszins met de klok mee om
afvoer toe te staan. Zet vast door de kapschroeven
van de fittingkop in het midden van elke nok (5mm
inbussleutel bij de machine geleverd) vast te schroeven
terwijl u de knoppen op hun positie houdt.
3. Beweeg de zaag heen en weer over de rails om er zeker
van te zijn dat ze soepel glijdt. Stel indien nodig nader
af.
4. Verdere afstelling kan in de toekomst nodig zijn afhan-
kelijk van het gebruik van de zaag.
Let op!
Maak het werkstuk altijd op zodanige wijze dat het niet kan
kantelen.
Beweeg de machine altijd naar voren; trek het nooit naar uw
lichaam toe.
124
OM TE ZAGEN:
1 Zet de zaag op de geleiderail.
2 Schakel de machine aan.
3 Duw de zaag langzaam naar beneden tot aan de vooraf
ingestelde zaagdiepte en duw de zaag gelijkmatig naar
voren.
INVAL-SNEDE:
Om te zagen:
1 Plaats de zaag op de geleiderail op het aangeduide
punt.
2 Maak de bescherming tegen het terugstuiten of het
rooster (onderdeel niet inbegrepen) vast aan het voorste
en achterste snijpunt op de geleiderail.
3 Schakel de machine aan.
4 Duw de zaag langzaam naar voren tot aan de vooraf
ingestelde zaagdiepte en duw de zaag gelijkmatig over
de geleiderail naar het voorste snijpunt.
VERSTEKSNEDEN:
Voor versteksneden moet u de twee stelschroeven (E) een
halve draai naar rechts draaien na het plaatsen van de
zaag. Dit helpt ongewenst hellen van de zaag in de schu-
instaande positie te voorkomen. Draai de stelschroeven
(E) enkel vast tot aan het punt waar de zaag nog langs de
rails kan worden geduwd. Hiermee helpt u voorkomen dat
de bediener gewond raakt of de machine schade oploopt.