Afmetingen en radiale dikte voor koperbuis in R410A CITY MULTI.
Afm.
Grootte
Radiale dikte
(mm)
(in)
(mm)
ø6,35
ø1/4
0,8
ø9,52
ø3/8
0,8
ø12,7
ø1/2
0,8
ø15,88
ø5/8
1,0
*ø19,05
ø3/4
1,2
*ø19,05
ø3/4
1,0
ø22,2
ø7/8
1,0
ø25,4
ø1
1,0
ø28,58
ø1-1/8
1,0
ø31,75
ø1-1/4
1,1
ø34,93
ø1-3/8
1,2
ø41,28
ø1-5/8
1,4
* Beide buistypes kunnen worden gebruikt voor een buisdiameter ø19,05 (3/4
inch) voor de airconditioner R410A.
6 Gebruik een fitting als een bepaalde koelleiding een andere diameter heeft
dan de afgetakte leiding.
7 Let altijd op de beperkingen van de buizen (bijvoorbeeld in lengte,
overbrugging van hoogteverschillen, en diameterbeperkingen) om defecten
of verminderde prestaties te voorkomen.
Gepaarde binnenleidingen, ALLEEN model PQHY-P-serie
Instroomunit-model
Instroomunit-model
Meer dan 201 en
Minder dan 200
minder dan 400
CMY-Y102SS-G2
CMY-Y102LS-G2
Gepaarde binnenleidingen, ALLEEN model PQHY-P-serie
Hoofdtak
4 aftakkingen
8 aftakkingen
CMY-Y104-G
CMY-Y108-G
Gepaarde warmtebron-unit, ALLEEN model PQHY-P-serie
Warmtebron-unit (totaal)
P400 ~ P600
CMY-Y100VBK3
8 Binnen-units kunnen na de hoofaftakking niet verder worden afgetakt. (Zie
afbeelding hierna.) *ALLEEN PQHY-P-serie.
Naar de warmtebron-unit
Naar de
warmtebron-unit
9 Zowel een tekort als een teveel aan koelvloeistof kunnen tot een noodstop
van de unit leiden. Vul het systeem dus met de correcte hoeveelheid
koelvloeistof. Controleer bij het onderhoud altijd de informatie over
buislengtes en de bijgevulde koelvloeistof op beide plaatsen, nl. de
berekeningstabel voor de hoeveelheid koelvloeistof op de achterkant van het
onderhoudspaneel en de bijgevulde hoeveelheid koelvloeistof op de labels
van de binnenunits. (Zie 9.2. voor meer informatie over de koelleidingen.)
0 Gebruik altijd een vloeibaar koelmiddel om het systeem te vullen.
a Gebruik nooit koelvloeistof om het systeem te ontluchten. Gebruik
hiervoor altijd een vacuümpomp.
b Zorg voor een afdoende isolatie van de leidingen. Gebrekkige isolatie
leidt tot een afname van de klimaatregelingsprestaties, condensatie en
soortgelijke problemen (Zie 10.4. voor informatie over de isolatie van de
koelleidingen).
c Voor het aansluiten van de koelleidingen moet u controleren of de afsluitklep
van de warmtebron-unit volledig gesloten is (fabrieksinstelling) en deze niet
openen totdat de koelleidingen van de warmtebron- en binnenunits en de
BC-controller zijn aangesloten, een test op koelvloeistoflekkage is gedaan
en de ontluchting van de leidingen is afgerond.
d Gebruik tijdens het solderen uitsluitend niet-oxiderend materiaal. Als
u dit niet doet, kan de compressor beschadigd worden. Maak bij het
solderen gebruik van stikstofzuivering.
Gebruik geen in de handel verkrijgbare soldeervloeimiddelen; deze
kunnen corrosie van de leidingen veroorzaken en de koelmachineolie
doen degenereren.
Neem voor meer informatie contact op met Mitsubishi Electric.
(Zie 10.2. voor meer informatie over de leidingaansluitingen en de
afsluitklep.)
e Sluit nooit leidingen aan terwijl het regent.
118
Radiale dikte
Buistype
(mil)
32
Type-O
32
Type-O
32
Type-O
40
Type-O
48
Type-O
40
Type-1/2H of H
40
Type-1/2H of H
40
Type-1/2H of H
40
Type-1/2H of H
44
Type-1/2H of H
48
Type-1/2H of H
56
Type-1/2H of H
Lijntak
Instroomunit-model
Instroomunit-model
Meer dan 401 en
Meer dan 651
minder dan 650
CMY-Y202S-G2
CMY-Y302S-G2
10 aftakkingen
CMY-Y1010-G
Warmtebron-unit (totaal)
P700 ~ P900
CMY-Y200VBK2
DOP
Waarschuwing:
Tijdens de installatie of het verplaatsen van de unit, mag deze niet worden
gevuld met een andere koelvloeistof dan op de unit is aangegeven.
- Vermenging met een andere koelvloeistof of met lucht enz. kan storingen doen
optreden in de koelcyclus en mogelijk ernstige schade veroorzaken.
