28. Sluit verstekzagen tijdens het zagen aan op een
stofvanginrichting.
29. Selecteer de zaagbladen in overeenstemming
met het te zagen materiaal.
30. Wees voorzichtig wanneer u gleuven zaagt.
31. Vervang de zaagsnedeplaat wanneer deze ver-
sleten is.
32. Gebruik geen zaagbladen die van sneldraaistaal
zijn gemaakt.
33. Sommig stofafval van de zaagbediening bevat
chemicaliën die kanker, geboorteafwijkingen of
andere voortplantingsdefecten kunnen veroorza-
ken. Een paar voorbeelden van deze chemicaliën
zijn:
• llood van materiaal dat met loodhoudende inkt
is geverfd
• larseen en chroom van chemisch behandeld
timmerhout
Het gevaar van blootstelling hangt af van hoe
vaak u dit soort werk uitvoert. Om blootstelling
aan deze chemicaliën tot een minimum te beper-
ken, dient u in een goed geventileerde omgeving
te werken en gebruik te maken van goedge-
keurde veiligheidsapparatuur zoals stofmaskers
die speciaal ontworpen zijn voor het filtreren van
microscopische deeltjes.
34. Zorg altijd dat het zaagblad scherp en schoon is
om het voortgebrachte geluid tot een minimum
te beperken.
35. De gebruiker dient volledig vertrouwd te zijn met
het gebruik, de afstelling en de bediening van
het gereedschap.
36. Gebruik juist aangescherpte zaagbladen. Neem
altijd de maximale snelheid, die op het zaagblad
is aangeduid, in acht.
37. Probeer niet om afgezaagde stukken of andere
delen van het werkstuk uit het zaaggebied te ver-
wijderen terwijl het gereedschap nog draait en
de zaagkop niet in de uitgangspositie staat.
BEWAAR DEZE VOORSCHRIFTEN
INSTALLEREN
Het gereedschap op de werktafel monteren
Bij de verscheping uit de fabriek is het handvat door mid-
del van de aanslagpen in de omlaagpositie vergrendeld.
Ontgrendel de aanslagpen door het handvat ietwat
omlaag te drukken en aan de aanslagpen te trekken.
(Fig. 1)
Dit gereedschap dient op een vlak en stabiel oppervlak
te worden gemonteerd door middel van vier bouten die u
vastdraait in de boutgaten in de voet van het gereed-
schap. Hierdoor wordt voorkomen dat het gereedschap
omkantelt
en
mogelijk
(Fig. 2)
verwondingen
veroorzaakt.
BESCHRIJVING VAN DE FUNCTIES
LET OP:
• Controleer altijd of het gereedschap is uitgeschakeld
en zijn stekker uit het stopcontact is verwijderd alvo-
rens de functies op het gereedschap te controleren of
af te stellen.
Veiligheidskap (Fig. 3 en 4)
Wanneer het handvat omlaag wordt gebracht, gaat de
veiligheidskap automatisch omhoog. De veiligheidskap
keert terug naar haar oorspronkelijke positie wanneer het
zagen is voltooid en het handvat omhoog wordt gebracht.
ZET DE BESCHERMKAP NOOIT VAST EN VERWIJ-
DER NOOIT DE BESCHERMKAP OF DE VEER DIE
ERAAN IS BEVESTIGD.
Voor uw persoonlijke veiligheid dient de veiligheidskap
altijd in goede staat te worden gehouden. Elke onregel-
matigheid in de werking van de veiligheidskap dient
onmiddellijk te worden hersteld. Controleer of de veer
goed werkt zodat de veiligheidskap goed terugkeert.
GEBRUIK HET GEREEDSCHAP NOOIT WANNEER DE
VEILIGHEIDSKAP
OF
DEFECT, OF VERWIJDERD ZIJN. DIT IS NAMELIJK
BIJZONDER GEVAARLIJK EN KAN ERNSTIGE VER-
WONDINGEN VEROORZAKEN.
Als de doorzichtige veiligheidskap vuil is of met zaagsel
is bedekt zodat het zaagblad en/of het werkstuk niet
meer goed zichtbaar is, haal dan de stekker uit het stop-
contact en maak de veiligheidskap met een bevochtigde
doek goed schoon. Gebruik voor het reinigen van de
plastic veiligheidskap nooit oplosmiddelen of benzine-
houdende schoonmaakmiddelen.
Als de veiligheidskap erg vuil is zodat het zaagblad moei-
lijk te zien is, gebruik dan de dopsleutel om de zeskante
bout van de middenkap los te draaien.
Draai de zeskante bout linksom los en breng de veilig-
heidskap en de middenkap omhoog. In deze positie kan
de veiligheidskap grondiger en gemakkelijker worden
schoongemaakt. Voer de bovenstaande procedure in de
omgekeerde volgorde uit en draai de bout weer vast
nadat het schoonmaken is voltooid. Verwijder de veer
van de veiligheidskap niet. Wanneer de veiligheidskap
door ouderdom of blootstelling aan UV-licht verkleurd is
geraakt, neem dan contact op met een Makita service-
centrum voor een nieuwe veiligheidskap. DE VEILIG-
HEIDSKAP NOOIT VASTZETTEN OF VERWIJDEREN.
Afstellen van de zaagsnedeplaten (Fig. 5, 6 en 7)
Om scheuren op de uitlaatkant van een snede tot een
minimum te beperken, is dit gereedschap voorzien van
zaagsnedeplaten in de draaitafel. De zaagsnedeplaten
zijn in de fabriek zodanig afgesteld dat het zaagblad niet
met de zaagsnedeplaten in contact komt. Stel de
zaagsnedeplaten als volgt af alvorens het gereedschap
in gebruik te nemen.
DE
VEER
BESCHADIGD,
63