De Boor Installeren Of Vervangen; De Kabellegdiepte Afstellen; De Snelheid Afstellen - Husqvarna CL400 Manual De Uso Y Mantenimiento

Máquina de cableado profesional
Ocultar thumbs Ver también para CL400:
Tabla de contenido
Idiomas disponibles
  • ES

Idiomas disponibles

  • ESPAÑOL, página 46

De boor installeren of vervangen

De machine is uitgerust met een mechanisme dat ervoor zorgt dat de boor snel kan worden vervangen zonder
gereedschap (afb. 8). Om een boor te installeren of te vervangen, duwt u de steun (afb. 9) omhoog en verwijdert u de
versleten boor indien deze al aanwezig is op de steun (afb. 10).
Blijf de steun omhoog houden, plaats de nieuwe boor en laat de steun los. Dankzij een veermechanisme komt de steun
automatisch terug in de oorspronkelijke positie, waardoor de nieuwe boor op zijn plaats wordt vergrendeld.
Als een versleten boor tijdens werkzaamheden wordt vervangen, kan het nodig zijn om eventueel achtergebleven gras
en/of aarde van de steun te verwijderen.
Zorg ervoor dat er geen vuil in het snelkoppelmechanisme komt tijdens het aanbrengen van de nieuwe boor. Desondanks
wordt aanbevolen het snelkoppelmechanisme regelmatig te reinigen en te smeren (zie ook "STEUN BOOR REINIGEN").

De kabellegdiepte afstellen

Gebruik de knop aan de achterzijde van de pin (afb. 11, nr. 1) om de kabellegdiepte van de
machine af te stellen. Maak de knop met een paar slagen linksom los en breng de steun voor de
twee achterwielen omhoog of omlaag (afb. 11, nr. 3). Gebruik de diepte van de meetstang naast
de steun (afb. 11, nr. 2) als referentie. Nadat de gewenste diepte is bereikt, draait u de knop
(afb. 11, nr. 1) rechtsom mee totdat deze goed is vastgedraaid. De getallen op de meetstang
komen overeen met dieptecentimeters en gaan van 1 tot 6.

De snelheid afstellen

Om de snelheid van de kabellegger af te stellen, gebruikt u de gashendel (afb. 1, nr. 3) om de toerentalwaarde van de
motor te verhogen of te verlagen. Stel de snelheid NOOIT af door de koppelingsplaten voor de versnellingsbak van de
transmissie te laten slippen. Dit kan ernstige schade aan de mechanische onderdelen van de transmissie veroorzaken. De
hendel voor vooruitrijden moet ALTIJD zo ver mogelijk worden uitgetrokken, of eerder tot hij contact maakt met het stuur.
De hoogte van het stuur afstellen
De machine biedt vijf verschillende stuurhoogten. Om de hoogte af te stellen, draait u de
hendel aan de achterzijde van het stuur los (afb. 12, nr. 2) door deze linksom te draaien tot
de knop kan worden verwijderd (afb. 12, nr. 1). Selecteer de gewenste hoogte en plaats de
knop terug. Draai de knop rechtsom totdat het stuur goed vastzit.
De kanteling van het stuur afstellen
Bij werkzaamheden rondom heggen, uitstekende takken, palen of andere obstakels van opzij kan
het stuur van de machine naar de kant tegenover het obstakel worden gekanteld (afb. 13). Om de
kantelhoek aan te passen, trekt u aan de hendel linksonder op het stuur (afb. 1, nr. 7) en steekt u
de bijbehorende pin in een van de negen gaten in de steun van het stuur. De machine maakt het
daarom mogelijk dat het stuur 4 verschillende kantelhoeken heeft, zowel naar rechts als naar links.
Afb. 8
Afb. 9
205
Nederlands
Afb. 10
Afb. 11
Afb. 12
Afb. 13
Tabla de contenido
loading

Tabla de contenido