5
INSTELLINGEN VOOR DE VERWARMINGSFASE (CH)
OPM.: In geval van een installatie (I5),lgebeurt de programmering
van de verwarming onafhankelijk voor elke zone op de overeenkom-
stige omgevingseenheden QAA 70, enkel indien op het controlesy-
steem het automatische werkregime werd ingesteld.
Preselectie van de dag in de week
5
Voor de selectie van de dag of volledige week waarvan men de tijdsin-
tervallen voor verwarming wenst te programmeren.
a) Druk op de knoppen voor selectie van de regels om regel 5 te selec-
teren.
b) Druk op de knoppen +/– voor preselectie van de volledige week of
afzonderlijke dag.
1—7 = selectie van volledige week.
1...7 = nummer van geselecteerde dag.
– Deze instelling moet gebeuren alvorens de tijdsintervallen in te voeren.
– Voor elke dag waarvoor men verschillende omschakeluren moet
toepassen moet de preselectie van de afzonderlijk dag herhaald
worden en daarna de invoering van de tijdsintervallen. Wij raden
aan om eerst de weekblok (1 – 7) te selecteren voor de invoering
van de omschakeluren die toegepast worden voor de meer-
derheid van de dagen. Selecteer vervolgens de afzonderlijke dagen
(1...7) om de nodige instellingen te maken
6
Omschakeluren (tijdsintervallen) van het
programma van de timer
Dit is de instelling van de omschakeluren voor het programma van
de timer wanneer de voorgeschreven temperatuurwaarden voor het
verwarmingscircuit gaan veranderen.
a) Druk op de knop voor selectie van de regel om regel 6–11 te
selecteren.
b) Druk op de knoppen meer/ minder voor de instelling van de
omschakeluren op elke regel.
Preselecteer allereerst de dag in de week (regel 5) waarvoor de
omschakeluren moeten ingevoerd worden! Bij invoering van de uren
zal het programma omschakelen naar de overeenstemmende voor-
geschreven temperatuurwaarden. De onderstaande tabel illustreert
bij welke uren de voorgeschreven waarden worden geactiveerd.
Regel
Omschakelpunt
6
Aanvangsuur periode 1
7
Beëindigingsuur periode 1
8
Aanvangsuur periode 2
9
Beëindigingsuur periode 2
10
Aanvangsuur periode 3
11
Beëindigingsuur periode 3
70
Setpoint voor de omgevingstemperatuur (comfort)
Deze parameter geeft de setpointwaarde van de omgevingstempe-
ratuur weer. De regelaar zorgt voor een klimaatcompensatie van de
temperatuur aan de perszijde in functie van de buitentemperatuur.
Indien de omgevingstemperatuur voor comfort niet bereikt werd, kan
men als volgt te werk gaan:
1 vermeerder het setpoint met de draaiknop van de regelaar
2 vermeerder de helling van de verwarmingscurve (parameter).
Setpoint temperatuur
Standaard
Setpoint draaiknop
06:00
Verlaagd setpoint
22:00
Setpoint draaiknop
—:—
Verlaagd setpoint
—:—
Setpoint draaiknop
—:—
Verlaagd setpoint
—:—
14
Verlaagd setpoint voor de omgevingstemperatuur
Voor de instelling van lagere omgevingstemperaturen tijdens bepaalde
periodes, bv. 's nachts, om energie te besparen. De verwarmingsinstalla-
tie heeft drie verschillende setpoints die kunnen ingesteld worden:
– het verlaagde setpoint voor de omgevingstemperatuur dat hier
beschreven wordt
– het setpoint voor de omgevingstemperatuur (ingesteld met de draaiknop)
– het antivriessetpoint voor de omgevingstemperatuur (instelling op
regel 15).
a) Druk op de knoppen voor selectie van de regels om regel 14 te selecteren.
b) Druk op de knoppen +/- om het verlaagde setpoint voor de omgevingstempe-
ratuur in te stellen.
Instelveld
Eenheid
TRF...TRN
TRF = Omgevingstemperatuur voor antivriesbeveiliging
(instelling op regel 15)
TRN = Setpoint voor omgevingstemperatuur
(ingesteld met de draaiknop)
15
Antivriessetpoint voor de omgevingstemperatuur
Deze functie moet voorkomen dat de omgevingstemperatuur daalt
onder de ingestelde antivrieswaarde.
a) Druk op de knoppen voor selectie van de regels om regel 15 te selecteren.
b) Druk op de knoppen +/- om het antivriessetpoint voor de omge-
vingstemperatuur in te stellen.
Plage de réglage
Unité
4...TRRw
TRRw = verlaagd setpoint voor omgevingstemperatuur
(instelling op regel 14)
16
Omschakeltemperatuur zomer/winter
De omschakeltemperatuur zomer/winter is het criterium voor
de automatische zomer/winter omschakeling van de verwar-
mingsinstallatie.
a) Druk op de knoppen voor selectie van de regels om regel 16 te selecteren.
b) Druk op de knoppen +/- voor de selectie van de omschakeltemperatuur
zomer/winter.
Instelveld
Eenheid
8...30.0
De uitgemiddelde buitentemperatuur (Taged) wordt berekend per inter-
vallen van 10 minuten in functie van de effectieve buitentemperatuur
(Takt) en werkt rechtstreeks in op de omschakeling zomer/winter.
TAakt = Effectieve buitentemperatuur
TAged = Uitgemiddelde buitentemperatuur
Instelling in fabriek
°C
16
Réglage d'usine
°C
10
Instelling in fabriek
°C
17
ES
ENG
FR
BE
105