Nederlands
Het zaagvermogen en de zaagkwaliteit zijn
grotendeels afhankelijk van de toestand en
de tandvorm van het zaagblad. Gebruik
daarom alleen scherpe zaagbladen die ge
schikt zijn voor het te zagen materiaal.
Zaagblad demonteren
► Zaagbladafdekking openen (zie hoofdstuk
9.10
).
► Tafelinzetstuk demonteren (zie hoofdstuk
9.6
)
► Maximale zaaghoogte instellen (zie hoofd
stuk
9.3
).
► Met de beide steeksleutels [12-1] het zaag
blad [12-2] van de gereedschapsspin
del [12-3] losmaken.
► Spindelmoer [12-5] en spindelflens [12-4]
van de gereedschapsspindel [12-3] verwij
deren.
► Zaagblad [12-2] van de gereedschapsspin
del [12-3] verwijderen.
Er kan nu een nieuw of ander zaagblad worden
gemonteerd.
WAARSCHUWING
Risico op ongelukken door los draaiend
zaagblad
► Draairichting van zaagblad en zaag moeten
met elkaar overeenkomen (zie pijlrichting).
► Het opschrift van het zaagblad moet zicht
baar zijn.
► Spindelflens [12-4] en spindelmoer [12-5]
met een aanhaalmoment ≥ 25 Nm vast
draaien.
Zaagblad monteren
► Nieuw of ander zaagblad [12-6] op de ge
reedschapsspindel [12-3] plaatsen.
► Spindelflens [12-4] op de gereedschaps
spindel [12-3] plaatsen en spindel
moer [12-5] met de beide steeksleu
tels [12-1] vastdraaien.
Zaagblad en patroon mogen niet met
elkaar in aanraking komen.
► Tafelinzetstuk monteren (zie hoofdstuk
9.6
).
► Zaagbladafdekking sluiten (zie hoofdstuk
9.10
).
9.12 Patroon vervangen
Patroon demonteren
► Zaagbladafdekking openen (zie hoofdstuk
9.10
).
► Verstekhoek op 0° instellen (zie hoofdstuk.
9.4
).
110
Patroonhouder [13-1] een kwartslag
►
rechtsom draaien.
Patroonhouder [13-1] eruit trekken.
►
Patroon [13-3] van de bevestigingspen
►
nen [13-2] trekken.
Patroon monteren
Beschermkap [13-4] van nieuwe patroon
►
aftrekken.
►
Patroon [13-6] op de bevestigingspen
nen [13-5] aanbrengen.
►
Patroonhouder [13-7] aanbrengen.
►
Patroonhouder [13-7] een kwartslag
linksom draaien.
Zaagblad en patroon mogen niet met
elkaar in aanraking komen.
► Zaagbladafdekking sluiten (zie hoofdstuk
9.10
).
10 Werken met het elektrische
gereedschap
10.1 Veilig werken
Bij het werken alle aan het begin vermelde vei
ligheidsvoorschriften en de volgende regels in
acht nemen:
Veiligheidsinrichtingen
–
Het elektrische gereedschap mag alleen
worden gebruikt als alle beveiligingsinrich
tingen zich in de beschreven positie bevin
den en als het elektrische gereedschap in
goede staat verkeert en goed is onderhou
den.
–
Gebruik altijd de meegeleverde spouwmes
sen en de beschermkap. Let op hun correc
te instelling zoals in de bedieningshandlei
ding is beschreven. Een niet correct inge
steld spouwmes en het verwijderen van
veiligheidsrelevante onderdelen, zoals de
beschermkap, kunnen tot ernstig letsel lei
den.
–
De bodemplaat en het tafelinzetstuk mogen
niet zijn beschadigd (bijv. insnijdingen in de
zaagvoeg). Vervang een beschadigde bo
demplaat of een beschadigd tafelinzetstuk
onmiddellijk.
–
Werk nooit zonder gemonteerd tafelinzet
stuk.
Werkpositie
–
Correcte werkpositie:
– vooraan aan de bedienerkant;
– recht tegenover de zaag;
– naast de zaagbladlijn.