Husqvarna CL400 Manual De Uso Y Mantenimiento página 208

Máquina de cableado profesional
Ocultar thumbs Ver también para CL400:
Tabla de contenido
Idiomas disponibles
  • ES

Idiomas disponibles

  • ESPAÑOL, página 46
Nederlands
MOGELIJKE PROBLEMEN EN OPLOSSINGEN
A.
De motor start niet:
Controleer of er brandstof in de brandstoftank zit (afb. 1, nr. 1).
Zorg ervoor dat de brandstofkraan, indien aanwezig op de motor, open staat.
Zorg ervoor dat de gashendel (afb. 1, nr. 3) in de START-stand staat als de motor koud is.
Zorg ervoor dat de gashendel niet in de START-stand staat als de motor heet is (hierdoor kan de motor
overstromen).
Zorg ervoor dat de gashendel niet in de STOP-stand staat.
Zorg ervoor dat de brandstof bij de carburateur terechtkomt.
Controleer of het luchtfilter niet verstopt is (zie de handleiding van de motor).
Zorg ervoor dat het ontluchtingsgat op de brandstofkraan niet verstopt is (afb. 1, nr. 1).
Zorg ervoor dat de bougie de noodzakelijke vonk kan leveren.
Neem contact op met uw dealer als deze inspecties het probleem niet kunnen oplossen.
C.
De boor, met de bijbehorende activeringshendel goed ingeschakeld, draait niet:
Controleer of de riem niet versleten is.
Controleer of de riem van de poelies is losgeraakt.
Zorg ervoor dat de hendel voldoende tractie kan leveren aan de riem.
D.
De boor, met de bijbehorende activeringshendel uitgeschakeld, blijft draaien:
Controleer of de poelierem is ingeschakeld. Als dit niet het geval is, verwijdert u de kap en maakt u de afstelling
losser totdat de remvoering contact maakt met de rand van de poelie.
Controleer of de remvoering is verbruikt.
E.
De machine werkt niet goed. Controleer:
Of de boor niet overmatig versleten is.
Of de boor is geïnstalleerd en niet kapot is.
Of het luchtfilter (zie de handleiding van de motor) niet verstopt is, wat leidt tot een aanzienlijke afname van het
motorvermogen. Als dit het geval is, reinigt u het met perslucht of vervangt u het door een nieuw luchtfilter dat
door uw erkende dealer wordt geleverd.
Of de brandstoftank niet bijna leeg is.
Of het motoroliepeil niet onder het minimumniveau ligt (afb. 1, nr. 11).
F.
Als de rijhendel goed is ingeschakeld, beweegt de machine niet:
Als de draad van het doorvoermechanisme te los zit, stelt u deze af met de juiste regelaar (afb. 1, nr. 5).
Controleer of de aandrijfriemen van de transmissie niet overmatig versleten zijn.
Controleer of de ketting niet gebroken of te los is.
Controleer of de koppelingsplaten in de versnellingsbak niet overmatig versleten zijn.
G.
De machine is abnormaal moeilijk te sturen:
Controleer of de hendel (afb. 12, nr. 1) niet los zit.
H.
De steun van de boor schuift niet, waardoor vervanging van de boor zelf wordt belemmerd:
Reinig het mechanisme en verwijder eventueel aanwezige resten. (Zie de paragraaf "STEUN BOOR REINIGEN EN
ONDERHOUDEN").
Zorg ervoor dat er na een bepaalde periode van gebruik geen roest in het systeem is ontstaan. (Zie de paragraaf
"STEUN BOOR REINIGEN EN ONDERHOUDEN").
I.
De isolatie van de bedekte kabel kan in gevaar worden gebracht:
Het kabeluitvoergat van de doorvoerbuis is beschadigd. Vervang de buis.
De buis waar de kabel doorheen loopt, die deel uitmaakt van de doorvoerbuis, is vuil. Maak het apparaat goed
schoon.
Pas de draadregelaars nooit aan als u niet weet wat hun doel is!
Dergelijke handelingen kunnen een goede werking van de machine in gevaar brengen!
208
Tabla de contenido
loading

Tabla de contenido