NEDERLANDS
Verzeker u ervan dat er een goede aarding is.
De kabels kunnen worden aangesloten op de centrale printplaat in de binnenunit. Bij modellen
zonder aftakdoos zal de fabrikant dit doen.
Verbinding van de koelkanalen.
Fig. 12.
Uitbreiding van de verbindingsbuizen
Fig. 13.
De buizen kunnen in 3 richtingen uitgebreid worden, zoals aangegeven met nummers in de
figuur. 12. Wanneer u de buizen richting 1 of 3 plaatst, maak indien nodig een snee met een
breekmes in de gleuf aan de zijkant van de binnenunit.
Plaats de buis in de richting van het gat in de muur en sluit de koperen buizen aan. Verbind de
afvoerbuis en de elektrische kabels met tape, met de afvoerbuis naar beneden gericht zodat
het water met gemak weg kan lopen.
Opmerking:
Verwijder het deksel niet van de buizen voordat ze goed aangesloten zijn om vochtproblemen
te vermijden en om te vermijden dat er vuil in komt.
Als de buizen vaak gebogen of uitgerekt worden kunnen ze schade oplopen. Buig de buizen niet
meer dan 3 keer op dezelfde plaats.
Om gebogen of uitgerekte buizen uit te breiden, rol ze voorzichtig af zoals getoond in de figuur.
13.
Aansluitingen van de binnenunit
1.
Dynamometrische sleutel
Fig. 14.
De aansluitingen moeten aan de buitenkant zitten
Fig. 15.
1. Verwijder het deksel van de buizen van de binnenunit (controleer of er geen vuil in zit).
2. Plaats de flare moer en maak een flens aan het uiteinde van de verbindingsbuis zodat de
andere buis erop past.
3. Gebruik 2 sleutels en draai ze in de tegenovergestelde richting om de connectoren vast te
draaien.
4.
Met de koelmiddelen R32/R290 moeten de mechanische connectoren zich aan de
buitenkant bevinden.
Afvoer van condenswater in de binnenunit
286
ENERGYSILENCE 12000 AIR CLIMA CONNECTED
Fig. 16.
Het afvoeren van het water in de binnenunit is noodzakelijk voor een goede installatie.
1. Steek de aansluiting van de buizen in de bijhorende sleuf.
2. Duw om de aansluiting van de buizen aan de basis te bevestigen.
Opmerking:
Plaats de afvoerslang onder de buizen en trek deze voorzichtig naar beneden. Zorg dat er geen
siffons ontstaan.
De afvoerslang moet naar beneden hellen om de afvoer te vergemakkelijken.
Buig of draai de afvoerslang niet. Laat het uiteinde niet uitsteken of onder water komen te
staan. In het geval u de afvoerslang wil verlengen, zorg dat u deze verlenging isoleert voor u
ze inbrengt in de binnenunit.
Als u de leidingen aan de rechterkant installeert moeten zowel de leiding als de kabel als de
afvoerslang geïsoleerd worden.
Eens de leidingen volgens de instructies geïnstalleerd zijn, installeert u de aansluitkabels.
Installeer nu de afvoerslang. Eens verbonden, isoleer de leidingen, de kabels en de afvoerslang
met isolerend materiaal.
1. Plaats de leidingen, de kabels en de afvoerslang goed.
2. Isoleer de aansluitingen van de leidingen en bedek ze met vinyltape om ze te beveiligen.
3. Steek de beveiligde leidingen, de kabels en de afvoerslang door het gat in de muur en
monteer de binnenunit op een veilige manier boven op de montageplaat.
4. Duw de onderkant van de binnenunit tegen de montageplaat.
Fig. 17.
1.
Afdekken met vinyltape
2. Isolerende mouw
3. Koelleidingen
4. Afvoerslang voor condenswater
5. Sondekabel (voor de warmtepomp)
6. Verbindingskabel (voor de warmtepomp)
7.
Verbindingskabel
8. Koelgeleiding
Montageplaat
Fig. 18
Installatie van de buitenunit
Veiligheidsafstanden voor de installatie (mm)
Fig. 6.
NEDERLANDS
ENERGYSILENCE 12000 AIR CLIMA CONNECTED
287