9.4. Waterslot
Bij beschadiging van de slang reageert het waterslot en onderbreekt de watertoevoer naar de wasmachi-
ne. Het kijkvenster (zie a, afb. J) op het waterslot kleurt dan rood. De toevoerslang moet worden vervan-
gen.
9.5. Waterafvoer
De waterafvoerslang (9) is bevestigd aan de achterkant van de wasmachine.
LET OP!
Mogelijke materiële schade!
Gevaar voor materiële schade door een verkeerde opstelling.
Zet de afvoerslang zodanig vast, dat deze bij gebruik van de wasmachine niet heen
en weer beweegt (zie bijvoorbeeld afb. K, M, N).
De afvoerslang moet zo worden gelegd dat het uiteinde zich boven de waterspiegel
van de trommel bevindt (min. 0,6 m, max 1 m, zie afb. K/L).
Steek de afvoerslang niet te ver in de afvoerpijp.
Sluit de waterafvoerslang aan op een waterafvoer (zie afb. K) of op een sifon (zie afb. N), of hang
het uiteinde van de afvoerslang in een wasbak (zie afb. M). Vanwege de waterdruk bij de slanguitlaat
is het niet mogelijk om het water te lozen in een kleine wastafel.
Gebruik eventueel een bevestigingsbeugel (niet meegeleverd) om de afvoerslang (9) op te hangen zo-
dat deze stevig vastzit.
Zorg dat er geen knikken in de slang zitten.
9.6. Aansluiting op het elektriciteitsnet
Na installatie van de wateraansluiting en de waterafvoer steekt u de stekker (10) in een stopcontact.
(zie afb. O)
Zorg ervoor dat het stopcontact vrij toegankelijk is, zodat het apparaat zo nodig snel kan worden los-
gekoppeld van het elektriciteitsnet.
1 16 - Nederlands
Afb. O