•
Het inademen van vernevelde olie en/of houtstof kan irritatie en vergiftiging van de luchtwegen veroorzaken. Raadpleeg
bij langdurige klachten een gespecialiseerde arts.
•
Het lekken van vloeistof uit de batterij kan letsel bij de bediener veroorzaken. Niet de vloeistof van de batterij aanraken.
In geval van contact onmiddellijk spoelen met schoon water. Als de vloeistof in contact komt met de ogen, grondig
uitspoelen met schoon water en onmiddellijk een gespecialiseerde arts raadplegen
LET OP!
Lees zorgvuldig de volgende instructies. Het niet naleven ervan kan elektrische schokken, brand of ernstige
schade veroorzaken.
2.2.1
Veiligheid op de werkplek
•
Gebruik de schaar alleen bij goed zicht. Een slecht verlicht werkgebied kan ongelukken veroorzaken. Ga niet snijden
bij slechte verlichtingsomstandigheden, zoals in het donker in gesloten of open ruimtes, 's nachts, bij zonsopgang en
zonsondergang of met stof/ zand in de lucht waardoor er een helder zicht is van minder dan 2 meter. Om te verifiëren
of het zicht aanvaardbaar is, plaatst u het product op 2 meter afstand met de etiketten naar voren gericht; bij
voldoende zicht zijn de etiketten goed leesbaar.
•
Gebruik de schaar niet in een explosieve, ontvlambare of vochtige omgeving.
•
Houd kinderen, toeschouwers of dieren op gepaste afstand alvorens de schaar in werking te zetten om gevaren of
letsel te voorkomen. Houd bij het bepalen van de veilige afstand rekening met het risico dat de levende takken naar
mensen, voorwerpen of dieren worden geslingerd. Onder normale spanningsomstandigheden bedraagt de juiste
veilige afstand 5 meter van de uiteinden van de takken.
2.2.2
Elektrische veiligheid
•
De meegeleverde oplader moet worden gebruikt in een stopcontact dat compatibel is voor de stroomsterkte en
voedingsspanning. Breng geen wijzigingen aan in de stekker of het stopcontact.
•
Stel vóór, tijdens en/of na het gebruik de schaar niet bloot aan regen, vochtige omgevingen, water of andere vochtige
condities, teneinde het risico op elektrische schokken of kortsluitingen te voorkomen.
•
Bescherm de schaar tegen warmtebronnen, olie, oplosmiddelen, scherpe randen of bewegende onderdelen.
2.3
Gebruik
•
Gebruik het gereedschap alleen voor de doeleinden beschreven in par. "Beschrijving van het product". Elk ander gebruik
kan leiden tot ongevallen en wordt uitdrukkelijk door de Fabrikant verboden.
•
Gebruik het gereedschap niet als het beschadigd, niet correct afgesteld of niet volledig gemonteerd is.
•
Bewaar de schaar met de messengroep (1-2) gesloten.
•
Draag een beschermbril of een gezichtsmasker, veiligheidsschoenen, werkhandschoenen tegen trillingen en
geluidswerende oordoppen (par. 3.8).
•
Neem een stabiele en veilige werkpositie aan die een perfect evenwicht garandeert (bijvoorbeeld een vlakke en droge
ondergrond).
•
Het ingeschakelde display (9) geeft aan dat het gereedschap in werking is.
•
Stel het gereedschap niet bloot aan de regen. Bewaar het gereedschap op een droge plaats.
•
Gebruik geen andere oplader dan geleverd door de Fabrikant. Het niet in acht nemen van dit voorschrift kan ernstige
schade aan het gereedschap en de gebruiker toebrengen.
•
Wanneer de schaar niet wordt gebruikt, haalt u de batterij eruit en bewaart u deze op een schone en droge plaats.
2.4
Onderhoud
LET OP!
Draag veiligheidsschoenen, snijbestendige werkhandschoenen en een beschermbril, voordat u onderhoud of
mechanische afstellingen aan het gereedschap gaat verrichten.
•
Elke reguliere reparatie- of onderhoudsingreep kan worden uitgevoerd door een bediener die over de noodzakelijke
fysieke en intellectuele eigenschappen beschikt, zoals door de werkgever is vastgesteld.
•
De buitengewone onderhoudswerkzaamheden (bijv. demontage van het overbrengingsmechanisme of van de
regelelektronica) of reparaties moeten door een mechanische onderhoudstechnicus worden verricht.
•
Koppel voor elke afstel- of onderhoudshandeling het gereedschap los van de batterij.
•
Tijdens de onderhouds- of reparatiewerkzaamheden dienen onbevoegde personen op een afstand van minstens 2
meter bij het gereedschap vandaan te blijven.
•
De beschermingen of veiligheidsvoorzieningen (waar aanwezig) mogen uitsluitend buiten werking worden gesteld voor
buitengewoon onderhoud en alleen door een mechanische onderhoudstechnicus, die de veiligheid van de bedieners
waarborgt en schade aan het gereedschap voorkomt, en die de werking van de beschermingen en
veiligheidsvoorzieningen zelf herstelt aan het einde van het onderhoud.
•
Alle onderhoudswerkzaamheden die niet in deze handleiding zijn beschreven moeten worden uitgevoerd in de Erkende
Servicecentra aangewezen door de Fabrikant.
•
Aan het einde van de onderhouds- of reparatiewerkzaamheden mag het gereedschap pas weer worden gestart na de
toestemming van een mechanische onderhoudsmonteur, die zich ervan moet vergewissen of:
-
de werkzaamheden volledig zijn uitgevoerd;
-
het gereedschap perfect werkt;
-
de veiligheidssystemen actief zijn;
-
niemand met het gereedschap aan het werk is.
Pag. 126
Handleiding voor Gebruik en Onderhoud - Instructies
Originelen Herz. : 00, datum 01/07/2022