Het apparaat kan door personen met verminderde
►
fysieke, zintuiglijke of mentale vermogens of gebrek aan
ervaring en/of kennis worden gebruikt, wanneer ze onder
toezicht staan of hen het veilige gebruik van het apparaat
is uitgelegd en ze de mogelijke gevaren hebben
begrepen.
Een reparatie van het apparaat mag alleen door een
►
door de fabrikant geautoriseerde servicedienst
uitgevoerd worden, anders vervalt bij een volgende
schade de aanspraak op garantie. Door ondeskundige
reparaties kunnen aanzienlijke gevaren voor de
gebruiker ontstaan.
Defecte onderdelen mogen alleen tegen originele
►
vervangende onderdelen omgewisseld worden. Alleen bij
die onderdelen is gegarandeerd dat ze aan de
veiligheidseisen voldoen.
Het apparaat tijdens gebruik niet onbeheerd laten.
►
Trek niet aan de aansluitkabel en draag het niet aan de
►
aansluitkabel.
Het apparaat niet in contact brengen met water en andere
►
vloeistoffen en niet in de afwasmachine plaatsen.
TIP
110