Gebruikersprofiel (Porsche Id Koppelen); Energiemanager Verbinden; Hotspot; Laadstroom Aanpassen - Porsche 9Y0.012.003.A Manual De Instrucciones

Tabla de contenido
Idiomas disponibles
  • ES

Idiomas disponibles

  • ESPAÑOL, página 88
Ingebruikname
Verbinding via PLC-veiligheidssleutel
DE
Voor deze methode moet er een eindapparaat met
EN
de besturingssoftware van het PLC-netwerk worden
gebruikt.
FR
1. Voor een verbinding met een PLC-netwerk met
IT
behulp van een beveiligingssleutel,
moet u PLC­
BEVEILIGINGSSLEUTEL
ES
De veiligheidssleutel wordt op het display
PT
aangegeven.
2. Voer de beveiligingssleutel in het betreffende
NL
menu van de besturingssoftware van het
PLC­netwerk in om de lader in het PLC-netwerk
SV
op te nemen.
FI
De verbinding met het PLC-netwerk wordt
tot stand gebracht.
DA
Als er verbinding met het PLC-netwerk is,
NO
dan verschijnt in de statusbalk het symbool
EL
Gebruikersprofiel
CZ
(Porsche ID koppelen)
HU
Wanneer de lader aan uw Porsche ID is gekoppeld,
kunt u in My Porsche en in de Porsche Connect-app
PL
informatie over de lader en de laadprocedures
HR
oproepen.
SR
SK
SL
ET
LT
LV
RO
BG
MK
138
De lader met uw Porsche ID koppelen:
e Roep de internetsite die op het display van
de lader staat aangegeven, in de browser van
uw eindapparaat op en voer de gebruikerscode in.
- of -
e Scan de QR-code die op het display wordt
selecteren.
getoond. U kunt de QR-code op de volgende
manieren scannen:
– Porsche Connect-app gebruiken
(Mijn account > Laadkabel & apparaten >
QR­code scannen).
– Camera van uw eindapparaat gebruiken
(vanaf iOS 11, Android wijkt af).
– Gebruik een app voor het scannen van
de QR­code.
Als de koppeling is gelukt, gaat de configuratie-
assistent verder met de volgende stap.
.

Energiemanager verbinden

Als er geen energiemanager is, dan kan hiermee
verbinding worden gemaakt. De energiemanager
neemt dan de besturing van de laadprocedure voor
zijn rekening.
e De aanwijzingen over het verbinden staan
in het instructieboekje van de energiemanager.
Als er geen energiemanager beschikbaar is, wordt het
voertuig geladen via de lader tegen de laadstroom
gelegd (I
NSTELLINGEN
f Zie het hoofdstuk "Laadstroom aanpassen"
op pagina 138.

Hotspot

Als integratie in het thuisnetwerk niet mogelijk is,
kan vanuit de lader een hotspot worden ingesteld,
waarmee een verbinding met de webtoepassing
van de lader mogelijk is.
e Voor het creëren van een hotspot klikt
u op H
OTSPOT ACTIVEREN
Wanneer er een hotspot tot stand is gebracht,
staat het symbool

Laadstroom aanpassen

Hier kan de laadstroom worden ingesteld die de lader
maximaal mag toelaten wanneer het thuisnetwerk
niet over een energiemanager beschikt.
De aangegeven maximumwaarde is afhankelijk van
de aangesloten kabeltypes.
e Stel de laadstroom op de waarde in die maximaal
beschikbaar is in het lichtnet waarop de lader
is aangesloten. Gebruik daarvoor P
f Zie het hoofdstuk "Laadstroombegrenzing"
op pagina 140.

Apparaatbeveiliging

Om te voorkomen dat een niet-geautoriseerd
voertuig op de lader wordt aangesloten, kan een
PIN­verzoek worden ingesteld.
1. Selecteer A
2. Voer een PIN van 4 cijfers in en bevestig deze.
3. Herhaal de PIN en bevestig hem.
Het activeren van het PIN-verzoek wordt
bevestigd.

Instellen afsluiten

e Controleer aan de hand van de S
> L
).
AADSTROOM AANPASSEN
de betreffende instellingen en sluit
de instelprocedure af.
.
in de statusbalk.
en M
.
LUS
INUS
om de PIN-opvraag te activeren.
AN
AMENVATTING
Tabla de contenido
loading

Tabla de contenido