Verwarmingsinstallatie Met Externe Boiler En 4 Zones; Gecontroleerd Door Mengventiel, Pomp En Vloerinstallatie (I5) - Sime RVA 47.320 Manual Del Usuario

3.4.5 Instelling van de parameters
Opdat de regelaar deze installatie herkent moeten de volgende para-
meters worden ingesteld (zie tabel).
Identificatie installatie
– Instelwijze = INSTALLATEUR
(zie Par. Instelniveaus voor de parameters)
Par Beschrijving
121 Programma warm tapwater
127 Prioriteit warm tapwater
140 Adres LPB
148 Klok
170 Besturing input H1
173 Werking contact aangesloten met H1
OPM.: Bij verwarmingsketels zonder condensatie moet de temper-
atuur aan de terugvloeizijde van de verwarmingsketel verhoogd wor-
den. Verder moeten problemen veroorzaakt door rookcondensatie
vermeden worden. Wijzig hiervoor de parameter 22 OEM.
– Instelwijze = FABRIKANT
(zie Par. Instelniveaus voor de parameters)
Beschrijving
22 Min. grens temp. terugvloeizijde cascade
44 Beveiliging tegen afkoeling accumulatie warm tapwater 2
3.4.6 Controle correcte herkenning
Om te controleren of de regelaar de installatie correct heeft herkend
3.5. 1 Besturing van max. 4 opeenvolgende verwarmingsketels met externe boiler en 4 zones gecontroleerd door mengventiel,
pomp en vloerinstallatie
Hydraulisch circuit
PPS BUS
CALDAIA 1 KETEL 1 CALDAIA 2 KETEL 2
LEGENDE
SM Sonde perszijde cascade (QAD 21)
SE Externe sonde (QAC 31)
SB Sonde boiler (QAZ 21)
SI Hydraulische scheider
SR Sonde terugvloeizijde
cascade (QAD21)
100
Default Set-up
waarden Master Slave
1 2
1 0
1 1
3 3
0 1
1 0
Default waarden
8
LPB BUS
SE
RVA
47.320
C1
M
CALDAIA 3 KETEL 3 CALDAIA 4
KETEL 4
SR
IP Vloerinstallatie
UA Omgevingseenheden 2-3-4
van zone (QAA 70)
PZ Zonepompen
1-2-3-4
PB Pomp boiler
SZ Zonesonde (QAD 21/QAZ 21)
VM Drieweg mengventiel
in functie van de ingegeven parameters, moet de parameter "installa-
teur" op regel 53 worden weergegeven. Hier moet installatie n° 35
vermeld worden.
3.5 VERWARMINGSINSTALLATIE MET EXTERNE BOILER
EN 4 ZONES GECONTROLEERD DOOR MENGVENTIEL,
POMP EN VLOERINSTALLATIE (I5).
RVA
Samenvatting van de eigenschappen:
– Besturing van meerdere zones via mengventielen, zonepompen en
-
zonesondes.
-
– Zelfaanpassing aan de warmtevraag.
2
– Automatische omschakeling zomer/winter.
1
– Weekprogrammering van de verwarming.
-
– Weekprogrammering van het warm tapwater.
-
De onderdelen van de te gebruiken kit zijn:
Code Beschrijving
RVA 47.320 Controlecentrale cascade verwarmingsketels
QAC31 Sonde buitentemperatuur
QAD21 Sonde temperatuur perszijde/terugvloeizijde cascade
QAZ21 Sonde temperatuur boiler
–– "Albatros" brug voor configuratie
Set-up
–– Kit met 4 etiketten voor nummering verwarmingsketels 1
20
–– Kit met 4 configuratieweerstanden
1
OPM.: De drie zoneregelaars RVA 46.531, de 4 omgevingseenheden
QAA 70 en de zonesondes QAD 21/QAZ 21 moeten afzonderlijk
worden aangekocht.
PB
PZ1
SM
SI
SB
R
BOLLITORE
BOILER
(separato)
(afzonderlijk)
4 ketels 6 ketels
UA2 UA3
RVA RVA
46.531 46.531
C2
C2
VM
VM
PZ3 PZ4
PZ2
SZ
TMAX Thermostaat voor oververhitting
C1 Regelaar RVA 47.320
C2 Regelaar RVA 46.531
(*) Voor de regelaars RVA 46.531 en de
omgevingseenheid QAA 70: zie bijbehorende
handleiding.
Aantal tot:
1 2
1 1
2 2
1 1
4 6
2
1 2
UA4
RVA
46.531
C2
TMAX
SZ
IP