Bij het optillen van de machine veert het
zaagaggregaat weer in de oorspronkelijke
stand terug.
6
Instellingen
WAARSCHUWING
Gevaar voor letsel, elektrische schokken
► Trek vóór alle werkzaamheden aan de ma
chine altijd de stekker uit het stopcontact!
6.1
Elektronica
De machine (TS 75 EBQ, TS 75 EQ) bezit een
volledige-golfelektronica met de volgende ei
genschappen:
Zachte aanloop
De elektronisch geregelde zachte aanloop zorgt
ervoor dat het elektrische gereedschap stootvrij
aanloopt.
Constant toerental
Het motortoerental wordt elektronisch constant
gehouden. Hierdoor wordt ook bij belasting een
gelijkblijvende zaagsnelheid bereikt.
Toerentalregeling
Het toerental kan met de stelknop [1-5] trap
loos in het toerentalbereik (zie technische ge
gevens) worden ingesteld. Daardoor kunt u de
zaagsnelheid aan het betreffende oppervlak op
timaal aanpassen.
Toerentalstand per materiaal
Massief hout (hard, zacht)
Spaan- en hardvezelplaten
Gelaagd hout, meubelplaat, gefineerd
en geplastificeerd plaatmateriaal
Laminaat/minerale grondstoffen
Gips- en cementgebonden spaan- en
vezelplaten
Aluminiumplaten en –profielen tot 15
mm
Kunststof, vezelversterkte kunststof
(GFK), papier en weefsel
Acrylglas
Temperatuurbeveiliging
Bij een te hoge motortemperatuur worden
stroomtoevoer en toerental gereduceerd. Het
elektrische gereedschap draait alleen nog met
verminderd vermogen om een snelle afkoeling
door de motorventilatie mogelijk te maken. Na
afkoeling komt het elektrische gereedschap
weer automatisch op gang.
Stroombegrenzing
De stroombegrenzing voorkomt bij extreme
overbelasting een te hoge stroomopname. Dit
kan leiden tot een lager motortoerental. Na
ontlasting komt de motor direct weer op toeren.
Rem
De TS 75 EBQ bezit een elektronische rem. Na
het uitschakelen wordt het zaagblad in ca. 2
sec. elektronisch tot stilstand afgeremd.
6.2
Zaagdiepte
De zaagdiepte kan van 0 – 75 mm worden inge
steld.
► de zaagdiepteaanslag [3-3] indrukken en
tot de gewenste zaagdiepte verschuiven (de
op de schaal [3-1] aangegeven waarden
gelden voor 0°-zaagsneden zonder geleide
rail,
► de zaagdiepteaanslag loslaten (de zaag
diepteaanslag klikt in stappen van 1 mm in).
Het zaagaggregaat kan nu tot de ingestelde
zaagdiepte naar beneden worden gedrukt.
IIn de boring [3-2] van de zaagdiepteaan
slag kan een draadpen (M4x8 tot M4x12)
worden aangebracht. Door aan de draad
pen te draaien kan de zaagdiepte nog
exacter (± 0,1 mm) worden ingesteld.
6.3
Zaaghoek instellen
Het zaagaggregaat kan tussen de 0° en 47°
worden gedraaid:
6
► Draaiknoppen [3-4, 3-6] openen.
3 ‑ 6
► Zaagaggregaat in de gewenste zaaghoek
[3-5] draaien,
6
► Draaiknoppen weer vastdraaien.
4 ‑ 6
De beide eindstanden zijn af fabriek inge
steld op 0° en 45°. Door de beide schroef
1 ‑ 3
draadpennen [3-7] tegen de klok in te
draaien, kan de eindstand van 45° tot
maximaal 47° worden vergroot.
4 ‑ 6
6.4
Zaagblad selecteren
3 ‑ 5
Festool-zaagbladen zijn met een gekleurde ring
gemarkeerd. De kleur van de ring staat voor het
materiaal waarvoor het zaagblad geschikt is.
4 ‑ 5
Neem de vereiste zaagbladgegevens in acht (zie
hoofdstuk 3.1).
Nederlands
61