De broodbakmachine dient tijdens het
gebruik van programma 11 onder toe-
zicht te blijven.
12. Gerezen deeg.
13. Cake.
14. Jam.
15. Vers deeg.
Selectie van het gewicht
DE CYCLI
Een tabel op pagina 382-386 geeft de ver-
schillende cycli aan de hand van het geko-
zen programma aan.
Kneden
Om het deeg structuur te geven en het zo
beter te laten rijzen.
Selectie van de korstkleur
Inschakeling / Uitschakeling
Rust
Hiermee kan het deeg tot rust komen, zodat
de kwaliteit van het kneden verbeterd wordt.
Rijzen
De tijd waarin het gist actief is om het brood
te laten rijzen en zijn aroma te ontwikkelen.
Bakken
Hierbij verandert het deeg in brood en krijgt
dit een goudbruin, knapperig korstje.
Warm houden
Hiermee kan het brood na het bakken warm
gehouden worden. Het wordt van harte aan-
bevolen om het brood meteen na het bak-
ken uit de uitneembare binnenpan te halen.
287