stekker uit het stopcontact te trekken. Houd de kabel
uit de buurt van hitte, olie, scherpe randen en bewe-
gende gereedschapsdelen. Beschadigde of in de war
geraakte kabels vergroten het risico van een elektri-
sche schok.
e) Wanneer u buitenshuis met elektrisch gereedschap
werkt, dient u alleen verlengkabels te gebruiken die
voor gebruik buitenshuis zijn goedgekeurd. Het
gebruik van een voor gebruik buitenshuis geschikte
verlengkabel beperkt het risico van een elektrische
schok.
f) Als het gebruik van het elektrisch gereedschap in
een vochtige omgeving absoluut noodzakelijk is,
gebruik dan een lekstroomschakelaar. Het gebruik
van een lekstroomschakelaar verkleint het risico op
stroomschokken.
5.1.3 Veiligheid van personen
a) Wees alert, let goed op wat u doet en ga met ver-
stand te werk bij het gebruik van het elektrische
gereedschap. Gebruik het gereedschap niet wan-
neer u moe bent of onder invloed bent van drugs,
alcohol of medicijnen. Een moment van onoplet-
tendheid bij het gebruik van het gereedschap kan tot
ernstig letsel leiden.
b) Draag een persoonlijke beschermende uitrusting en
altijd een veiligheidsbril. Het dragen van een per-
soonlijke beschermende uitrusting, zoals een stof-
masker, slipvaste werkschoenen, een veiligheidshelm
of gehoorbescherming, afhankelijk van de aard en het
gebruik van het elektrische gereedschap, vermindert
het risico van letsel.
c) Voorkom per ongeluk inschakelen. Controleer of het
apparaat is uitgeschakeld voordat u de stekker in het
stopcontact steekt en/of de accu aanbrengt, of het
apparaat optilt of draagt. Wanneer u bij het dragen van
het gereedschap uw vinger aan de schakelaar hebt of
wanneer u het gereedschap ingeschakeld op de stroom-
voorziening aansluit, kan dit tot ongevallen leiden.
d) Verwijder instelgereedschappen of schroefsleutels
voordat u het gereedschap inschakelt. Instelge-
reedschap of een sleutel in een draaiend deel van het
gereedschap kan tot letsel leiden.
e) Neem geen ongewone lichaamshouding aan. Zorg
ervoor dat u stevig staat en steeds in evenwicht blijft.
Daardoor kunt u het gereedschap in onverwachte situ-
aties beter onder controle houden.
f) Draag geschikte werkkleding. Draag geen loshan-
gende kleding of sieraden. Houd haren, kleding en
handschoenen uit de buurt van bewegende delen.
Loshangende kleding, sieraden en lange haren kun-
nen door bewegende delen worden meegenomen.
g) Wanneer stofafzuig- of stofopvangvoorzieningen
kunnen worden gemonteerd, dient u zich ervan te
verzekeren dat deze zijn aangesloten en juist wor-
den gebruikt. Het gebruik van een stofopvangsysteem
kan de gevaren door stof beperken.
5.1.4 Gebruik en hantering van het elektrisch gereed-
schap
a) Overbelast het apparaat niet. Gebruik voor uw werk-
Printed: 08.07.2013 | Doc-Nr: PUB / 5069653 / 000 / 01
zaamheden het daarvoor bestemde elektrische
gereedschap. Met het passende elektrische gereed-
schap werkt u beter en veiliger binnen het aangege-
ven vermogensbereik.
b) Gebruik geen elektrisch gereedschap waarvan de
schakelaar defect is. Elektrisch gereedschap dat niet
meer kan worden in- of uitgeschakeld, is gevaarlijk en
moet worden gerepareerd.
c) Trek de stekker uit het stopcontact en/of de accu uit
het apparaat voordat u het gereedschap instelt, toe-
behoren wisselt of het apparaat weglegt. Deze voor-
zorgsmaatregel voorkomt onbedoeld starten van het
apparaat.
d) Bewaar niet-gebruikte elektrische gereedschappen
buiten bereik van kinderen. Laat het gereedschap
niet gebruiken door personen die er niet mee ver-
trouwd zijn en deze aanwijzingen niet hebben gele-
zen. Elektrische gereedschappen zijn gevaarlijk wan-
neer deze door onervaren personen worden gebruikt.
e) Ga zorgvuldig met het gereedschap om. Controleer
of bewegende delen van het gereedschap correct
functioneren en niet vastklemmen en of onderdelen
gebroken of zodanig beschadigd zijn dat de werking
van het gereedschap nadelig wordt beïnvloed. Laat
beschadigde delen repareren voordat u het gereed-
schap gebruikt. Veel ongevallen hebben hun oorzaak
in slecht onderhouden elektrische gereedschappen.
f) Houd snijdende inzetgereedschappen scherp en
schoon. Zorgvuldig onderhouden snijdende inzetge-
reedschappen met scherpe snijkanten klemmen min-
der snel vast en zijn gemakkelijker te geleiden.
g) Gebruik elektrisch gereedschap, accessoires, inzet-
gereedschap enz. overeenkomstig deze aanwijzin-
gen, met inachtneming van de arbeidsomstandig-
heden en de uit te voeren werkzaamheden. Het
gebruik van elektrische gereedschappen voor andere
dan de voorziene toepassingen kan tot gevaarlijke situ-
aties leiden.
5.1.5 Service
a) Laat het gereedschap alleen repareren door gekwa-
lificeerd en vakkundig personeel en alleen met ori-
ginele vervangingsonderdelen. Daarmee wordt
gewaarborgd dat de veiligheid van het gereedschap
in stand blijft.
5.2 Speciale veiligheidsinstructies voor alle toepassingen
Algemene veiligheidsinstructies voor het slijpen,
schuren, het werken met draadborstels, het polijsten
en doorslijpen:
a) Dit elektrisch gereedschap dient voor het gebruik
als slijpmachine. Neem alle veiligheidsinstructies,
aanwijzingen, afbeeldingen en informatie die u bij
het apparaat ontvangt in acht. Als u de volgende
aanwijzingen niet in acht neemt, kan dit tot een elek-
trische schok, brand en/of ernstig letsel leiden.
b) Dit elektrisch gereedschap is niet geschikt voor
werkzaamheden als schuren, werken met draad-
borstels, polijsten en doorslijpen. Toepassingen
waarvoor het elektrisch gereedschap niet bestemd
is, kunnen gevaar en letsel veroorzaken.
53