Let op:
•
Gebruik een vacuümpomp met een terugslagklep.
- Als de vacuümpomp geen terugslagklep heeft, kan er vanuit de
vacuümpomp olie terugvloeien in de koelcyclus en de koelmachineolie
doen degenereren.
•
Maak geen gebruik van de volgende onderdelen die voor gewone
koelvloeistoffen worden gebruikt.
(Verdeelstuk met drukmeter, vulslang, gaslekdetector, terugslagklep,
vulstation voor koelvloeistof, vacuümmeter, onderdelen voor
koelvloeistofrecuperatie)
- Vermenging met gewone koelvloeistof kan de koelmachineolie doen
degenereren.
- Vermenging met water doet de koelmachineolie degenereren.
- De koelvloeistof R410A bevat geen chloor. Daardoor wordt het door
gaslekdetectoren voor gewone koelvloeistoffen niet gedetecteerd.
•
Ga zorgvuldig om met het gereedschap voor de R410A.
- Stof, vuil of water dat in de koelcyclus geraakt, leiden tot degeneratie van
de koelmachineolie.
•
Gebruik nooit de bestaande koelleidingen.
- De grote chloorhoeveelheid in de gewone koelvloeistof en koelmachineolie
in de bestaande leidingen zal de nieuwe koelvloeistof doen degenereren.
•
Sla voor de installatie ervan de leidingbuizen binnen op en houd de
buiseinden afgesloten tot net voor het solderen.
- Stof, vuil of water dat in de koelcyclus geraakt, leidt tot degeneratie van de
olie en defecten aan de compressor.
•
Maak geen gebruik van een vulcilinder.
- Door gebruik te maken van een vulcilinder kan de koelvloeistof
degenereren.
•
Gebruik geen speciale reinigingsmiddelen voor het schoonmaken van
de leidingen.
9.2. Het koelleidingsysteem
Voorbeeld van een koelleidingsysteem
[Fig. 9.2.1] (P.5, P.7 - 8)
Model warmtebron
Gasleiding
Vloeistofleiding
Typenummer
Eerste aftakking P350 ~ P600
Koppeling
4 aftakkingen (Instroomunits typetotalen ≤ 200)
8 aftakkingen (Instroomunits typetotalen ≤ 350)
10 aftakkingen (Instroomunits typetotalen ≤ 600)
Gepaarde warmtebron-unit
Eerste aftakking P250 ~ P300
T
A Warmtebron-unit
C Binnenunit
E Gepaarde warmtebron-unit
*
De totale lengte van A
en A
1
*1 ø12,7 voor meer dan 90 m [295-1/4 in]
*2 ø12,7 voor meer dan 40 m [131-3/16 in]
*4 De buisafmetingen in kolommen A1 t/m A2 van de tabel stemmen overeen met
de afmetingen voor de apparaattypes in de kolommen 1 en 2. Als de volgorde
van de apparaattypes voor unit 1 en 2 verandert, pas dan de buisafmetingen
aan.
*5 B Als de buislengte na de eerste koppeling meer is dan 40 m (≤ 90 m),
gebruikt u de vloeistofleiding die één maat groter is voor alle buizen van de
binnenunits naar de eerste aftakking. (voor PQHY-P-serie)
*6 C Als het hoogteverschil tussen de binnen-units 15 m bedraagt of meer (≤ 30
m), gebruikt u de vloeistofleiding die één maat groter is voor alle buizen van de
binnenunits naar de eerste aftakking (lagere kant). (voor PQHY-P-serie)
*7 Raadpleeg de Installatiehandleiding bij de Hydro BC-controller voor instructies
om de Hydro BC-controller te installeren.
[Fig. 9.2.2] (P.6 - 8)
Model warmtebron
Lagedrukzijde
Vloeistofleiding
Typenummer
Gepaarde warmtebron-unit
Lagedrukgasleiding
A Warmtebron-unit
C BC-controller (hoofd)
E Binnenunit (15 ~ 80)
G Gepaarde warmtebron-unit
*3 Als de buislengte 65 m of meer bedraagt, gebruikt u de buis met een
[1-1/8] voor het gedeelte dat langer is dan 65 m.
*4 De buisafmetingen in kolommen A1 t/m A2 van de tabel stemmen overeen met
de afmetingen voor de apparaattypes in de kolommen 1 en 2. Als de volgorde
van de apparaattypes 1 en 2 verandert, gebruik dan de juiste buisafmetingen
voor het betreffende model.
Vloeistofleiding
Totale capaciteit van de binnenunits
Gasleiding
Instroomunits typetotalen
Eerste aftakkking P700 ~ P900
B 1e aftakking
D Dop
F Hoofd
is minder dan 10 m [32 ft].
2
Hogedrukzijde
Totale capaciteit van de binnenunits
Gasleiding
Instroomunits typetotalen
Hogedrukgasleiding
B BC-controller (standaard)
D BC-controller (sub)
F Binnenunit (100 ~ 250)
ø
28,58