Nederlands
•
Trek krachtig aan de starthendel van de motor (afb. 1, nr. 2). Wacht een paar minuten voordat u de machine
gebruikt, zodat de motor de juiste bedrijfstemperatuur kan bereiken.
•
Volg ook de instructies in de handleiding van de motor.
Voordat u werkzaamheden start
•
Plaats de kabel op de spoel, stel de kabellegdiepte van de machine af en bind het losse uiteinde van de kabel
vast aan een pin.
•
Zorg ervoor dat er zich binnen 15 meter van de machine geen personen, dieren of vreemde voorwerpen
bevinden.
•
Start de motor en wacht tot deze de juiste bedrijfstemperatuur heeft bereikt voordat u begint.
•
Breng de activeringshendel van de boor (afb. 1, nr. 6) en de activeringshendel voor vooruitrijden (afb. 1, nr. 9)
in de werkstand en begin met de werkzaamheden. Wees uiterst voorzichtig bij het bedienen van de machine.
•
Lees de werkbeschrijvingen hieronder zorgvuldig door.
•
In de zomer, of wanneer u op droog terrein werkt, wordt aanbevolen om de werkomgeving de dag vóór de
werkzaamheden overvloedig te besproeien.
DE MACHINE MOET WORDEN ONDERWORPEN AAN EEN PROEFFASE! DE RIEMEN WORDEN TIJDENS HET EERSTE
WERKUUR AFGESTELD. ZORG ERVOOR DAT DE SPANNINGSAFSTELVEREN ALTIJD GOED WERKEN (afb. 1, nr. 4/nr. 5).
Kabelgeleider installeren of vervangen
De kabelgeleider bestaat uit verschillende onderdelen die moeten worden gemonteerd voordat de geleider aan de
machine wordt bevestigd. Het montageoverzicht wordt weergegeven in afb. 3.
Voer in de volgende volgorde in de kabelgeleiderconstructie (E) het volgende in:
1. O-ring (D)
2. Afstandsstuk (C)
3. Borgmoer (B)
Met de moer iets los steekt u de buis (A) in tot hij ongeveer 5 mm uit het onderste gedeelte komt. Op dit punt wordt de
moer vastgedraaid met een 0,17 mm sleutel, waardoor de buis wordt vergrendeld. In afb. 4 kunt u de kabelgeleider goed
zien, in gemonteerde staat. U kunt vervolgens de kabelgeleider aan de machineconstructie bevestigen.
Afb. 3
Afb. 4
204