Verticale spanschroef (Fig. 36)
De verticale spanschroef kan op twee plaatsen worden
gemonteerd: aan de linkerkant of aan de rechterkant van
het draaibaar voetstuk. Steek de spanschroefstang in het
gat in het draaibaar voetstuk.
Zet de arm van de spanschroef in de positie die geschikt
is voor de dikte en vorm van het werkstuk, en zet de arm
vast door de schroef vast te draaien. Zet de arm van de
spanschroef in de positie die geschikt is voor de dikte en
vorm van het werkstuk, en zet de arm vast door de
schroef vast te draaien. Als de schroef waarmee de
spanschroef arm is vastgezet de slede raakt, monteert u
de schroef aan de tegenoverliggende zijde van de arm.
Controleer of geen enkel deel van het gereedschap in
aanraking komt met de spanschroef wanneer het hand-
vat volledig omlaag wordt gebracht en de slede helemaal
naar achteren of naar voren wordt getrokken of geduwd.
Indien dit wel het geval is, moet u de positie van de span-
schroef veranderen.
Druk het werkstuk vlak tegen de geleider en het draai-
baar voetstuk. Plaats het werkstuk in de gewenste zaag-
positie en zet het stevig vast door de knop van de
spanschroef vast te draaien.
Door de spanschroefknop 90° linksom te draaien, kan de
spanschroefknop omhoog en omlaag worden bewogen
zodat snel plaatsen en verwijderen van het werkstuk
mogelijk is. Om na het plaatsen het werkstuk vast te zet-
ten, draait u de spanschroefknop rechtsom.
LET OP:
• Tijdens alle bedieningen moet het werkstuk door de
spanschroef stevig tegen het draaibaar voetstuk en de
geleider worden gedrukt.
Horizontale spanschroef (los verkrijgbaar
accessoire) (Fig. 37 en 38)
De horizontale spanschroef kan in twee posities aan de
linkerzijde of de rechterzijde van het voetstuk worden
geïnstalleerd. Voor het maken van versteksneden van
15° of meer, installeert u de horizontale spanschroef aan
de tegenovergestelde zijde van de richting waarin het
draaibaar voetstuk zal worden gedraaid.
Door de moer van de spanschroef naar links te tikken
wordt de spanschroef in de vrije stand gezet en kunt u
deze snel naar binnen en naar buiten bewegen. Om het
werkstuk te grijpen, duwt u de knop van de spanschroef
naar voren totdat de spanschroefplaat in aanraking komt
met het werkstuk en dan tikt u de spanschroefmoer naar
rechts. Draai vervolgens de spanschroefknop naar rechts
om het werkstuk vast te zetten.
Met de horizontale spanschroef kunt u werkstukken met
een maximale breedte van 215 mm vastzetten.
LET OP:
• Zet de spanschroefmoer altijd zo ver mogelijk naar
rechts wanneer u het werkstuk vastzet. Als u dit ver-
zuimt, zal het werkstuk mogelijk niet goed vastzitten.
Het werkstuk kan dan weggeslingerd worden, hetgeen
beschadiging van het zaagblad, verlies van controle
over het gereedschap en mogelijke PERSOONLIJKE
VERWONDING kan veroorzaken.
• Bij het zagen van een dun werkstuk, zoals een plint,
tegen de geleider, gebruikt u altijd de horizontale span-
schroef.
Houders (los verkrijgbaar accessoire) (Fig. 39)
U kunt de houders aan beide zijden van het gereedschap
aanbrengen om de werkstukken goed horizontaal te hou-
den. Steek de houderstangen in de gaten in het voetstuk
en stel hun lengte af in overeenstemming met het werk-
stuk. Zet vervolgens de houders stevig vast met de
schroeven.
LET OP:
• Ondersteun lange werkstukken altijd op gelijke hoogte
met het bovenvlak van het draaibaar voetstuk, om
nauwkeurige zaagsneden te krijgen en gevaarlijk ver-
lies van controle over het gereedschap te voorkomen.
BEDIENING
LET OP:
• Alvorens het gereedschap wordt ingeschakeld, dient
het handvat uit zijn laagste positie te worden gehaald
door de aanslagpen naar buiten te trekken.
• Zorg ervoor dat het zaagblad niet in aanraking is met
het werkstuk e.d. voordat u de trekschakelaar indrukt.
• Oefen tijdens het zagen geen overmatige druk op het
handvat uit. Wanneer u te hard drukt, kan de motor
overbelast raken en/of de zaagcapaciteit verminderen.
Druk alleen zo hard als nodig is voor soepel zagen zon-
der dat de draaisnelheid van de zaag aanzienlijk ver-
mindert.
• Druk het handvat zachtjes naar beneden om te zagen.
Indien het handvat met geweld naar beneden wordt
gedrukt of zijwaartse druk erop wordt uitgeoefend, zal
het zaagblad trillen en een merkteken (zaagteken) in
het werkstuk achterlaten, en zal ook de zaagsnede
minder nauwkeurig zijn.
• Voor glijdend zagen duwt u de slede langzaam en zon-
der te stoppen naar de geleider. Als de slede tijdens
het zagen wordt gestopt, zal een merkteken in het
werkstuk achterblijven en zal de zaagsnede minder
nauwkeurig zijn.
1.
Drukkend zagen
(zagen van kleine werkstukken) (Fig. 40)
Werkstukken die maximaal 68 mm hoog en 160 mm
breed zijn kunt u als volgt zagen.
Nadat u de aanslaghendel rechtsom hebt gedraaid en de
slede in de gewenste stand hebt gedraaid, duwt u de
slede helemaal in de richting van de geleider en draait u
de borgschroef rechtsom vast, en trekt u de borghendel
naar u toe om de slede te vergrendelen. Zet het werkstuk
vast met de spanschroef. Schakel het gereedschap in
zonder dat het zaagblad met het werkstuk in contact is,
en wacht totdat het zaagblad op volle toeren draait.
Breng dan het handvat langzaam omlaag naar de laag-
ste positie om het werkstuk te zagen. Nadat het zagen is
beëindigd, schakelt u de machine uit. WACHT TOTDAT
HET ZAAGBLAD VOLLEDIG TOT STILSTAND IS
GEKOMEN alvorens het zaagblad in zijn hoogste positie
terug te zetten.
LET OP:
• Draai de borgschroef stevig rechtsom vast en trek de
borghendel stevig naar u toe zodat de slede niet
beweegt tijdens het zagen. Als de knop niet goed vast-
gedraaid is, kan het zaagblad onverwachts worden
teruggeslagen, wat ernstige PERSOONLIJKE VER-
WONDING kan veroorzaken.
67