3
De zender installeren
1. Selecteer een locatie voor de zender.
Plaats de omheiningszender als volgt:
• In de buurt van een stopcontact.
• Binnenshuis, in een droge, goed geventileerde en
beschermde ruimte, waar de temperatuur niet lager
dan -20°C of hoger dan 40°C wordt.
• In de buurt van een raam of op een muur waar je doorheen
kunt boren, aangezien de grensdraad begint bij de zender
en verderop het gebouw verlaat.
• Minstens 1 meter bij grote metalen objecten of apparaten
vandaan, omdat deze items de consistentie van het signaal
kunnen beïnvloeden.
• Op een locatie waar je de zender kunt horen en toegang
tot de zender hebt in het geval van systeemalarmen.
2. Monteer de zender met het meegeleverde
bevestigingsgereedschap en het montagesjabloon achterin
deze handleiding. Gebruik schroeven en ankers voor montage
op gipsplaat en alleen schroeven voor montage op een ander
oppervlak. Zodra de schroeven op hun plaats zitten, lijn je de
gaten aan de achterkant van de zender uit op de schroeven
en schuif je de zender omlaag om deze vast te zetten.
Sluit de zender of draden nog niet aan. Dit doe je in een
latere stap.
55